*7* 3 -r Henk de Gelder Tempo Doeloe Henk de Gelder werd in 1931 in Bandoeng met de helm geboren. Van jongs af aan heeft hij voorspellende gaven. Wanneer hij als kleine jongen een huisgeest waar neemt, adviseren zijn ouders hem met nadruk zich daar afzijdig van te houden. Tegenwoordig woont Henk de Gelder in de Amsterdamse Bijlmer, hij is een medium en hij doet zijn tactvolle voorspellingen met behulp van een kristallen bol. In Moesson beschrijft hij enkele van zijn paranormale belevenissen. DOOR HENK DE GELDER O FOTO ARMANDO ELLO O ILLUSTRATIE MELROY BISEL Enkele jaren geleden kreeg ik op een ochtend een telefoontje van een vriendin: 'Zeg Henk, weet je dat Maja in het ziekenhuis ligt?' Maja was een wederzijdse vriendin, die regelmatig spirituele lezingen bij haar thuis hield. 'Hier heb je het adres van het Beverwijkse zieken huis voor als je haar wilt bezoeken.' Ik besloot Maja nog diezelfde middag op te gaan zoeken. In de bus van uit Amsterdam naar Beverwijk ging er van alles door me heen. Maja had kanker, maar hoe erg het was wisten we niet. Ze had indertijd met mij een afspraak gemaakt: 'Henk, zullen we afspreken dat diegene die het eerst doodgaat, zich komt manifesteren bij de ander? Als bewijs dat er een hiernamaals is?' Ik had ingestemd. In het ziekenhuis werd ik doorverwezen naar het einde van een gang: daar zag ik een kamertje met een open deur.Terwijl ik de gang opliep, hoorde ik een luid gerochel uit de kamer komen. Arme stakkerd, dacht ik. Maja lag half overeind in een bed en keek me met nietszeg gende ogen aan. Ze ademde zwaar en moeizaam. Die is snel achteruit gegaan, dacht ik. Naast haar hand lag een halfopen tasje en daarin zag ik een flesje parfum. Nog van haar laatste trip naar Parijs, wist ik. Ik opende het flesje, sprenkelde wat parfum op haar zakdoek en veegde daar haar bezwete gezicht mee af. Ik herinnerde me onze afspraak. Ik keek haar aan en zei:'Maja, als je wilt vertrekken, doe dat dan maar: ik ben nu bij je.' Maja's adem stokte even. Op dat moment kwamen haar twee buurmannen binnen, die ook dikwijls haar spirituele lezingen bezochten. Maja hapte naar adem. Ik hees haar wat overeind en drukte op de rode knop. 'Maja is geloof ik niet goed geworden', zei ik. De buurmannen deinsden angstig achter uit. Een verpleegster haastte zich binnen. 'Wat ruikt het hier lekker!' Ik wees op het flesje parfum. We zagen allemaal dat Maja stervende was. We konden niets meer doen. Nadat Maja overleden was, boden de buurmannen me aan met hun auto mee terug naar Amsterdam te rijden. Vlak voor we de tunnel naar Amsterdam Centraal inreden, vulde de hele auto zich plotseling met een sterke parfumgeur. 'Waar komt dat vandaan?', snoven de buur mannen. Voorzichtig zei ik:'Dat ruikt als het parfum waar mee ik Maja's gezicht daarstraks heb besprenkeld.' 'Maar hoe komt die geur nou ineens in de auto?' vroeg de chauffeur zenuwachtig. Ik zei maar niet dat Maja en ik een afspraak hadden, en dat Maja zich keurig volgens die afspraak na haar dood had gemanifesteerd. Dat leek me veiliger. Op de Dam aangekomen stopte de chauffeur bij een stoep, keek me strak aan en opende het portier.'Ga jij maar met de bus verder,' zei hij. Ik liep naar de bushalte. Ik keek om en zag de twee mannen bij de auto staan, de portie ren wagenwijd open om de doordringende parfumgeur te laten vervliegen.'Dank je Maja,' prevelde ik zachtjes voor me uit. 30 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 30