Willem Punt overleefde de ramp met de Junyo Maru Deze maand is het precies 63 jat geleden dat het Japanse schip Junyo Maru voor de kust van Sumatra zonkAan boord bevonden zich 6.500 dwangarbeiders. Nog g 900 overleefden de ramp. Willem Punt (86) was één van hen Sumatra 1943-1945. Een menselijk drama voltrekt zich aan de evenaar. Krijgsge vangenen en Indonesische dwang arbeiders - romusha's - werken op last van de Japanse bezetter in de moordende hitte aan de Pakan Baroe-spoorweg: 220 kilometer spoorlijn door het onherbergzame oerwoud van Sumatra. In nog geen anderhalf jaar sterven daarbij ruim vijfenzeventigduizend mensen. De meeste onder hen Indonesiërs. Maar feitelijk ligt het dodental nog veel hoger: ongeveer vierduizend Javanen en zestienhonderd overwegend Nederlandse krijgsgevangenen op weg om te werken aan de Pakan Baroe-spoorweg, vinden hun graf in de Indische Oceaan. Op maandag 18 september 1944 voltrekt zich de dan grootste scheepsramp aller tijden: het Japanse schip de Junyo Maru, afgeladen met 6.500 dwangarbeiders, wordt door twee torpedo's van de Britse onderzeeër Tradewind dodelijk getroffen. De menselijke verliezen zijn enorm, in totaal komen 5.620 mensen om en van de 2.300 Europese gevangenen overle ven er slechts 674. Eén van deze overlevenden is de nu 86-jarige Willem Punt. 'Ik dreef op een plankje in de Indische Oceaan toen ik de Junyo Maru langzaam zag zinken. Het achterschip zakte steeds verder weg in zee; op het voorschip werden de Indonesische romusha's steeds hoger opgetild. In zee sprin gen durfden ze niet; de meesten konden niet zwemmen. Ik keek er naar als naar een film. Alsof ik er zelf niet bij hoorde. Het zeewater was verfrissend. Het voelde aan als iets van bevrijding. Eindelijk verlost van de stank en van de Jap... Pas toen het schip bijna rechtop 40 moesson

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 40