in die studententijd hand in hand gaan met maatschappelijke betrokkenheid. De filosofie was dat een toekomstig landschapsarchitect weliswaar bezig is met het versterken en positief beïnvloeden van bijvoorbeeld een groengebied, maar dat die 'mooie plaatjes' en de daarmee gepaard gaande gelden enkel en alleen de overheid en projectontwikkelaars vooruit hielpen. De maatschappelijke onge lijkheid bleef bestaan. 'Er bestond een groot wantrouwen tegen de politiek en de media. Allerlei actiegroepen en belangenverenigingen schoten als padde stoelen uit de grond. Ik ging zelf aan de slag met praatgroepen voor Indo's, Molukkers, Surinamers en Chinezen. We haalden James Baldwin naar Amsterdam. De schrijver van het boek Go tell it on the Mountain, waarin hij de raciale verhoudingen in de Verenigde Staten beschrijft. Dan begrijp je wel welke thema's wij in de praatgroepen behandelden.' Peter wilde toen alleen maar met 'gekleurden' optrekken. En net toen hij dacht: 'Dit is mijn wereld,' viel het gezelschap uit elkaar door allerlei spanningen en meningsverschillen. 'Ik begreep dat ik iets voorzichtiger met mezelf om moest gaan. Hetzelfde gold voor de meisjes, nadat een vriendinnetje mij 'haar pindarotsje' noemde.' Een plek vinden Zeventien jaar geleden kwam Peter bij Pelita te werken. Pelita begeleidt aanvragen voor de wetten voor oorlogsgetroffenen, biedt maat schappelijk werk aan mensen met oorlogs- en geweldservaringen en levert dienstverle ning aan ouderen van de Indische en Molukse gemeenschap. Hij heeft als rapporteur inmiddels drieduizend gesprekken gevoerd in sessies van drie tot vier uur. Door zijn functie leerde hij zichzelf en de Indische gemeenschap beter begrijpen. 'Ik help mensen hun maskers af te zetten die ze jarenlang noodgedwongen hebben moe ten dragen. Om hun angsten, spanningen en depressies bloot te leggen en van daaruit verder te ko men. Ook in hun relatie met hun kinderen en kleinkinderen. Voor velen was het de allereerste keer dat ze überhaupt over hun oorlogsverleden vertelden. Ik heb ge merkt hoe zwijgen invloed kan hebben op je eigen ziel en dat van je dierbaren. Als Indische groep lijken we maatschappelijk zo goed geïntegreerd, maar men heeft nooit geweten wat zich achter de muren afspeelde. Veel cliënten hebben zich te pletter gewerkt voor de toekomst van hun kinderen, of deden extra hun best terwijl ze onder hun niveau zaten, omdat hun diploma's niet werden erkend. Ze slikten vernederingen en plage rijen en moesten het doen met de summiere kennis die er over hen bestond.' De meeste gesprekken sluit Peter af met de vraag wat de cliënt onder zijn of haar bed heeft liggen. Vaak wordt er eerst wat om heen gedraaid, maar velen geven uiteindelijk toe een mes, knuppel, bijl of klewang onder handbereik te hebben. 'Die illustreren de angst waarmee we Neder land zijn binnengekomen. Vergeet niet dat van de 150.000 Indische mensen die buiten de kampen zaten er tijdens de bersiap 20.000 gedood of als vermist opgegeven zijn. Binnen menig Indisch gezin is die episode meege nomen naar Nederland. Het op de hoede zijn, omdat op elk moment buren, wijk- of stadsgenoten je de hersens in willen slaan, omdat ze je niet mogen of omdat ze het op je bezittingen hebben voorzien.' Zijn hoop is dat er in Nederland, ergens op een goed bereikbare plek, een 'levend monu ment' komt te staan waar zoveel als mogelijk Indische mensen persoonlijk aan bijdragen. 'Een foto, een voorwerp, een haarlok, een brief... met een link naar Indië. Een levend monument, omdat duizend of wellicht wel tienduizend mensen er iets persoonlijks heb ben liggen.' Verbazing en bewondering Het is overigens niet zo dat Peter de Indische gemeenschap als kwetsbaar ervaart. De groep heeft naar zijn idee een hele brede horizon. De Indische ouderen zijn immers opgegroeid met de verschillende religies en bevolkingsgroepen en in een uitermate prikkelende natuur. 'Ik vind het een gemiste kans dat beleidsma kers ons in het kader van de multiculturele samenleving nooit hebben geraadpleegd.' Ook de inventiviteit en creativiteit van de Indische ouderen doen hem nog regelmatig verbaasd staan. Hij vertelt met bewondering over de cliënt die voor zijn gehandicapte vrouw, met houtjes, ijzerdraadjes en moertjes allerlei constructie heeft gebouwd om haar leven te veraangenamen. Of de oma die tel kens weer van de kleinste couponnetjes een modieuze jurk wist te maken. Bij de tweede generatie bemerkt Peter vooral het gevoel voor detail en dat ze dit tegelij kertijd weten te verweven in hun huidige maatschappelijke bezigheden. 'Veel managers van het jaar hebben een Indi sche achtergrond omdat ze oog hebben voor de werknemers in de uitvoering, maar ook over een analytische kant beschikken. En op de universiteit Nyenrode geeft professor De Blot lessen in spiritueel leiderschap. Hij weet oosterse benaderingen te combineren met westerse denkbeelden. Een goed ondernemer is een goed mens, is zijn credo.' Over de vraag of hij nog iets belangrijks de Indische wereld in wil brengen, hoeft hij niet lang na te denken. 'Pak je handycam en interview je ouders.' december 2007

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2007 | | pagina 17