DOOR REGINA GRüTER O FOTOGRAFIE FRÉDÉRIOUEVLAMINGS
Wat gaat er door je heen als je een kistje met
persoonlijke eigendommen uitpakt van een
soldaat die bijna op de dag af 55 jaar geleden
overleed? Als je zijn spullen door je handen
laat gaan, die in al die tijd misschien niemand
meer heeft aangeraakt? In het depot van het
voormalige Informatiebureau van het Ne
derlandse Rode Kruis stond tot voor kort een
houten kistje, ongeveer 60 x 50 x 40 cm, met
de nalatenschap van Nico Geesdorp. Volgens
de bijbehorende documenten stierf hij als sol
daat ie klasse van het Regiment Van Heutsz,
onderdeel van het Nederlands Detachement
van de Verenigde Naties, op 1 augustus 1952
in Korea.
Decennialang heeft het Nederlandse Rode
Kruis een collectie voorwerpen bewaard,
omdat de nabestaanden van de eigenaars -
slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in
Nederlands-Indië - onbekend of onvindbaar
waren. Voor duizenden van dergelijke nala
tenschappen is dat in de eerste naoorlogse
jaren gelukkig wél gelukt. Het Centraal Infor
matiebureau van het Nederlands-Indische
Rode Kruis en de Gravendienst in Bandoeng
stuurden vanaf 1946 vanuit Nederlands-Indië
de spullen naar het Informatiebureau in Den
Haag. Daar werden de nabestaanden getra
ceerd. Vervolgens overhandigden medewer
kers van het Rode Kruis of de burgemeester
van de woonplaats van de nabestaande(n) de
spulletjes aan de familie. Wat niet kon wor
den overgedragen, werd opgeslagen in het
depot van wat nu de afdeling Oorlogsnazorg
heet. Toch bleef het Informatiebureau zoeken
naar rechthebbenden: in 1954, 1961 en 1973
publiceerde het nog een lijst met voorwer
pen, wat in ongeveer twintig gevallen tot een
overdracht leidde. Na een laatste, recente,
poging om nabestaanden te vinden is de
overgebleven collectie Indische zogenoemde
piëteitsvoorwerpen afgelopen 14 augustus
aan Bronbeek overgedragen. Ze hebben als
tastbare herinneringen aan slachtoffers van
de oorlog een thuis gevonden in het Museum
van Bronbeek, waar ook het Indische Herin
neringscentrum wordt gevestigd.
Hoe komt het kistje van een Korea-soldaat
terecht in een collectie 'Indische nalaten-
december 2007 39
schappen'? Uit de spullen in de kist bleek dat
Nico een Indische jongen was. Zijn eigendom
men waren na zijn dood door het leger naar
het Informatiebureau gestuurd, die het op
zijn beurt naar zijn moeder in Soerabaja
verzond. Maar zij was op dat adres
bekend en na vergeefse pogi
van het Hoge Commissariaat
om haar in Indonesië te
vinden, werd het kistje
teruggezonden naar
Informatiebureau in
Den Haag. Daar is
al die tijd bewaa
Blauwhelm
In de voorbereidi
voor de overdra
aan Bronbeek
onderzoek ik
een collega het
kistje. Met sch
nemen we stuk
stuk de in bunde
verpakte spullen eru
We hebben het gevoel
dat we het eigenlijk niet
mogen verstoren. Je zou
moeten fotograferen zoals
een archeoloog fotografeert als
hij een belangrijke vondst met een
kwastje en een troffel blootlegt. Som
mige spullen zijn misschien voor het laatst
door hemzelf aangeraakt. We voelen ons een
beetje voyeurs: hij heeft er tenslotte nooit
toestemming voor gegeven. Het is alsof
het kistje een capsule is waarin de tijd zelf
bewaard is.
De voorwerpen die we uitpakken en onder
zoeken, leggen stukjes van zijn leven bloot.
Zijn leven als soldaat die brieven schrijft en
ontvangt, zich goed verzorgt en aan wiens
uniform geen knopen mogen ontbreken. Er
is een toilettas die tandpasta, tandenborstel,
scheermes en scheerzeep bevat. Een blauw
plastic zeepdoosje, naaigerei, zakmes, sleu
tels. Vervolgens een legergroen tasje, gift of
the American Red Cross staat erop, met daar
in gecorrodeerde batterijen, een reep cho
cola, eerst gesmolten en daarna, vervormd,