GERARD MOSTERD FOTO'S VAN VROEGER brieven POËZIEALBUM TJAWAT KNIBBELTJE EN KNABBELTJE Graag reageer ik op het artikel over Gerard Mosterd in de Moesson van oktober. Journalist Jan Lepeltak vermeldt dat de moeder van Gerard Mosterd als Indische in Medan is geboren. Ik ben als Indische in Palembang geboren vóór 1949. Dit hebben we dus gemeen, hoewel Jan Lepeltak la ter op de Indonesische toer gaat over haar, terwijl zij in 1950 naar Nederland vertrok. Indonesië is voor mij na december 1949 (officiële overdracht), daarvoor praten wij over Nederlands-Indië - waar wij Indischen vandaan komen. In het artikel staat: 'De grond waar wij allemaal op staan in Indone sië schept een gemeenschappelijke band'. Dat moet ieder voor zichzelf weten. Waardering heb ik voor de saamhorigheid. 'Indonesië het onder bewustzijn van Nederland.' Neen toch? Alweer: het voormalig Nederlands-Indië is het onderbe wustzijn van Nederland, want in die tijd heeft Nederland er bewust zijn aandeel in gehad en dit heeft het onderbewustzijn voor Nederland ge schapen. Wij Indischen zijn niet in een smeltkroes te gieten, hoewel er een vermenging plaats heeft gevonden, die tot op heden toe tot een ingewik kelde materie behoort. Daarom behoren wij tot een bijzondere groep, die nooit erkenning heeft gekregen, maar zich wel goed heeft weten te handhaven in deze maatschappij, met de meeste beschaving die ons is meegegeven. Ik wens Ge rard Mosterd en zijn dansgroep veel succes. Thea Heesbeen-Ghijssels uit Spanje Op de set van Ver van familie is mij iets heel bijzonders overkomen. Ik was daar natuurlijk, als Indo zijnde, ook bij, want figureren in een echte Indische film wil je niet missen! Het was fantastisch om te doen. De sfeer was geweldig; samen één grote familie. [...]Maar, aan alles komt een eind, rasa sajang sajangé. Nog één keer slenterde ik door het 'museum' en daar zag ik vier borden staan, waarop zwart-wit foto's uit het oude Indië hingen. Nieuwsgierig bekeek ik de foto's en ineens zag ik nota bene de bruidsfoto van mijn oom Arie en tante Poel. Verderop tante Jet en een foto van de tennisclub van mijn pa en ma! Even vragen natuurlijk! Op de tennisclubfoto staat namelijk ook: de heer Annuschek, toen mijn vaders chef in Bandoeng én de opa van Margot, de vrouw die verantwoordelijk was voor de aan kleding van het 'museum'. De foto's kwamen uit haar oma's foto album. Voor mij een héél bijzonder gevoel, want zo stond ook mijn familie daar; op de set van Marion Bloems familiefilm. mevrouw S. Bagaya uit Zwolle Onlangs ben ik toevallig in het bezit gekomen van een poëziealbum dat heeft toebehoord aan mevrouw S.E. Bogaardt, destijds hoofdonderwij- I.E.V. school te Bandoeng zeres aan de I.E.V.-Leerschool te Bandoeng. Bij haar vertrek in 1947 naar Nederland, kreeg zij het als aandenken van haar leerlingen mee. Het is een mooi boekje met vaak persoonlijke gedichtjes en tekeningen van haar oud-leerlingen die allen met hun naam hebben ondertekend, soms met foto erbij. De volgende leerlingen hebben erin geschreven: Willy Roest, Harry Kaulbach, Ineke Kammann, Noortje Reiniers, Marianne Bakker, Tan Tjoan Ik, Peter Henniger, Roland van Blom- mestein, Maud Verschueren, Hetty Stutterheim, Ottie Patinama, Ab Massier, Evie Baudoin, Elza Wayenberg, Tan Swie In, Albert Wenat. Ik hoop van harte dat dit zo persoonlijke docu ment nog in handen kan komen van mevrouw Bogaardt zelf, en wanneer zij niet meer in leven is, in die van haar naaste familie. Kan iemand mij hiermee verder op weg helpen? Ineke van Melle-den Dulk uit Ruurlo Leuke herinnering van Poirrié over de tjawat (niet tjawet Jack!) in de Moesson van november. Ik hoor het Tja lie nog zeggen: 'Als je naar de sto merij gaat, wilje vragen ofze mijn grijze tjawat schoon hebben gekregen?' En dan bedoelde mijn dierbare echtgenoot daarmee zijn (dure) pan talon waarop hij een plens kopie toebroek had gemorst. Mannen blijven hopeloze knoeiers ofze nou een tjawatdragen of een pantalon! Waar of niet dames? Lilian Ducelle uit Den Haag In Batavia in 1948, en later in Bandoeng in 1949 en 1950, was mijn moeder lid van de Vereniging van Huisvrouwen. Deze vereniging werd in 1934 opgericht, en in 1948 heropgericht. Hierbij hoorde een maandblad. Enkele afleveringen heb ik nog in mijn bezit. In het julinummer van 1949 las ik deze oproep: 'Kinderen! In de 6 volgende nummers van het Huisvrouwenblad zal telkens een los, opge vouwen blad zijn, een stukje van het verhaal Knibbeltje en Knabbeltje, dat Mevrouw van Lith voor jullie geschreven heeft en waarbij Mevrouw Nieuwenhuys prachtige muizenplaatjes getekend heeft, die jullie zeker graag zullen kleuren. Als jullie deze afleveringen van elke maand goed bewaren, en in januari allemaal bij de firma Vis ser brengen, zullen de boekbinders er een mooi boekje van maken met een gekleurd kaft, waar de naam van het verhaal opstaat. Dus, alle 6 stukken van het verhaal goed en netjes bewaren, dan hebben jullie in het nieuwe jaar een alleraardigst boekje als cadeautje van onze Vereniging.' Het laatste nummer dat ik bezit is van september. Ik was gek op de verhaaltjes. Helaas moest ik al mijn boeken en speelgoed in Indonesië achter laten, met veel pijn. Het verhaal van Joop van de Berg heeft mij weer eventjes gelukkig gemaakt. Mocht er interesse bestaan voor de enkele exem plaren van het maandblad, dan wil ik deze gaarne afstaan. Jeanne Fransen-Brantz uit Haarlem januari 2008 Moesson #08 januari(2).indd 11

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 11