Sweet Leilani Meubelploeg Landelijke Vereniging INOG Tegenstellingen eigengemaakt. Ik ben een autodidact, ondersteund door collega-kun stenaars en galeriehouders.' In 1950 kwamen Nancy's ouders naar Nedérland. Nancy: 'Mijn vader was militair en wildegraag worden overgeplaatst naar Nieuw-Guinea, waar zich inmiddels het overgrote deel van onze familie had gevestigd.' Bij de soevereiniteitsoverdracht, eind 1949, bestond het Knil uit vijftien duizendEuropeanen, voor het overgrote deel Indische Nederlanders. Na de Ronde Tafel Conferentie werd het Knil in 1950 ontbonden; de militairen werden opgenomen in het nieuwe Indonesische leger, de Koninklijke Landmacht of ontslagen. Nancy's vader werd gestationeerd in Amersfoort en vervolgde zijn militaire loopbaan met het instrueren van tankbemanningen. Nancy: 'Net als zovele lotgenoten bevonden mijn ouders zich ineens in een Hollands landschap. Na een bootreis van vele duizenden kilome ters, met vrijwel niets aan bezittingen. Ze bezaten de inhoud van twee legerkisten, waarvan er één bij aankomst op de kade stuksloeg. Ik ben veel meer gaan begrijpen wat deze overgang voor hen betekent heeft, maar ik besef ook dat hun verleden mij sterk beïnvloed heeft.' Nancy wordt in 1960 geboren in De Bilt. Het zijn vooral de familiever halen en de sfeer in het ouderlijk huis, die haar op jonge leeftijd doen beseffen dat haar ouders 'ergens anders vandaan komen'. Nancy: 'Mijn vader vertelde regelmatig over zijn kinderjaren. Hoe hij met zijn vriendjes in Indië Tarzan speelde in de bossen, na het bekijken van een film van Johnny Weissmuller. En als jong meisje luisterde ik op zondagochtenden naar zijn gitaarspel. Hij zat iets onderuitgezakt op zijn stoel, terwijl hij één voet boven op de kachel had geplaatst. Nummers van Chet Atkins en The Mills Brothers. Het nummer "Sweet Leilani" associeer ik nog steeds met mijn jeugd. Sweet Leilani, Heavenly Flower. I dreamed of paradise for two. You are my paradise completed. You are my dream come true! Nancy's moeder heeft als kind in Tjihapit geïnterneerd gezeten; een woonwijk in Bandoeng-Noord tegen de Grote Postweg aan, waar de Japanners prikkeldraad omheen hadden geplaatst. Haar vader, Nancy's grootvader, was krijgsgevangene en Nancy's grootmoeder zat vast in gevangenis Bantjeuj wegens vermeende activiteiten tegen de Japan ners. Met haar zuster en twee broertjes wist Nancy's moeder, zonder ouderlijke ondersteuning, deze tijd door te komen. In de eindfase van de oorlog werden de kinderen herenigd met hun moeder en onderge bracht in kamp Makassar in Batavia. Nancy: 'Mijn ma vertelde vrij openhartig over haar kampjaren. Nooit met de nadruk op de pijnlijke momenten of het gemis, maar bijvoorbeeld hoe ze als kind met de meubelploeg kasten, tafels en stoelen moest versjouwen, omdat Tjihapit steeds meer mensen moest huisvesten. Mijn vader heeft aan de Pakan Baroe spoorweg gewerkt. Ik heb hem er werkelijk nooit één woord aan horen besteden.' 'De gespreksgroep Naoorlogse Generatie,' ver meldt www.inog.org, 'is bedoeld voor mensen die in contact willen komen met lotgenoten met als doel steun bij elkaar te vinden bij de verwer king van problemen die samenhangen met het oorlogsverleden van de ouders.' De inloopdagen vinden iedere eerste zaterdag van de maand plaats in Wijkcentrum St. Joseph, Minckelerstraat 71/73, 1223 LD in Hilversum. Meer informatie: LV-INOG, Postbus 1534, 1200 BM Hilversum, tel. 035 - 68 39 579, fax 035 - 750 70 71 of www.inog.org Met vriendjes en vriendinnetjes kon Nancy de ervaringen van thuis niet delen. Nancy: 'Hoe moet je dit alles in hemelsnaam vertellen? En als ik het had gedurfd... bestond er dan echte interesse? Zelfs over het Javaanse houtsnijwerk en de schilderijen met berglandschappen in de woonka mer kreeg ik nooit een vraag of opmerking.' In De Bilt groeide Nancy op als een gewoon, weliswaar wat donker gekleurd, Nederlands meisje. 'Ik speelde veel buiten. De Bilt is bosrijk en de kabouterboom, een oude eik met een holte in de stam, was mijn favoriete plek. Op school be hoorde ik tot de populaire kinderen. Met toneel, sport of het voorlezen van een opstel werd ik vaak als eerste gekozen. Toch had ik diep van binnen het gevoel dat ik er niet helemaal bij hoorde of de wereld om mij heen niet helemaal begreep. Dat ik op mijn tenen liep, omdat ik iedereen maar tevreden wilde stellen.' 34 Moesson #08 januari(2).indd 34

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 34