Marinds missionarissen i boeken cd's dvd's sites nieuwtjes Antropoloog Raymond Corbey schreef een fotoboek over de Marind Anim uit Nieuw-Guinea. Daarbij wist hij uniek materiaal uit zendingsar chieven te gebruiken. Bregtje Knaap sprak met hem. Hoe is dit boek tot stand gekomen? Wat maakt dit fotoboek zo bijzonder? Wat fascineert u aan de foto's van de missionarissen? Welke foto spreekt u het meest aan en waarom? DOOI BREGTJE KNAAP In 1905 maakten Nederlandse zendelingen voor het eerst kennis met de Marind Anim aan de zuidwestkust van Nieuw-Guinea. De paters bezagen het 'woeste oervolk' van koppensnellers met een mengeling van verbijstering en fascinatie: 'Het zijn echte mensen, verstandige mensen, met een heerlijke taal, ongeschreven literatuur, smaak voor het goede en het schone', jubelde de één. 'Hoe diep, onpeilbaar diep, de mensen hier gevallen zijn, walgelijk, beesten zijn er nog achtenswaardig bij', schreef een ander vol ontzet ting. Snellen om namen, een prachtig fotoboek van Raymond Corbey met materiaal uit de zendingsarchieven van het Tilburgse Heilig Hart, geeft een uniek kijkje in de wereld van de Marind Anim. 'Toen ik in '89 promoveerde, luidde een van mijn stellingen dat de Nederlandse zendingsarchieven het Eldorado zijn voor antropologisch onderzoek. De archieven bevatten een schat aan historische en volken kundige informatie, die nog niet of nauwelijks onderzocht of gepu bliceerd is. Vanuit mijn antropologische interesse naar de westerse beeldvorming en stereotypering van mensen uit andere culturen, was ik zeer geïnteresseerd in de archieven van de paters in Tilburg. Toen ik daar in ging spitten, kwam ik bijzonder materiaal tegen, zoals de foto's van de Marind die in dit boek gepubliceerd zijn.' 'Ik heb gebruik kunnen maken van uniek bronnenmateriaal: honderden ongepubliceerde foto's, brieven van missionarissen, handgeschreven logboeken van missieposten waarin iedere dag nauwkeurig opge schreven werd wat er gebeurde - dan moet je denken aan extreme gebeurtenissen: dat de paters op hun missiepost zitten en er ineens zeventien Marind thuiskomen met twintig vers gesnelde mensenhoof den bij zich. De paters stonden ambivalent tegenover de Marind: ze hadden grote bewondering voor hen, maar verachtten bepaalde cul turele gebruiken zoals het koppensnellen en de seksuele aspecten van de Marind-rituelen. Mijn boek is wetenschappelijk verantwoord, maar in begrijpelijke taal geschreven. Het gaat over grote kwesties binnen antropologisch onderzoek: intercultureel contact, een stukje koloniale geschiedenis, maar ik benader het biografisch en beschrijf het op het niveau van het individu.' 'Aan de ene kant de Marind zelf: de manier waarop zij leefden en zich kleedden. Aan de andere kant de paters: die vrome mannen in bruine pijen die met de heilige geest communiceren en wijwater sprenkelen zijn minstens zo opmerkelijk als de Marind. Wat me gaandeweg ook boeide was de overeenkomst tussen de Marind en de paters: de paters roepen goddelijke genade over de gelovigen af als ze de heilige com munie uitdelen of het sacrament van het huwelijk implementeren; de Marind roepen eveneens goddelijke zegen over zich af in hun rituelen. Beide draait in feite om iets vergelijkbaars: de circulatie van levens kracht, vruchtbaarheid en goddelijke zegen.' 'De sav-vrouw die terugkomt uit de tuin. Dat vind ik de allermooiste foto. Het is de manier waarop ze je aankijkt. Ze is een oudere vrouw, een wijze vrouw denk ik ook - en als ik nu naar haar kijk dan vermoed ik dat ze in de rouw is. Vanwege de witte klei op haar gezicht. Dat is bij de Marind een teken van rouw. Ze kijkt ook bedroefd. Dat valt me nu voor het eerst op. Gek hè, ik ben twee jaar met dit boek bezig geweest, dan zou je toch denken dat je met elke foto vertrouwd bent geraakt - en toch blijf ik steeds nieuwe dingen ontdekken.' Snellen om namen De Marind Anim van Nieuw Guinea door de ogen van de missionarissen van het Heilig Hart, 1905-1925 KITLV: 136 pag. (paperback) ISBN 978 90 6718 302 4 Prijs: 18,90 Moesson #08 januari(2).indd 4 19-12-2007 12:41:29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 4