In Indonesië wonen nog steeds de zogenoemde warga negara's - Indische Nederlanders die na de soevereiniteitsoverdracht opteerden voor het Indo nesisch staatsburgerschap. Stichting Katanja... inter viewde in Jakarta drie van hen, die ondersteunt wor den door de stichting Halin. Lotsverbondenheid DOOR KATANJA-TJAAL AECKERLIN Ze worden wel eens 'de vergeten groep' genoemd. Ze dragen Europese namen en zijn allen inmiddels zeventig-plus. We hebben het over de Indische Nederlanders die na de soe vereiniteitsoverdracht in 1949 (deels op vrijwil lige basis en deels gedwongen door de situatie toen) opteerden voor het Warga Negara In donesia, het Indonesische staatsburgerschap. Velen raakten, door diverse omstandigheden, in een hulpbehoevende situatie. Halin, de Stichting Hulp aan Landgenoten in Indonesië, ondersteunt sinds 1955 een deel van deze groep, die we warga negara's zijn gaan noemen, met een maandelijkse bijdrage en medische hulp. Hoe vergaat het hen? In een gelegenheid aan de Jalan Kramat Raya in Jakarta, één van de drukste verkeersaders van Jakarta, zitten bekende gezichten aan tafel. Bekend, want er bestaat herkenning, omdat het vijftal qua intonatie, uitstraling en handelingen sterk doet denken aan de eerste generatie in Nederland. Thelma van Blijenburgh, Arthur Camerling, Alice Rachman- Peeters en de gezusters Wilma en Josta Pattinama. De laatste twee geven uitvoering aan de Halin-doelstellingen. Het zou, bij wijze van spreken, om een mini-koempoelan kunnen gaan waar Indo's elkaar op een ongedwon gen manier ontmoeten. Ware het niet dat deze samenkomst een tipje van de sluier van de 'herfstdagen' van een deel van de warga negara's oplicht. Ze zijn oneindig trots en dus stellen zij zich niet op als klagers. Maar gaan deweg het gesprek wordt duidelijk dat zij in een neerwaartse spiraal terecht zijn gekomen. Aan Halin, dat voor zijn werk in belangrijke mate afhankelijk is van donateurs, zijn 880 warga negara's verbonden. Hoeveel warga negara's zich precies in Indonesië bevinden valt moeilijk vast te stellen. Wilma en Josta Pattinama schatten dat het in zijn totaliteit om een paar duizend mensen gaat, waarvan het merendeel woonachtig is op Java. Om onze lotsverbondenheid met deze vergeten groep te begrijpen is het van belang om onze geschiedenis te kennen. Na de soevereiniteitsoverdracht in 1949 kregen de 170.000 nog aanwezige Indische-Nederlan- ders twee jaar de tijd om te beslissen welke nationaliteit zij wensten: de Nederlandse of de Indonesische. Maar weinigen bleken bereid om afstand te doen van het Nederlandse staatsburgerschap. Niet zo vreemd gezien de snel politiserende samenleving, de geringe kansen op de arbeidsmarkt en de vele jaren van zich opstapelende onzekerheden. Gezegd moet worden dat de Nederlandse overheid niet echt op de komst van de Indische repatrianten zat te wachten. Integendeel: er is zelfs sprake geweest van een ontmoedigings beleid. Gevreesd werd voor de exodus van 'Oosters georiënteerde Nederlanders' die maar beter in hun geboorteland konden blijven. februari 2008 41 Moesson #09 febr(1).indd 41 -{g} 22-01-2008 12:39:10

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 41