'Het Indische bewustzijn blijft beperkt tot de pasar malams, waar we saté ajam en tjendol consumeren' Leven en Overleven Ze werd in 1966 in Gresik, een klein plaatsje bij Surabaya, geboren en vertrok een jaar later naar Nederland. Mariska: 'Mijn Indische ouders moesten om veiligheidsredenen Indone sië verlaten ten tijde van de zogenaamde communistenjacht. Mijn va der voelde zich op en top Indonesiër en ook/mijn moeder bezat sterke banden met het land. Ze liet daar haar tevroeg overleden kinderen achter. Hun gedwongen vertrek gooidemun bestaan op zijn kop.' 'De ontworteling uit die vertrouwde wereld maakte dat mijn ouders al hun energie moestenjnletten om een nieuw leven op te bouwen. Voor deverwerktngvan datgene wat ze hadden meegemaakt bestond eenvoudigweg geen ruimte', vertelt Mariska. Mariska's vader kwam te werken als metaalbewerker en haar moe der in een wasserette. Hun diploma's en werkervaring waren hier in Nederland niets waard. 'Het opnieuw beginnen kostte mijn ouders veel kracht. Elke dag weer bevonden ze zich tussen collega's, waarmee ze hun geschiedenis niet konden delen. We worden als Indische gemeen schap wel eens afgeschilderd als de best geassimileerde migranten- groep, maar mijn ouders hebben nooit wezenlijke contacten met Nederlanders opgebouwd. Als kind ging ik elke zaterdag met mijn ouders mee naar de markt in Arnhem. Dan sjokte ik met een boodschappentas vol garnalen, inktvis- jes en groenten achter ze aan. Vaste prik was de toko die aan het plein lag. Daar zag ik mijn ouders weer opfleuren door de gesprekken met andere Indische mensen. Dan bestond er ontspanning', geeft Mariska aan. Het overdragen van 'lading' van een ouder op een kind is ook aan Mariska niet voorbij gegaan. 'Mijn inmiddels overleden vader was een liefdevolle man, maar hij kon niet altijd voorkomen dat hij onbedoeld verdriet en boosheid het gezin binnen bracht. Kwam ik bijvoorbeeld te laat thuis dan kon mijn pa er buiten proporties op reageren. Dat maakte dat ik als kind regelmatig op mijn tenen liep, omdat ik een soort alertheid ontwikkelde.' Aan een muur in haar woonkamer hangt een door haar vader ver vaardigd schilderij. Het werk geeft een beeld van zijn geboorteplek in Zuid-Sulawesi. Elke veeg verf drukt heimwee uit. Indische verlegenheid In haar kindertijd in Velp kon ze zich maar moeilijk spiegelen aan haar 40 moesson Nederlandse leeftijdsgenoten. Ze somt een hele reeks aan voorbeelden op. 'Tijdens de kringgesprekken, op maandagochtenden op school, wist ik niets te vertellen. Mijn leven verschilde sterk met die van mijn klasgenoten. Ik ging niet logeren bij een opa of oma, ik maakte geen fietstochten met mijn ouders en daar waar mijn vrienden tijdens va kanties naar Texel of Spanje vertrokken, bleef ik thuis. Men verklaarde "het stil zijn" als Indische verlegenheid, maar ik zweeg omdat ik niet in staat was om aan de buitenwereld te laten zien wat er werkelijk in mij leefde.' Het niet herkend voelen kreeg enigszins een wending toen ze zich aan sloot bij een korfbalvereniging waar veel Indische kinderen kwamen. Toch ervoer ze, telkens weer, ook in haar latere leven, het onderscheid met haar omgeving. 'Ik deed zo rond mijn twintigste de opleiding Creatieve Therapie. Daar keurde een docent op een gegeven moment een opdracht af, omdat hij het teveel gepriegel, geduldwerk en detail listisch vond. Het moest groter en abstracter. Ik heb het werkstuk in tweeën gescheurd, de randen verbrand en daarna weer samenge voegd. Het verbeeldde een innerlijk conflict tussen aanpassen of dicht bij mezelf blijven.' Ze wijt het bovenstaande aan het feit dat Indische mensen een andersoortige geschiedenis kennen, hoewel ze er ook meteen aan toevoegt dat menig tweede generatiegenoot maar mondjesmaat van dat verleden op de hoogte is. Het Indische bewustzijn blijft beperkt tot de pasar malams, waar we saté ajam en tjendol consumeren. 'Ook van de moeilijke episodes uit het leven van onze ouders weten we onvoldoende. We bezitten vreemd genoeg wel uitgebreide kennis over de oorlogstijd hier in Nederland,' constateert Mariska. Moesson #10 mrt(2).indd 40 26-02-2008

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 40