geldt
'Ja, de
voor iedereen
wet
de voorgalerij
boeken o cd's o dvd's o sites o nieuwtjes
Jan Pieterszoon
Coen door Jacob
Waben, 1629.
Collectie: Westfries
Museum, Hoorn
door Adrienne Zuiderweg
verlangden ze het hoogste rendement van hun investeringen.
Coens voorstellen om hogere salarissen die smokkelhandel
konden voorkomen, of vrijhandel voor producten die de be
langen van de Compagnie niet konden schaden, wezen ze van
de hand. Het botste dan ook vaak tussen de Heren Zeventien
en hun gouverneur-generaal. Dat leverde pittige brieven op.
Deze briefwisselingen liggen aan de basis van Jan Pieterszoon
Coen, bedwinger van Indië dat onlangs is verschenen. Dit boek
wil antwoord geven op de vraag naar de betekenis van Coen
voor de geschiedenis. Die lag volgens schrijfster Joyce Tulkens
in Coens kennis van Indië, organisatorische vermogen, visie,
durf en gave om de Oost-Indische mensen en hun vorsten te
doorgronden.
Tulkens heeft gekozen voor een genre dat ook in de Neder
lands-Indische literatuur opgang doet: fictieve reconstruc
ties. Indertijd legde Nelleke Noordervliet er met Tine of De
Dalen waar het leven woont (1987) de basis voor en onlangs
verscheen van Sophie Zijlstra Mevrouw Couperus. Joyce Tulkens
combineerde de briefwisseling met gefingeerde privépapieren
van Coen. De hoofdpersonen in Jan Pieterszoon Coen stelden
hun leven in dienst van de VOC, verlangend naar eerbaarheid,
liefde en huiselijkheid. Ze pasten zich aan Oost-Indië aan,
maar bleven buitenstaanders, onbegrepen door bestuurders
die slechts aan hun eigen belangen dachten.
Jan Pieterszoon Coen, bedwinger van Indië
door Joyce Tulkens
Kampen: 288 pagina's (paperback)
ISBN 978 90 5977 197 0
Prijs: 19,95
Bewonderd als een visionair mens en tegelijkertijd
afgeschilderd als een massamoordenaar. Dat is het
beeld dat wij van Jan Pietersz Coen, de derde gouver
neur-generaal en stichter van Batavia, hebben. Coens
optreden heeft zowel positief als negatief tot de
verbeelding gesproken. Lijkt de stichting van Bata
via een spannend jongensboek, Banda is een zwarte
bladzijde.
Overtuigd van de goedkeuring van de Heren Zeventien behar
tigde Coen in Oost-Indië de belangen van de VOC. Even snel
overleggen was er niet bij. De brieven waren zo'n jaar onder
weg. In de tussenliggende tijd vertrouwde Coen op zijn kennis
en inzicht. Als een veldheer verdedigde hij de Compagniesbe-
langen tegen engelse of Spaanse handelaren. Als een manager
sloot hij met Javaanse en Molukse vorsten peper-, kruidnagel-
of foeliecontracten af. Hij ventileerde zijn ongenoegen wanneer
de afspraken werden geschonden. Dat deed hij naar de Oost-
Indische handelspartners, maar ook naar de Heren Zeventien in
de Republiek.
Coen handelde vanuit de christelijke overtuiging dat God de
wereld had geordend in gelovigen en heidenen, in vrienden en
vijanden. Als plaatsvervanger van prins Maurits sloot hij vriend
schap met vorsten en handelaren. De Chinese kapitein Bing
Kong werd een persoonlijke vriend. Het VOC-personeel moest
van Coen het goede voorbeeld aan de Javanen en Molukkers
geven. Dat pakte vaak anders uit. Hij vond hen, zoals hij de He
ren Zeventien schreef, 'hooveerdiche, ongeschickte onwetende
idiooten'. Te lui om hun mond open te doen en te kauwen. Zijn
verzoek om vrouwen als echtgenotes voor het VOC-personeel
- 'Wie en weet niet, dat het menselijk geslacht sonder vrou
wen niet bestaan kan', schreef hij eens - naar Batavia over te
brengen, bracht hem niet de gewenste godvruchtige 'Compag
niesdochters'. Het schaamrood steeg hem naar de kaken. 'Hier
te lande', fulmineerde hij 'sijn geen vrouwen noch slavinnen soo
ongeschickt ende ongemaniert als eenige van de dochters'.
Coen eiste dat iedereen zich inzette voor de opbouw van het
Oost-Indisch handelscentrum. De zedeloosheid moest aan ban
den worden gelegd. Zijn huwelijk met Eva Ment was het bewijs
dat men op Hollandse wijze in Batavia kon wonen. Daarom was
hij des duivels toen Sara Specx met haar vriend Pieter Corten-
hoef haar eigen gang ging. Sara, die gedurende haar vaders
verlof in de Republiek bij de familie Coen inwoonde, had zijn
gezin en zijn naam te schande gemaakt, vond Coen, en hij eiste
zelfs de doodstraf.
De Heren Zeventien begrepen vaak niet wat er zich in Oost-
Indië afspeelde. Met hun hand stevig op de portemonnee
Moesson #10 mrt(2).indd 8 {ft} 26-02-2008 16:31:02