Eigen naam eerst
Streetwise
tips@moesson.com
HET
DUBBELE
NAMEN
BOEK
boeken o cd's o dvd's o sites o nieuwtjes de voorgalerij
Van de maan af gezien zyn wy allen even groot,
schreef Multatuli. Kom je dichterbij dan zie je dat
mensen er alles aan doen om zich van elkaar te
onderscheiden. Distinctiegedrag heet dat met
een mooi woord. En geen betere manier om je te
onderscheiden dan door je naam. De interesse voor
naamkunde en genealogie groeit en om aan die
belangstelling tegemoet te komen werd dit boek
samengesteld, waarin naast een lijst met dubbele
namen ook lijsten met Griekse en Latijnse achter
namen zijn opgenomen. Dubbele of samengestelde
namen zijn natuurlijk net iets chiquer dan enkele
namen en, praktisch punt, ze komen ook minder
vaak voor waardoor een boek als dit mogelijk
wordt. Omdat ze minder vaak voorkomen of afwij
ken van doorsnee Nederlandse achternamen zijn ze
bijzonder, stellen de auteurs.
Al dat gedoe met namen en de herkomst of
ouderdom van namen heeft natuurlijk ook iets
potsierlijks. Want waarom zou je trots ontlenen aan
iets waarvoor je zelf geen enkele inspanning hebt
verricht? Je krijgt je familienaam en daar zal je het
mee moeten doen. Maar goed, laten we ons niet
anders voor doen dan we zijn want ook, of juist, in
Indische kring is distinctiedrang geen onbekend
verschijnsel. Al was je in de koloniale tijd nog 'zo
zwart als mijn laars' met een Europese familienaam
had je een andere maat
schappelijke status dan
zonder. In deze tijd vervult
de familienaam nog steeds
dezelfde functie: je kunt je
ermee onderscheiden van
niet-Indische families.
Het dubbele namen boek
geeft een opsomming van
samengestelde Neder
landse familienamen en
richt zich niet specifiek op
Indische familienamen. Al
hebben de auteurs wel Dick Viskers Index van Indi
sche familienamen uit 1983 geraadpleegd - maar
weer niet de aanvullingen uit 1988 en 2002. Wie
zich interesseert voor Indische familienamen zal in
dit boek dan ook niet alles vinden. Maar geen nood.
Een hardnekkige kabar angin wil dat er bij het
Indische Familie Archief hard wordt gewerkt aan
een nieuwe en uitgebreidere uitgave van Indische
familienamen. Dit bijzonder fraai uitgegeven dub
bele namen boek kan daarbij als voorbeeld dienen.
(Mark Loderichs)
lATljNSË EN
GRIEKSE NAMEN
seb
Vechten ontwijk ik. In geval van onraad ren ik weg, tenzij het me lukt
om een kwestie met mijn belager uit te praten ('mijnheer, wilt u me
alstublieft loslaten en mijn portemonnee teruggeven? Het zit name
lijk zo, ik ben eigenlijk helemaal niet zo rijk, maar als u rustig vertelt
waarom u geld nodig heeft, komen we er samen wel uit'). Maar wan
neer ik fervente vechtsporters vraag waarom ze hun spaarzame vrije
uurtjes aan dit noodzakelijk kwaad besteden (en waarvoor eigenlijk?
Hoeveel moet men nog vechten in Nederland tegenwoordig?), blijk
k volgens hen een volkomen verkeerd beeld te hebben van wat
•echtsport inhoudt. Zij stellen: Het is leuk om te doen, het gaat niet
puur om vechten en verdedigen, het is een spel, je kunt het zien als
een dans, een traditie, kunst. Ik zeg: cultus. En dat is na die ene erva
ring met capoeira mijn nieuwe bezwaar.
Capoeira was een aantal jaar geleden plotseling heel hip onder stu
derend welgesteld Nederland. Lekker sporten terwijl je de romantiek
van de Braziliaanse sloppenwijken opsnuift,
iet dat ik weet wat daar romantisch aan is,
en sloppenwijk, maar iedereen die meedeed,
leek enorm streetwise en zelfs antropologie-
studenten zagen er tijdens het uitvoeren van
e ginga opeens aantrekkelijk uit.
e les begon met muziek maken, wat ik
een fijne verrassing vond. Zingen en op de
berimbau spelen, vrede op aard leek me nabij.
Ik kreeg een tamboerijn en de muziek begon.
Als beginneling wilde ik me niet uit het veld
laten slaan en mijn schaamte onderdrukkend,
egon ik enthousiast met het instrument
en contraritme te improviseren. De zaal viel
til. Een meisje legde mij uit: 'Het is de bedoeling dat we allemaal
hetzelfde ritme spelen, zo'. Ze deed iets voor. En ik deed het braaf
na. Niks geen ruimte voor persoonlijke expressie. Ook bij het vecht/
dans-gedeelte bleek alles strak vast te liggen, ook uiteraard vanwege
veiligheidsredenen. Maar toch. Etiquette bij vechtsport. Ik vind het
zo paradoxaal dat het me afstoot.
Dezelfde weerzin overviel me toen ik naar een openbare les jiu jitsu
keek, de Japanse vechtsport waar een vriendinnetje van mij lyrisch
over was. Aan het begin van de les moesten de leerlingen van slecht
naar goed gaan zitten. Vriendinnetje noemde het van 'minder- tot
vergevorderd' en het leek haar niet te deren dat ze er wat eenzaam
bij zat met haar witte band, maar ik vond het zielig.
Vervolgens werd er een soort groet uitgesproken. Deze groet mag
je niet zelf bedenken, het is altijd dezelfde in een taal die niet eens
de jouwe is. (Vriendinnetje was tamelijk trots op deze exotische
taalkennis en gebruikte de groet stiekem bij elke kennismaking. Pas
jaren later begreep ik dat dit wellicht de reden was dat mijn Indische
grootouders haar niet mochten.) Ik vond het allemaal maar fantasie
loos en angstaanjagend.
Natuurlijk wens ik iedereen veel plezier met welke vechtsport dan
ook, maar persoonlijk speel ik liever mijn eigen ritme op de tamboe
rijn.
Het dubbele namen boek
door C.E.G. ten Houte de Lange en A.D. de Jonge
Uitgeverij Balans, 331 pag. (gebonden)
ISBN 978 90 5018879 1
Prijs 34,50
Marscha Holman is 25 en gaat iedere maand op zoek naar het Indi
sche - of toch niet - in zichzelf en anderen.
Foto: Frédérique Vlamings
april 2008
Moesson #10 apr(1).indd 11
25-03-2008 16:40:29