Veel van zijn Hollandse collega-schrijvers vonden hem een vreemde heer. Du Perron hield bijvoorbeeld van Franse ridderromans vol duellerende hoofdpersonen. Hij was gek met de drie musketiers. Hij had ook grote belangstelling voor vechtsporten. Sterker nog, hij had in zijn jeugd fanatiek gebokst. En boksen was toch eigenlijk een wat ordinaire sport. Zeker voor een high-brow schrijver, die hij toch ook was. Zelfs zijn literaire kritiek op het werk van andere schrijvers had vaak het karakter van een vechtsport, met de nadruk op het woord sport. Een soort Pencak silat, vlug, sierlijk en trefzeker bij de afmaker. Meester Cornelis Inderdaad, every inch een Indischman, alleen was dat niet zo maar bij de eerste ontmoeting vast te stellen, want hij afficheerde zich toch ook vaak als Europees intellectueel. Het is duidelijk dat de schrijver tijdens zijn tweede verblijf in Indië (1936-1939) moeiteloos de weg terug vond naar zijn schoolvrienden van vroeger, en dan vooral de djago's onder hen. Du Perron schreef zelf over zijn roots: In ieder geval is het waar dat ik in Holland altijd zo'n beetje de 'lastige vreemdeling' bleef. Dat is eigenlik ook wel logies: mijn ouders waren bijna volbloed Fransen en verder 'koloniaal patriciaat', wat weer iets anders is dan hollandse bourgeoisie. Ik ben atavisties Fransman, qua opvoeding indiese jongen, door taal en sommige gewoonten Hollander. Op het ogenblik weer zo vereuropeest, dat er van de indiese jongen niet veel over is, zeggen sommigen - met wie ik het niet eens ben. Zet mij in een gezelschap echte indiese jongens en na tien minuten hebben ze mij als een der hunnen erkend. Waar voel ik mij thuis, met dat redeloze gevoel van 'dit is mijn omgeving'? Ik weet het nu precies, nu ik, na vijftien jaar rondtrekken in Europa, weer in dit land terug kwam: in de omstreken van Mr Cornelis. 'Een der hunnen'; maar Du Perron deed daar nooit bijzonder over. Het paste gewoon in het patroon van het volledige menszijn. Het had geen kreten nodig zoals brani en brandal-syndroom, dat eens ge bruikt werd om zijn Indischheid aan te tonen. Het is helemaal niet zo vreemd dat W.F. Hermans Du Perron als een rare ziet. Weliswaar een beetje raar, maar ik denk, vooral Indisch, in de uitputtende betekenis van het woord, en daarom zo uniek. januari 2008 29 Moesson #10 apr(1).indd 29 25-03-2008 16:46:17

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 29