Teenager in Twente In februari 1957 kwam ik, aangekomen met de Willem Ruys in Rotterdam, met mijn moeder en twee broers in Enschede terecht. Mijn vader en een oudere broer en zuster waren al eerder in Hengelo. Direct op school zocht ik contact met an dere Indische jongens, omdat ik me met hen verwant voelde. Tempo Doeloe lezers schrijven DOOR VICTOR FAULHABER Hangjongeren Wat ik mij herinner van mijn teenagertijd in Enschede, is dat wij op woensdagen en zondagen elkaar ontmoetten op een vaste plek. Je zou het kunnen vergelijken met wat men tegenwoordig hangjongeren noemt. De plaats van ontmoeting was wel zodanig gekozen dat er geen woningen in de buurt waren, zodat wij omwonenden geen last bezorg den met onze aanwezigheid. Dat is tegenwoordig wel wat anders. Op de woensdagen ('s middags was er geen school en konden wij ons huis werk maken) en zondagen moesten wij om tien uur 's avonds thuis zijn (volgende dag weer naar school); op zaterdagen moesten wij om elf uur 's avonds thuis zijn. Ja, in die tijd was het nog zo dat wij op zaterdag naar school moesten. Was je te laat, dan volgde er straf, zoals een hele week thuisblijven. Versterkingen Met name op de zaterdagavonden kon het wel eens gebeuren dat wij in gevecht raakten met een groep Hollandse jongens. Nooit was er sprake van gebruik van wapens; het gevecht ging met de blote vuist. Vaak wonnen - en dit is geen grootspraak - de Indische jongens het van de Hol landse jongens. Het gevolg hiervan was, dat de Hollandse jongens vaak versterking zochten van Duitse nozems, de zogenoemde 'halbstarken', bij een revanche (of rematch). Als dat het geval was, werd er hulp ingeroe pen van Indische groepen van een ander stadsdeel. Victor Faulhaber organiseerde in 1988 en in 2004 een reü nie voor Indo's uit Twente. Deze waren beiden een succes. Er kwamen respectievelijk 300 en 400 mensen op af. Ook wa ren er (oud-leden van de) rivaliserende bendes van Enschede en Hengelo aanwezig. In plaats van elkaar in de haren te vliegen gebeurde het tegenovergestelde: de vechtersbazen van weleer vielen elkaar gebroederlijk in de armen. Over de vechtpartijen van toen werd nog amper gesproken. Oorlog Ook herinner ik mij - het was in de jaren zeventig - dat er 'oorlog' was tussen de Indische jongens van Enschede en de Indische jongens van Hengelo. De oorzaak van deze oorlog lag in het feit dat een Indisch meisje uit Enschede in Hengelo gesignaleerd was met haar (of een?) vriend - uit Hengelo. Deze oorlog werd beurtelings in Hengelo dan wel in Enschede uitgevochten. Hierbij werd gebruik gemaakt van boksbeugels, ploerten doders, fietskettingen en koppelriemen. De politie van Hengelo en van Enschede zat met de handen in het haar. Uiteindelijk was er, na ongeveer anderhalve maand 'oorlog voeren' een bestand gekomen door tussen komst van met name de politie te Hengelo. De Enschedese groep werd ontbonden op het politiebureau met een handdruk van alle aanwezigen onder elkaar en er was sprake van een 'cease-fire'. Toch dorsten wij nog maandenlang hierna niet op elkaars terrein te komen als het niet strin gent noodzakelijk was. Ook herinner ik het me dat wij ooit eens met de trein naar Den Haag reden om daar de Haagse Indo's te steunen in hun oorlog tegen de Indische jon gens van Scheveningen. Wat de reden van die oorlog was, wisten wij niet, maar het zou mij niets verbazen dat (ook hier) een meisje in het spel was. Wil je ook in deze rubriek komen, schrijf dan een verhaal over een specifieke gebeurtenis of herinnering uit de tijd van vóór de repatriëring. Schrijf rond de 500 woorden en stuur of e-mail dit - samen met bijpassende foto's - naar Moesson. Iedere maand wordt het beste verhaal geselecteerd. Moes son bedankt Victor Faulhaber voor zijn bijdrage. 30 Moesson #10 apr(1).indd 30

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 30