mans)//» - - r brieven vechtsportspecial RE: INDISCHE VERTELKUNST Zeg Martin, je gaat me toch niet vertellen dat je in mijn slaapkamer gluurde toen ik naast jullie woonde in de Commandeursstraat 32. Laat ik het niet merken!!!!! Overigens was het een verrassing jouw verhaal te lezen in Moesson van maart. Toen ik het las dacht ik: eindelijk eens een Indische jon geman die zijn ouders hun verhaal liet vertellen over hun leven in Indië. Jij deed dat zonder kritiek uit te oefenen omtrent hun doen en laten en de manier waarop ze leefden. Met jouw verhaal heb je laten zien dat het niet nodig is om naar de 'Gordel van de Smaragd' te reizen om je ouders te leren kennen. Mijn opinie is dat de 'Gordel van de Smaragd' allang niet meer bestaat en dat vele Indische mensen dat land beter het land een 'living hell' kunnen noemen. Anyway Martin, a wonderful story. Ik hoop dat er meer Indische jon geren dergelijke verhalen vertellen in Moesson, rather than those beating up their parents, with their lack of understanding of their parents and their appreciation of times gone by. Louise Spalding (via e-mail) NIAU In het maartnummer van Moesson op blz. 13, onder 'Nederland herrijst', op de vierde regel van onder staat NIAU. De schrijfster weet niet waar het voor staat. Ik vermoed dat het staat voor 'Nederlands Indische Athletische Unie'. Wij kregen op de hbs/mulo voor bepaalde prestaties op sportgebied zo'n diploma uitgereikt. Ruud Schuller, New Orleans (VS) PERTEMUANS Afgelopen maart plaatste Moesson mijn school foto (1940 - 1941) van de Christelijke Scholenge meenschap Pasar Baroe, Pintoe Air achter het Astoria Theater in het toenmalige Batavia. Een klasgenootje, Carla Carels, reageerde onmid dellijk. Zij bleek in Waddinxveen te wonen, op on geveer 6 km van Moordrecht, mijn woonplaats. Ik ben in 1951 in Nederland gekomen en zij in 1959. Inmiddels hebben we al twee pertemuans achter de rug, waarbij we over van alles en nog wat hebben gesproken en zeer mooie herinneringen ophaalden over tempo doeloe. Dankzij Moesson is er een hernieuwd contact tot stand gekomen en er is een prachtige vriendschap ontstaan, die ook in de toekomst grote waarde zal hebben. Carla Carels, ikzelf, Jane, Nora en Dick Carels. 7? -< a Jane, Frank (woonde in dezelfde straat als ik in Menteng), Nora, ikzelf, Carla Carels. Ahasveros (Nono) Keiluhu, Moordrecht PENCAK SILAT Moesson van april over pencak silat kwam als een aangename verrassing. Zoals zo veel Indo's beoe fen ik deze kunstvorm met veel plezier. Ik voel me dan ook aan mijn stijl verplicht een kleine aanvul ling te geven op het interessante artikel over pencak silat in Indonesië. De naam Merpati Putih kan vertaald worden als 'witte duif' (geen 'witte adelaar'!), maar is oorspronkelijk een acroniem van de Javaanse filosofische spreuk Mersudi pa- titising tindak pusakane titising hening, vrij ver taald 'in stilte streven naar wat juist is'. De stijl is gelieerd aan het hof van Mataram en is pas sinds de jaren '60 toegankelijk voor het grote publiek. Een tweede verrassing in Moesson zijn de frisse columns van Marscha Holman, net als ik derde generatie Indisch. Geef de pen aan ons jongeren en er kunnen leuke dingen uitkomen! Zodra ze over het door haar beschreven vechtsport-trauma heen is mag ze altijd mee komen trainen bij onze gezellige club in Den Haag. Tom Hoogervorst (via e-mail) Wat een geslaagd nummer is de vechtsport special geworden en wat een geweldige cover. En wat een kostelijke foto van de hoofdredacteur in gevecht met haar vader! Wel een puntje van kritiek: waren de gevechten tussen de Indo's en de blanda's in Den Haag niet begonnen rond ca. 1957? Ik weet dat mijn broer Peter niet zonder zijn hockeystick de deur uitging, want 'alleengaande' Indische jongens werden regelmatig aangevallen. Sommigen moesten het vege lijf redden door in een tram of bus te springen. De oorzaak waren de Hollandse meisjes. In groepjes liep ik zelfs hand in hand met hooggeblondeerde meisjes, die met me wilden, maar ik wist niet precies wat ik ermee aanmoest. Op straat werden we door de voorbij gangers aangestaard die zich afvroegen wat die blanke meisjes nu met die blauwen moesten. Ik kan het me nu niet meer voorstellen, maar het is echt gebeurd. Frans Leidelmeijer (via e-mail) NIROM Het artikel van Joop van den Berg in Moesson van februari bracht ook bij mij een herinnering naar boven. Ik was 10 jaar (1940) en kon aardig goed zingen, vond mijn pa. Nu was er bij de NIROM 's avonds om 19.00 uur een kinderuurtje onder leiding van tante Annie. Vader heeft het toen voor elkaar gekregen, dat ik voor de radio bij tante Annie mocht zingen. Ik was doodnerveus, maar ook erg trots. Ik heb toen gezongen van de Vogelverschrikker: Boven in de kerselaar Staat een pop van zessen klaar Als een boeman staat hij daar Boven in die kerselaar. Wijd zijn armen uitgestrekt Staat hij daar. Zijn hoofd bedekt Met een grote vilten hoed. Weet je wat die man daar doet? Er volgt nog een couplet. Misschien voor de vol gende keer? Wie weet nog van dat kinderuurtje van tante Annie? Ik ben benieuwd. J.H. Esselink-Roest, Steenwijk mei 2008 17 Moesson #11 mei(1).indd 17 22-04-2008 10:24:41

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 17