Hoe weet je dat? Tijdens de Japanse bezetting drieëneen half jaar geen Nederlands onderwijs genoten. In 1946 kwam het Nederlands onderwijs weer overeind. Ook in Soera- baja werd het lager en middelbaar on derwijs weer op gang gebracht. jilQ.CLai 1 Tempo Doeloe lezers schrijven DOOR RON SIEGERS Naar mijn mening ging het goed. Voor wat betreft het middelbaar onderwijs, had je weer de keuze uit: de hbs, AMS, MTS (de KES), mulo en de NMS (Nieuwe Middelbare School) die na twee jaar GMS (Gouvernements Middelbare School) werd genoemd. December 1949; het Nederlands onderwijs hield alweer op te bestaan! Immers alles werd Indonesisch. Er werd nog wel een Nederland se concordante hbs gehandhaafd. Wilde je tot die hbs toegelaten worden, dan moest je een verklaring kunnen overleggen dat je vader via zijn werkgever recht had op Europees verlof. Kon je zo'n verklaring niet overleggen, dan had je pech. Wat dan? Eureka! Een aantal Indische jongens had ontdekt dat er op de MTS, voorheen de KES (Koningin Emma School) nog les werd gegeven in het Nederlands. uitgezonden Nederlandse leerkrachten, amper twee jaar in Indonesië, stonden plotseling voor het feit dat ze ook aan Indonesische jongens, die geen woord Nederlands verstonden, les moesten geven. Dit kon dus niet. Dit euvel loste zo'n leraar als volgt op: de les werd eerst in het Nederlands uitgelegd. Er zaten Ambonese en Menadonese jongens in de klas die zo wel het Nederlands als het Indonesisch beheersten. Eén van die jongens mocht dan de les die de leraar net in het Nederlands had verteld, in het Indonesisch uitleggen. Dit systeem van lesgeven stagneerde helaas het lestempo. Als sinjo werd je er soms een beetje bingoeng van! Ik zat op een elektrotechnische afdeling. Daarbij hoorden ook de praktijk lessen. De leraar elektrapraktijk heette De Wolf. Een Indo met een koelit langsep teint. Voor een Indische jongen had hij een markante neus, zo een als van 'n Noord- Amerikaanse indiaan (vond ik). Meestal was hij gekleed in een korte kaki broek met witte kniekousen en een overhemd naar zijn keuze. Zijn slagzin was altijd: 'Hoe weet je dat?' In het praktijklokaal waren aan een wand de elektrische buizen, lasdozen, vERENIGjng E R K UDMAATSCHAPK AART DONATEUR '3 JAN !95f DE. SECRETARIS GEZ. DE VOORZITTER Links voor Max Lapré. Daarachter v.l.n.r. Micky de Lange, Ron Siegers, Middelkoop en Willy Knepper. schakelaar, wandcontactdozen, en fittingen aangebracht. Meneer Wolf gaf ons, de leerlingen, de opdracht welke schakeling we moesten maken. De leidingen moest je zelf aanbrengen. Als leerling kreeg je van meneer de Wolf de indruk dat hij maar een ding in gedachten had, namelijk: zo snel mogelijk naar Holland. Vroeg je: 'Meneer de Wolf, welke schakeling moet ik maken?', dan was zijn antwoord: 'Kijk zelf maar welke je wilt maken.' Dus werden altijd de drie populairste schakelingen gemaakt. We namen het van elkaar over. Het regende daarom (bijna) altijd achten of negens. Was je klaar met je installatie en meldde je dat bij meneer de Wolf, dan was zijn antwoord: 'Hoe weet je dat?' Was er een lamp opgebrand en je meldde dat, dan was zijn antwoord: 'Hoe weet je dat?' Je nam dat maar op de koop toe. Meneer de Wolf had toch maar een ding in zijn hoofd, zo snel mogelijk naar Holland. Volgens mij hadden veel Indische jongens 'hetzelfde ding' in hun hoofd. Meneer de Wolf vertrok op zekere dag naar Holland en nam van ons afscheid. Hij vroeg ons: 'Wanneer gaan jullie?' Ons antwoord: 'Zeer binnenkort.' Meneer de Wolf: 'Hoe weet je dat?' Wil je ook in deze rubriek komen, schrijf dan een verhaal over een specifieke gebeurtenis of herinnering uit de tijd van vóór de repatriëring. Schrijf rond de 500 woorden en stuur of e-mail dit - samen met bijpassende foto's - naar Moesson. Iedere maand wordt het beste verhaal geselecteerd. Moes son bedankt Ron Siegers voor zijn bijdrage. 28 Moesson #11 mei(1).indd 28

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 28