De Pasar Malam Besar in Den Haag viert deze maand haar gouden jubile
um. In vijftig jaar tijd wist stichting Tong Tong de pasar uit te laten groeien
van een driedaagse fancy fair tot het grootste Euraziatische festival ter
wereld. Tjaal Aeckerlin sprak met directrice Ellen Derksen.
Roerige kinderjaren
DOOR DOOR TJAAL AECKERLIN FOTOGRAFIE FRÉDÉRIOUE VLAMINGS
'Majesteit...
wat leuk dat
u nu ook bij
ons bent'
Juist in een tijd waarin etnische en religieuze
tegenstellingen in Nederland de boventoon
lijken te voeren, wil de Pasar Malam Besar de
kracht en de verleidelijkheid van 'cultuurver
menging' benadrukken. De Indische groep
wordt hierbij als lichtend voorbeeld gesteld.
East meets West. West meets East. De Grand
Pasar met circa 140 stands vol sieraden,
kleding en curiosa, het Indonesië paviljoen, de
eetwijk met alle bekende en onbekende lek
kernijen en de theaters vol-geprogrammeerd
met lezingen, voorstellingen en demonstra
ties. We zullen er weer massaal op af komen.
Ellen Derksen, directrice van de Pasar Malam
Besar, was er vanaf het eerste uur bij.
In het kantoorpand van stichting Tong Tong
hangt aan één van de wanden een detailteke
ning van de Pasar Malam Besar. Over enkele
weken zullen de karakteristieke tenten,
die circa twintigduizend vierkante meters
beslaan, weer op het Malieveld verschijnen...
en tienduizenden pasargangers trekken.
Ondanks dit hectische vooruitzicht zit Ellen
Derksen er ontspannen bij.
Ellen werd in 1936 in Den Haag geboren
tijdens een verlofperiode van haar ouders.
Haar Indische moeder en in Duisburg gebo
ren (maar in Nederland opgegroeide) vader
leerden elkaar kennen in Batavia. Haar vader
werkte bij Lindeteves-Stokvis in Soerabaja.
Een bedrijf dat allerhande machinerieën en
smalspoormaterieel leverde aan ondernemin
gen in Nederlands-Indië.
'In mijn eerste drie levensjaren heb ik heel
wat afgereisd. Door de werkzaamheden van
mijn vader kwamen we in Kuala Lumpur en
Penang terecht, toen nog delen van het Britse
rijk. Om ons vervolgens in 1939 in Malang te
vestigen,' vertelt Ellen.
Uit die 'koele bergstad' dateren ook haar
eerste herinneringen. Die zijn op zijn minst
ambivalent te noemen. Ellen: 'Ik hing als kind
aan het eind van de middag, na gebaad te
zijn, over het hekje bij het erf van ons huis. Ik
wachtte mijn vader op, die de gewoonte had
om uit zijn langzaam de oprit inrijdende auto
te stappen. Die aankomst vond ik blijkbaar
spectaculair.'
'Mijn vader verdween plotseling uit mijn
leven, vlak na de Duitse inval in Nederland.
Net zoals zovele anderen met een Duitse ach
tergrond, werd hij opgepakt en geïnterneerd
in de gevangenis van Ngawi in Oost-Java.
Met de dreigende komst van de Japanners
brachten ze mijn vader over naar Brits-Indië.
Duizenden kilometers bij mijn moeder en mij
vandaan.'
Niet lang na de capitulatie van Nederlands-
Indië is ze getuige van de intocht van de Ja
panse troepen in Malang. Ellen verwoordt dit
enerverende moment: 'Mijn moeder werkte
toen in een restaurant aan Kajoetangan.
Alle bewoners, winkeliers en passanten in de
straat moesten de Japanse intocht gadeslaan.
In de laadbakken van trucks zag ik soldaten
die petten droegen, met aan de achterzijde
flappen tegen de zon. Uit de reacties van de
volwassenen maakte ik op dat het niet goed
zat.'
Gedurende de oorlogsjaren kent Ellen
meerdere gebeurtenissen die grote indruk
gemaakt moeten hebben. 'Ik kwam regel
matig door de Djalan Smeroe. Daar lag de
christelijke mulo die door de Kempeitai was
geconfisqueerd. Ik hoorde dat de mensen die
opgepakt werden, in dat grote, grijze pand
verdwenen.'
Ook haar moeder werd een aantal keer
vastgenomen op verdenking van het illegaal
beluisteren van 'buitenlandse' zenders. Die
aanhoudingen waren gebaseerd op geruch
ten, zodat ze, na stevig aan de tand gevoeld
te zijn, weer naar huis kon terugkeren. 'Hoe
wel mijn moeder, zo begreep ik pas later, een
regeling met een vriendin had getroffen om
mij te verzorgen, mocht het toch fout gaan,'
geeft Ellen aan.
Het duurde uiteindelijk tot 1947 voordat de
familie weer herenigd was. 'Maar mijn ouders
konden de draad niet meer oppakken,' meldt
Ellen. 'Het tjotjokte niet meer', voegt ze er
nog aan toe.
mei 2008
59
Moesson #11 mei(1).indd 59