Kg
®W. s UL^!
lijMè* tö"^"
Van steen naar zeil
Kanteling
fUtr
k ^.'.'4*
Moesson #11 mei(1).indd 61
Tjalie Robinson en Mary Brückel-Beiten.
Op een gegeven moment vroegen we ons af:
Hoe komen we aan de financiële middelen om
zo'n kunstkring te realiseren? Er bestonden
in die dagen al vele Indische verenigingen
en fancy fairs. Zo kwam Mary Brückel-Beiten
op het idee van een Pasar Malam. Een Pasar
Malam, zoals wij die hebben gekend in Indië.
Daar presenteerde de handel zich en om
bezoekers te trekken werd er amusement,
cultuur en "eetgelegenheid" aangeboden',
schetst Ellen.
Ze geeft aan dat Nederland, eind jaren vijftig,
leed aan saaiheid. Er bestond nauwelijks gele
genheid tot ontspanning en vertier.
'In de tropen kwam bijvoorbeeld op zonda
gen alles en iedereen in beweging. Sporten,
wandelen, familiebezoek. Hier leek het leven
stil te staan.'
De eerste Pasar Malam vond plaats in de
grote zaal van de Haagse dierentuin. Onder
de fraaie bogen van de zijbalkons werden de
stands opgesteld. De programmaonderdelen
zijn uiteraard sterk gedateerd. Een tombola,
een waarzegster, een katapult- en schiettent
en eetkramen... en optredens van Anneke
Grönloh, Sandra Reemer en de Blue Diamonds.
'We wilden vanaf dat eerste moment vooral
geen exclusief Indisch onderonsje creëren.
Nederlandse belangstellenden waren vanaf
het begin beslist welkom', benadrukt Ellen.
In 1963 verhuisde de Pasar Malam naar de
Houtrusthallen. Van een stedelijke functie
verschoof de rol van het evenement naar een
meer landelijke activiteit. Uit alle windstreken
kwamen bezoekers naar het, toen nog, unieke
gebeuren.
Artiesten als The Padre Twins en The Hot
Jumpers en schrijvers als Fabricius, Breton
de Nijs, Lin Scholte en Buitenweg wisten de
schijnwerpers op zich gericht.
De Pasar Malam was hot, zodat eind jaren zes
tig ook in andere steden dergelijke initiatieven
van de grond kwamen.
Gezien de stijgende belangstelling verruimde
de Pasar Malam haar openingsdagen. Van drie
naar vijf. Van vijf naar zeven en uiteindelijk
van zeven via tien en elf uiteindelijk naar
twaalf. Maar ook aan zaken als sfeer, uitstra
ling en ambiance werd hard gesleuteld.
Met de gemeente Den Haag vonden eind
jaren zeventig veelvuldige gesprekken plaats
rond de vergunningen. De formule van de
Pasar Malam paste niet binnen de ambtelijke
richtlijnen. De openingstijden weken af van de
gangbare regelgeving en de mengeling van
horeca, cultuur, amusement en commercie
bezorgde de ambtenaren hoofdbrekens.
Ellen: 'Het klinkt misschien gek, maar toen
er in de Houtrusthallen alleen nog maar
gesport mocht worden, was dat onze redding.
In die stenen omgeving konden we ons niet
verder ontplooien. We kregen als vervan
gende ruimte de hal van het Congresgebouw
aangeboden, maar dan moesten de eetstands
alle hapjes en maaltijden van de cateraar
afnemen. Toen dachten we: Als ze aan onze
Indische keuken komen, één van de pijlers
toch, dan stopt het.'
Ellen riep uiteindelijk alle standhouders bij
elkaar en vroeg ze om aan een gezamenlijk
avontuur, of liever gezegd waagstuk, op het
Malieveld te beginnen. 'Het is de dertigste
pasar. Het is erop of eronder. Of het is de
laatste, maar dan gaan we in ieder geval met
trots, strijdend ten onder. Of het is een nieuw
begin', liet ze de belanghebbenden weten.
Bij de eerste 'afgeslankte' pasar sprong het
bezoekersaantal omhoog.
Duidelijk is dat de Pasar Malam met het weg
vallen van de eerste generatie het 'bedienen'
van de tweede en derde generatie als belang
rijke aandachtspunten ziet. 'Bij de eerste Pasar
Malams kregen we vooral bezoekers binnen
die voor een belangrijk deel Indië en/of de
jonge republiek Indonesië nog uit de eerste
hand kenden. Zij droegen als vanzelfsprekend
herkenning en erkenning met zich mee.
Tijdens de 45ste Pasar Malam kwam de
koningin op bezoek. Een aantal ouderen
riepen: 'Majesteit. wat leuk dat u nu ook bij
ons bent.' Zij zagen dat toch als een soort
waardering en bevestiging voor wie wij zijn.
Dat ontroerde mij.
Bij de jongere generaties is informatie en
voorlichting van groot belang. Nederland is
een multiculturele samenleving, waarin de
Indische jeugd met tal van 'nationaliteiten'
op school zitten. Zij willen aangeven wat het
Indisch-zijn, op hun eigen manier, voor hen
betekent. Dat is ook de reden waarom we
investeren in jongerenavonden, in interviews
met ouderen, het verhaal van de njai en de
Indische school - waarin de basiskennis over
het Indische heden en verleden aan de orde
komt', verduidelijkt Ellen.
Op de vraag hoe zij de toekomst van de Pasar
Malam ziet, antwoordt Ellen het volgende: 'Ik
denk dat we nog heel wat jaren voort kunnen.
Maar vorm en inhoud zullen altijd aan veran
dering onderhevig zijn.'
Pasar Malam Besar, 21 mei tot en
met 1 juni 2008, Malieveld Den Haag,
www.pasarmaiambesar.ni
of tel: 0900 -7272 762
mei 2008
61
22-04-2008 10:39:10 I