Begin 1900 groeide Johannes van der Steur uit tot één van de markantste Hollanders in Nederlands-Indië. In de ruim vijftig jaar dat hij er leefde, ontfermde deze Haarlemse zendeling zich over duizenden kansarme kinderen die hij onderbracht in zijn wees huis Huize Oranje Nassau. Hein van der Steur, een verre nazaat, reisde af naar het hart van Java, waar Pa van der Steur zijn laatste rustplaats vond. TEKST EN FOTOGRAFIE HEIN VAN DER STEuR Een Steurtje op Java Het lijkt wel feest op de veerboot. Op het passagiersdek klinkt luide Indonesische dansmuziek die alle gesprekken overstemt. De muziek is afkomstig uit een imposante geluidsinstallatie die staat opgesteld bij het cd-kraampje, waarvan de eigenaar tegelijk functioneert als dj. Aan de overzijde van de straat van Bali zijn de groene heuvels van Java al zichtbaar. Na een half uurtje meren we aan in de kleine haven van Ketapang, waar de lange reis begint naar Midden-Java, ooit de woon plek van Johannes van der Steur. De tocht Wie Java via de haven van Ketapang betreedt, komt eigenlijk via de achterdeur binnen. Het is een arme streek en de 100.000 inwoners van de dichtstbijzijnde stad Banyuwangi zouden meer bezoekers ongetwij feld verwelkomen. Maar toeristen zijn schaars en de enkeling die je tegenkomt is op doorreis naar Bali. De poort naar Java ligt nu eenmaal in de hoofdstad van Indonesië en de meeste mensen beginnen, net als vroeger, hun reis dan ook niet aan de oost-, maar de westkant. Aankomstpunt was toen alleen niet Soekarno-Hatta International Air port, maar de haven van Batavia. Een overblijfsel uit die tijd is de oude uitkijk. Deze toren moet ook één van de eerste dingen zijn geweest, die de 27-jarige Johannes van der Steur zag vanaf stoomzeilboot de Conrad toen deze in oktober 1892 de haven naderde. Zoals iedereen die voor het eerst voet zette op Java, moest Johannes wel even wennen aan de vochtige warmte in Batavia. 'Hij had het gevoel dat er een warme deken over hem werd uitgespreid', schrijft biograaf Poldi Carlos in zijn boek Johannes van der Steur, Een Haarlemse diamant in de gordel van Smaragd. Misschien dat het voor Indische begrippen koelere klimaat van Magelang ook een rol speelde, toen Johannes zich daar kort na zijn aankomst vestigde. Johannes viel als een blok voor de schoonheid van Java en voelde zich direct thuis in Magelang. Maar waarom was hij er gekomen, wat zocht hij zo ver van huis? In zijn boek vertelt Poldi Carlos het ontroerende verhaal van een man die al op jonge leeftijd besloot niets liever te willen dan God dienen. Gedreven door een roeping om het 'goede' te doen, ontfermde Johannes zich in de pauperwijken van Haarlem over arme kinderen en gezinnen. Later begon hij samen met zijn goede vriend Gerard Velthuysen met het 'middernachtszendingswerk' in Nederlandse steden. Als pioniers van dit kerkelijke project probeerden ze arbeiders zo ver te krijgen hun schamele loon niet naar de kroeg te brengen, maar naar huis te gaan naar vrouw en kind. Het was echter in 'het gootsteengat' van Europa, zoals het koloniaal werfdepot in Harderwijk in de volksmond heette, waar de jonge Johan nes zijn ware roeping vond. In het verre oosten, daar was zijn hulp pas echt nodig. Lagere militairen konden daar zijn geestelijke leiding goed juli 2008 21 Moesson #1 juli(1).indd 21 24-06-2008 15:36:34 DOCH _MYNWfR( Eff»HBjjSQ

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 21