In de eetzaal van het pension (hotel van Espen). Sin
terklaasfeest. Een waar tumult, want Zwarte Piet heeft
net gestrooid. De kinderen rapen het strooigoed op. Mijn
moeder staat links achter in de hoek te lachen.
De peuter ben ik. Dit was Sinterklaas in 1958 in het hotel. De vrouw die
me draagt heet Miep en werkte in het hotel. Van Nelly, de dochter van de
pensionhoudster die ook in de documentaire voorkomt, hoorde ik dat Miep
en zij samen Sinterklaascadeautjes gingen kopen voor alle kinderen in het
pension. Een typisch Indisch aspect op deze foto is de sapoe lidi die door
Zwarte Piet als roe wordt gebruikt.
ten: Ach, die Indische mensen komen net uit
de Japanse kampen, ze zijn toch niet zoveel
gewend, die zijn met alles blij.'
Hetty: 'We hebben één man geïnterviewd die
daar nog steeds van overtuigd was. Moest ik
hem gaan vertellen dat die mensen daarvoor
ook gewoon een normaal leven hadden.'
Jasper: 'Sterker nog, het is zelfs zo dat in Indië
bijvoorbeeld al lang gebruik werd gemaakt
van geisers om baden te verwarmen, terwijl
dat hier nog nauwelijks bestond. Voor veel
Nederlanders was het normaal om maar
eens per week een beetje te poedelen met
een teiltje halflauw water. Ze snapten dan
ook niet waarom Indische mensen zich wat
dat betreft zo misdadig behandeld voelden.'
Hetty: 'Maar het was aan de andere kant ook
echt zo dat Nederlanders vaak niet wisten
dat men in Indië gewoon in stenen huizen
woonde, auto's en fietsen had, onderwijs
had genoten en bovendien de Nederlandse
taal sprak. Alle repatrianten kregen bijvoor
beeld het boekje Djangan Loepah ofwel:
Niet Vergeten. Dat was een verschrikkelijk
paternalistisch voorlichtingsboekje, ge
schreven door Nederlandse leraressen van
de huishoudschool, waaruit blijkt dat men
er vanuit ging dat dit zou worden gegeven
aan inboorlingen die geen enkele vorm van
beschaving kenden.'
Jasper: 'Staat er zoiets als: In Nederlands-
Indië zijn jullie gewend rijst te eten van
een bananenblad uit het bos, hier eet men
aardappels van een aardewerken bord. Of
het gaat bijvoorbeeld over wie Sinterklaas is.
Alsof men dat niet wist!'
Hetty: 'Nou, ik heb zelfs filmbeelden van een
sinterklaasintocht in Nederlands-Indië van
vóór de oorlog! En natuurlijk zijn er verschil
len, maar wat maakt het ook eigenlijk uit? Dat
gezeur over aardappels van je af schillen, zoals
de Indische mensen doen of naar je toe - de
Nederlandse variant - komt ook steeds naar
voren. Een vrouw merkt in de documentaire
terecht op: "Smaakt die aardappel dan ook
anders als hij naar je toe wordt geschild?"'
Een andere frustratie van de repatrianten
is dat alle opvang tot de laatste cent moest
worden terugbetaald.
Hetty: 'Opvallend is dat veel repatrianten wat
dat betreft vooral de pensionhouders veel
verwijten. Zodra de repatrianten iets gingen
verdienen moesten ze zestig procent van
hun inkomsten afstaan aan de staat voor dat
rottige kamertje. Zij denken dat de pension
houders dus dik aan hen verdiend hebben.
Wij hebben echter kinderen van pension
houders gesproken die zich nog herinneren
dat de staat maar drie gulden vijftig per dag
per persoon aan het pension vergoedde. Als
je dan hoort dat mensen soms driehonderd
vijftig gulden per maand afbetaalden aan de
staat, vragen wij ons af of dat verschil niet
juist door de staat is opgestreken.'
Jasper: 'Desondanks hoor je veel Indische
mensen braaf relativeren: Nederland had
het ook zwaar na de oorlog, het land was
in opbouw. Maar na al die verhalen heb ik
eigenlijk het gevoel dat de opbouw van Ne
derland wel grotendeels gefinancierd is door
het eigen Indische Marshallplan.'
Is hier nooit eerder onderzoek naar gedaan?
Hetty: 'Nee! Niet dat ik weet althans. En in
de film probeer ik ook niet te veel met het
vingertje te wijzen, maar het komt wel uit
voerig aan bod. Er zit ook zoveel verschil in.
Mensen die na 1963 kwamen werd weer veel
meer kwijtgescholden, terwijl bijvoorbeeld
de vader van Frans Leidelmeijer - om maar
iemand te noemen - tot zijn dood de staat
heeft moeten terugbetalen.'
Bijzonder, jullie maken een film over
contractpensions en eigenlijk komt alle
problematiek van de Indische gemeen
schap aan bod.
Hetty: 'Ja, dat was ook de bedoeling. De rode
draad in alle Scarabeefilms is het overleven
in moeilijke omstandigheden, de struggle for
life. Nu laten we de struggle van de Indische
gemeenschap zien: eerst het paradijselijke
leven en dan boem pats, de oorlog, dan de
bevrijding, de proklamasi van Soekarno en
dan weer opeens de bersiap. Vervolgens ko
men we via boot en bus bij de pensions, het
leven in de pensions en ten slotte eindigen
we bij het trauma dat de Indische gemeen
schap van de Nederlanders geen trauma
mocht hebben.
Bovendien wilde ik de lijn doortrekken naar
het huidige asielbeleid waar mensen ook
verplicht moeten inburgeren. We willen laten
zien dat de Nederlandse samenleving een
bepaalde kijk heeft op alles wat van buiten
komt. De Indische Nederlanders hadden al
een Nederlandse achtergrond waardoor ze
veel sneller konden opgaan in de massa. Voor
44 Moesson
Moesson #3 September.indd 44
27-08-2008 14:49:49