Brieven van de lezer Re: De Njai Winterharde pisang Kinderen Plaquette bijgezet Re: Indo wordt van Javaanse adel Ik meeneenmisvatting temoetenrechtzet- ten in de brief 'De Njai' van Harold Charles in de Moesson vanjuli2008, waarin staat dat er geen Indische bevolkingsgroep in Nederlands Oost-Indië bestond. Deze bevolkingsgroep was er wel degelijk. En was zelfs bewust door de toenmalige 'overheid' in het leven geroe pen. Een plan ontstaan uit het brein van een zekere gouverneur-generaal, die een substan tieel aantal Hollanders in de kolonie wenselijk achtte. Later kwam de behoefte aan voldoen- debinnenlandsebestuursambtenarenbij, om het land in het verre Oost-Indië te besturen. Immers, uit Hollandkwam teweinig instroom voor deze specifieke taak. Voorwaarde voor dit planwas dat devadervanhet kind bij denjai Hollander moest zijn. In de vroege tijd een VOC-man van hoog tot laag. De kinderen uit deze 'verbintenissen' waren dan per definitie Toen mijn zus me een paar jaar terug op mijn verjaardag een pisangplantje gaf zei ze: '...en de kweker zegt dattie winterhard is.' Maar dat ging op een toon alsof ze het zelf niet geloofde. Hier op de foto staat hij, of eigenlijk: staan zij, want het zijnerintussen vijfgeworden. Het is dus echt waar; er bestaat een winterharde pi sang! Maar andersdanbijEuropesewinterhar- de planten verdwijnt de pisangplant 's winters volledig. Indelentekomt er eennieuweplant en dan met een jong. Hij wordt ook elk jaar wat groter. Alleonduidelijkheidverdween toen ik eens op bezoek was bij Charley Younge (u weet wel: de flamboyante bamboe-expert in Schellinkhout). Hij heeft er in zijn tuin ook een paar (in pot en te koop) staan. Charley legde uit dat er één soort in de pisangfamilie is, die de Hollandse winter aankan en dat is de Musa basjoo. Alle bananen behoren tot de Musafa- milie. In Nederland verkoopt de tuinder u graag bijvoorbeeld de Musa coccinea. Die blijft zo handig klein, maar moet wel in een verwarmde kamerstaan. G.J. van Lonkhuyzen, via e-mail Nederlands staatsburger en moestenNederlandsworden opgevoed. Dit plan bleek achterafniet voldoende (Indi sche) Nederlanders op te leveren en sinds 1891 werdenalledaaraanwezige Europeanen - en automatisch hun minder jarige nazaten - bij wet (die de volwassenen achteraf op eigen verzoek konden verwerpen) Nederlands staatsburger. Dit alles kan gezien worden als de start van de officieel gedoogde njai. De term Indo of Indo-Europeaan was dus niet alleen een statussymbool, het was meer dan dat. Het was een met visie gecreëerde heuse, groteennuttigebevolkingsgroep(ef- fectief waren zij tweede rang) Nederlanders. En terzijde, ik ga niet gebukt onder de ontstane verholen vorm van discriminatie en ben er als Indo trotsop, dat ik twee culturenin mezelf heb zitten. Ten slotte ben ik het roerend met schrijvereens, dat weallemisplaatstesenti- ment en rancunes over de njai, onze oermoeder overboordmoetengooien.We moetenhaarnu eindelijk eens onbevangen in ons hart sluiten. Ik juich dan ook daarom de uitgave van het boek De njai toe, evenals de daaruit voortvloei ende openbare discussie. Mijn grootmoeder van vaderskant was een ca. 18-jarige njai uit Poelau Nias. Grootvader was over dat gebied anno 1890 civiele gezaghebber. George Welborn, Den Haag Nora Iske I zou graag in I contact wil len komen met deze kinderen, 1 die gefoto grafeerd zijn voor een contractpension. Een van de kinderen is een bekende: Frans Leidelmeijer. Reacties graag aan: Nora IskeKorte Leidsedwarsstraat 179 iv, 1017 RA Amsterdam. Tel.: 020 - 620 78 92 Inhet kader van het 'AustralischeIndië-leven' wilde ik het volgende melden. Op 15 augustus is in Brisbane bij het Indië-monument een pla quette bijgezet voor de burgerslachtoffers. De Nederlandseambassadeur, Niekvan Zutphen en mijn zuster, Gemma van der Griend, heb- The civilian population of th< Dntr.h Fast India? Ende disoereert nie benhet onthuld. Mijn neef stuurde mij mooie foto's van de onthulling. Voor meer foto's: www.memorial.vandergriend.com Lucie Walta-Visser, via e-mail Het unieke feit dat de heer Steenmeijer en zijn echtgenote door de susuhunan van Solo tot de Javaanse adelstand zijn verheven is mijns inziens een geweldig eerbetoon. En tevens een bewijs dat de Indonesiër c.q. Javaan geen rancunes koestert jegens de Indo. Steenmeijer heeft het beheer over de zeven Nederlandse erevelden op Java. Mijn vader ligt op het ere- veld Menteng Pulo te Jakarta begraven, niet ver vanhet graf van generaal Spoor. De erevelden zijn door de Indonesische overheid uit piëteit steeds ongemoeid gelaten, zelfs de Neder landse opschriften staan er nog. Dit is toch een vérgaande tolerantie jegens onze doden zou ik zeggen. Stof tot nadenken voor degenen die bij het woord Indonesisch of Indonesia meteen negatief reageren, zoals onder wie Thea Heesbeen in het augustusnummer. De reactie hierop van Lieneke Bos in het septem bernummer getuigt van de historische realiteit dat Nederlands-Indië niet meer bestaat. In hetzelfde nummer geeft Esmeé de la Breto- nièreeenpositief beeld over Indonesië. Uit haar herkenning van het leven aldaar heeft zij haarIndonesische roots in feite bevestigd. In navolging van Emile Ratelband zeg ik tot slot: 'Ik bengewoon een mens en als ik teveel de nadruk leg op mijn Indische afkomst, dan doe ikmijn Indonesische roots flink tekort.' Harold Charles, Maastricht oktober 2008 23 Mrwaccnn HA Oktnh^r inHH 93 23-nQ.onnft 15-34-54

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 23