'Ze ziet vooral haar sociale positie haar liefde voor Brinkman en de verne deringen die daar het gevolg van waren als de oorzaak van haar ondergang O indische perkara's De moord op Fientje de Feniks vreesde Brinkman dat Aïsa zou gaan praten. Ze moest dus uit de weg worden geruimd. Het lot bezegeld Anders dan bij de Fientje de Feniks-zaak was er nu een getuige die ontegenzeggelijk de waarheid sprak: Söffing. Hij had willen zwijgen, maar toen Brinkman hém de moord in de schoenen begon te schuiven, besloot hij te praten. Brinkmans plan was als volgt. Ze zouden Aïsa wijsmaken dat Schaafsma uit de gevangenis moest worden bevrijd. Daartoe moesten ze de hulp gaan inroepen van een zekere Konings, een gedroste artillerist, die zich schuilhield in een kampong achter Tanah Tinggi, een paar kilometer ten oosten van het Koningsplein. Die zouden ze eerst gaan ophalen, en Aïsa moest mee. Om niet teveel op te vallen, zouden ze langs de spoorlijn lopen die vanaf Meester Cornelis langs de oostkant van Batavia naar de benedenstad liep. Die weg voerde langs een Chinees kerk hof, Sentiong. Dat was volgens Brinkman een ideale plaats om Aïsa van kant te maken. Op de vraag hoe de moord dan zou plaatsvinden, antwoordde Söffing: 'Ja, de een zou haar bij de keel grijpen en wurgen, de andere zou haar daarna die snede toebrengen.' 'Hoe kwam u erbij, deze wijze van doden toe te passen?' 'Volgens Brinkmans ondervinding opgedaan bij Fientje de Feniks, was dit de beste manier.' Door deze woorden was het lot van Brink man in feite al bezegeld. In geuren en kleu ren zette Söffing nu uiteen hoe Aïsa om het Peter van Zonneveld UITGEVERIJ CONSERVE leven was gebracht en hoe ze haar ontkleed hadden achtergelaten, hoe ze haar kleren hadden meegenomen en nog diezelfde nacht verbrand. De moord op Fientje werd nu ook opgehel derd. Een mes was daar niet aan te pas ge komen. Brinkman had Söffing verteld dat hij het meisje had meegenomen naar Palmerah. Daar had hij haar in de tuin van Oemar bij de keel gegrepen, terwijl enige inlanders, die omgekocht waren, de rest hadden gedaan. Bij Aïsa moest nu de slagader worden doorgesneden. Dan zou het gemakkelijker gaan. Uit het verhoor bleek verder nog dat Brinkman cyaankali had willen gebruiken om Raona (uit de Fientje-zaak) om zeep te helpen. Dat was echter niet gelukt. Lichte ogen Brinkman ontkende alles en gaf inderdaad Söffing de schuld. Zijn verklaring was echter uiterst onwaarschijnlijk. Op 14 juni 1915 deed de rechtbank uitspraak. Beiden werden schuldig bevonden aan moord. Söffing kreeg twintig jaar tuchthuis. Brinkman kreeg de doodstraf. Bleek maar kalm hoorde hij het vonnis aan. In de gevangenis kreeg hij het echter te kwaad, toen het tot hem doordrong dat hij echt zou worden opgeknoopt. Hij werd bijna gek van angst, klampte iedereen aan om hem te helpen. Hij vond dat je een Europeaan toch niet aan de galg kon laten sterven. De nacht voor de terechtstelling heeft hij zich in zijn cel van het leven beroofd Wie meer over deze kwestie wil weten ver wijs ik graag naar mijn boekje De moord op Fientje de Feniks. Een Indische tragedie (1992), want daar wordt het hele verhaal uitvoerig uit de doeken gedaan. Slechts antiquarisch verkrijgbaar. door een laken aan de tralies vast te maken, dat als een strop om zijn hals te knopen en van zijn bed te springen. Deze langdurige geschiedenis werd door de jonge Du Perron op de voet gevolgd. Hij had diep medelijden met Fientje en zou Brink man persoonlijk hebben willen vermoorden. Het hele gebeuren moet hij in de jaren dertig uit zijn hoofd hebben opgetekend in Parijs, toen hij Het land van herkomst schreef, want sommige details kloppen niet, maar de grote lijnen zijn juist. Tijdens het proces, en ook nog lang daarna, werd Fientje afgeschilderd als een slechte vrouw, een prostituée, die haar lot eigenlijk aan zichzelf te wijten had. In feite was ze vooral het slachtoffer van de omstandigheden. De schrijfster Lin Scholte heeft het voor haar opgenomen. In de roman Fientje de Feniks weet ze zich heel goed in Fientjes leefwereld te verplaatsen. Ze ziet vooral haar sociale positie, haar liefde voor Brinkman en de vernederingen die daar het gevolg van waren, als de oorzaak van haar ondergang. Het boek is pas vorig jaar gepubliceerd in haar Verzamelde romans en verhalen, bezorgd door Vilan van de Loo. Na bijna een eeuw is er dan eindelijk eerherstel voor het twintigjarige meisje wier lot zoveel gemoederen in beweging heeft gebracht. Rob Nieuwenhuys vertelde mij eens dat hij in de jaren zestig in contact was gekomen met een oude Indische dame, die een zus van Fientje bleek te zijn. De achternaam had haar vader of grootvader aangenomen omdat hij in aanraking met justitie was geweest en een nieuw leven had willen beginnen. Daarom had hij zich De Feniks genoemd. De oude vrouw had ook Brinkman persoonlijk gekend. Dat was een Indo met heel lichte ogen, had ze verteld. Ze had nog meer gezegd, maar dat wist Rob Nieuwenhuys niet meer. 28 Moesson Een Indische tragedie Moesson #4 Oktober.indd 28 23-09-2008 15:35:35

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 28