m 'Ais gedwee Indisch meisje moest Surinaamse charmeurs.' ze eigenlijk niets hebben van die vreselijke ze uit een islamitisch gezin komt, leeft ze er nog meer naar dan ik. Voor ons huwelijk is ze bekeerd en dat gaf me het vertrouwen om met haar verder te gaan. Zelf heeft ze ook ontzettend veel meegemaakt.' Toen Hans alles weer op een rijtje had, ging hij werken voor Staatsolie. 'En dan kent iedereen je ineens weer, weg anonimiteit.' De meidenclub Lassie Jessurun is hier al het langst. Ze was pas twintig toen ze in 1947 met de M.S. Bloemfontein hier aankwam. 'Samen met de Surinaamse schutters, die in Indië hadden gediend.' Meteen op die eerste avond, tijdens een feestje, leerde ze haar man kennen. Las sie was lange tijd het enige Indische meisje. 'In de jaren vijftig en zestig kwamen de anderen. De Vereniging Oud-Indisch Gasten (VOIG) werd opgericht. De meesten zijn weg getrokken in de moeilijke periodes; vlak na de onafhankelijkheid en in de tijd van Desi Bouterse. Voor die tijd had iedereen het goed, het leven was fijn.' 'Nee, het is nog steeds fijn!', roept Willy, inmiddels alweer bijna twintig jaar in Suri name. Ze geniet van het heerlijke klimaat, de tropische vruchten en het buitenleven. 'Het eten is dan wel anders, maar zelf koken we Indisch.' Op zondag gaat ze graag naar de Saoena markt, voor de Javaanse lekkernijen en de 'ngomongé djowo'. Willy is opgegroeid op het Javaanse platteland. Ze wordt wel eens uitgenodigd voor een selamatan. 'Met brekat! Dan zie je die Javaanse gewoontes weer terug. Ook al zijn de twee landen in veel opzichten niet met elkaar te vergelijken, toch noem ik Suriname altijd klein Indonesië.' Volgens Maryati is er ook veel herkenning: 'Sommige plaatsen lijken op dorpen in Indonesië dertig, veertig jaar geleden. Ik voel me hier echt thuis. Omdat men hier Neder- 42 Moesson Moesson #5 November.indd 42 -f®4 29-10-2008 11:52:40 Sinds zijn ouders kort na elkaar overleden, zet hij hun levenswerk voort: het kindertehuis. Ik tref een gezellige vriendinnenclub aan wanneer ik kennismaak met 'de meiden' Ilse Blik-Nijvenheim, Willy Gardeslen-de Boo, Maryati Groeneveld-Martin, Ingeborg van Ommeren-Gaedtgens en Lassie Jessurun- Veekman. Er wordt een taal gesproken, die je niet verwacht in Suriname. Geen Surinaams- Nederlands, maar Nederlands met een licht Indisch accent en een hoop Maleise woorden erdoorheen getjampoert. De meesten gaan jaarlijks naar Nederland, al dan niet om de Pasar Malam Besar te bezoeken. Ilse, ook net weer terug uit Nederland, zegt: 'Men weet daar nog steeds niet wat dat inhoudt: Indi sche Nederlanders.' Dat vindt ze vervelend. 'En het beeld dat ze van Suriname hebben klopt ook totaal niet.'

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2008 | | pagina 42