Een klein januari 2009 31 mijn opvoeding kwamen de woorden 'po litie' en 'Edu' menigmaal voor als afschrik wekkend voorbeeld. Ze veroorzaakten een lichte siddering. Wanneer ik rondstruinde en in de verte een politieman zag aanko men, versnelde mijn hartslag. Ik durfde mijn route gewoonweg niet te wijzigen uit angst dat ik me zodoende verdacht maakte. Was hij mij op een paar meter genaderd, dan kreeg ik knikkende knieën en keek strak voor mij uit. Zelfs wanneer de diender mij passeerde zonder aandacht aan mij geschonken te hebben, bleef de spanning nog lange tijd aanwezig. Jozef, Malang 1929 Allemaal nog een voorspoedig 2009! Ook namens Boet. Al vindt die pessimist dat er weinig goeds voor ons in het verschiet ligt. Boet heeft een fikse kater overgehouden aan al die omvallende banken en verschrom pelende aandelen, dat is wel duidelijk. Hij moppert zelfs dat het totaal geen zin heeft om vooruit te blikken. Kun je net zo goed koffiedik kijken, daar is ook nog nooit iemand wijzer van geworden. Wel van goed achterom kijken, want daar kun je veel narigheid mee voorkomen. Als je tenminste bereid bent lering te trekken uit wat je ziet. Want daar zit 'em de kneep, dat doen we niet. Wie denkt er nu nog aan de grote recessie, toen de topmannen bij bosjes van wolkenkrabbers en brugleuningen sprongen en de werklozen in kilometerslange rijen bij de gaarkeukens stonden voor een bordje soep? Die ellende hebben we achter ons gelaten om onder het motto 'leef nu en betaal later' een rijke reus te creëren die nu op z'n lemen voeten staat te wankelen als een bezopen kerel. Aldus Boet. Maar volgens hem is er gelukkig ook een klein lichtpuntje. Onze regering weet van geen wijken, die haalt zonder blikken of blozen miljarden euro's tevoorschijn en leent ze aan de op apegapen liggende instellingen. Zitten die weer gebeiteld. Nadeel is wel dat de topmannen geen bonus krijgen, maar daar staat tegenover dat ze niet hoeven te springen. Waar Boet en ik ook wel wat van verwachten, is het vorig jaar door het ministerie van VWS genomen besluit om iets te doen aan de hier heersende onwetendheid over oorzaken en gevolgen van WOII in Indië. Een 'beter- laat-dan-nooit initiatief' dat deze zomer zijn beslag vindt in de presentatie van een Indisch Herinneringscentrum in Bronbeek te Arnhem. Zoiets verwarmt het oude vete- poirrié's perikelen ranenhart, temeer omdat de te ontplooien activiteiten ondersteund worden door educatieve projecten voor onderwijs aan de jeugd. Komt er toch nog wat terug van ons (ook) in het onderwijs jarenlang verdonker maand verleden. Zomer vorig jaar ben ik trouwens naar de pasar malam op het landgoed Bronbeek geweest. Als aartsvader van de familie, in de voorste auto, naast de chauffeur. Heerlijk, als je zo beschermd en gefêteerd wordt: opa hoeft niks, mag alles, ook de entree betalen. Was echt grandioos, zelfs ons achterklein zoontje Sef vermaakte zich kostelijk. Die bleef rondrennen en vond alles wat er aan exotica rondliep en tentoongesteld werd prachtig. Zelf heb ik nog een tijdje bij het Knil-gedenkteken staan mijmeren. Vanwege de twee bijna levensechte soldatenfiguren. Gestoken in vooroorlogs tenue, de kuiten omwikkelt met puttees en het hoofd getooid met de bekende bamboehoed, staan die daar aan weerszijden van de gedenkplaat. De ene met karabijn en getrokken klewang, de andere met de bajonet op het geweer. In die perfect getroffen beelden van de Europese en de inheemse soldaat kan ik moeiteloos pa en al die andere mannen herkennen, die on losmakelijk met mijn jeugd zijn verbonden. Op Bronbeek is er inmiddels veel veranderd. Echte 'kolonialen' zie je niet meer door de parktuin wandelen. Wel tref je er replica's van enkele Indische oorlogsmonumenten. Die komen daar volledig tot hun recht. Vooral straks, als onze 'WO II geschiedenis' vanuit het Indisch Herinneringscentrum Bronbeek breed wordt uitgedragen. Zit er dit jaar toch iets moois aan te komen. 17-12-2008 17'20'32 Moesson #7 Januari indd 31 Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 31