'Ik ben nooit zo'n schildersbeest geweest als bijvoorbeeld Peter Klashorst of Rob Scholte' O interview 'Nou, ik heb een Indische moeder.' 'Oooh', zeggen ze dan, 'Een Indonesische moeder?' 'Nee, een Indische moeder.' 'Oooh uit India?' En dan denk ik: wat ben jij eigenlijk meer dan stupide.' Wat kan jou nou schelen wat stomkoppen vinden? 'Je hoort het gewoon te weten; het is toch een onder deel van de vaderlandse geschiedenis. Toch denk ik dat de eerste generatie, zoals mijn moeder of jouw ouders op een bepaalde manier getraumatiseerd geweest moeten zijn. Dat kan toch niet anders.' Maar wat merkte je dan aan je moeder? 'Nou, eigenlijk niets. Maar dat is eigenlijk niet goed. Ze hadden daar wat chagrijniger over moeten zijn. Het was altijd maar: Waar de blanke top der duinen en Wien Neêrlands bloed in d'aders vloeit. Niks Neêr- lands bloed! Chagrijnig zijn! We hebben de kant van Nederland gekozen en werden hier nota bene in een rotpositie gestopt. Ik ben pas in 1962 geboren en toen was het ergste leed al geleden, maar ik weet zeker dat het heel moeilijk voor iedereen geweest is. Mijn grootvader is overleden aan zijn verdriet. Al in 1950. Hij had natuurlijk in het kamp gezeten en daar trauma op trauma gestapeld en dan hup, vanuit het kamp opeens naar Den Haag. Daar zat hij dan in een buitenwijk. Hoe vervelend moet dat zijn geweest. Het is allemaal zo weggestopt.' 'Op mijn 22ste heb ik een lange reis gemaakt door Indo nesië; ik had net zo goed door Gambia kunnen reizen. Het enige wat ik herkende was het eten. Het is gewoon een totaal ander volk. Ik had geen enkele aansluiting. De sentimentele verhalen van mijn moeder vind je daar helemaal niet terug. Neem bijvoorbeeld Bandung. Ik heb foto's uit mijn moeders album met allemaal lanen, prachtige mensen in het wit gekleed die achter een witte vleugel zitten, of aan het badmintonnen zijn. Nou, Bandung is een verschrikkelijke stinkstad geworden. Iedereen op en in tweetakt scootertjes en vrachtwagen tjes. Miljoenen mensen die over elkaar heen krioelen. Ongelooflijk veel drugsproblemen en gigantische hoe veelheden radicale moslims. Streng, gesluierd, bloedge- slagen fanatiek. Maar het is er vooral vol.' 'Mijn moeder was altijd ontzettend trots op mij en mijn zusje Lucy. Mijn moeder is vier jaar geleden over leden. Ze kon bij wijze van spreken enthousiast zijn over elke drol die ik gedraaid had. Als je dat meekrijgt, dan durf je wat en dat geeft je een voorsprong. Terwijl ze best bij sommige beslissingen die ik nam vraag tekens had kunnen zetten. Ik had een warm bad, dat 12 Moesson Moesson #8 Februari.indd 12 is prettig voor een kind. Dat probeer ik ook aan mijn kinderen door te geven.' Architecten zijn... Ik vind het zo'n macho beroep. 'Ja, dat is het ook. Omdat je ongelooflijk veel vijan den hebt in een bouwtraject. Dat begint al met je opdrachtgever. Als eerste word je gecontracteerd en je opdrachtgever heeft eigenlijk geen idee van wat hij van je kan verwachten. Je maakt een afspraak over geld, maar ze weten niet wat ze daar eigenlijk voor kopen. Ik weet wél wat ik verkoop. Dat is altijd een hele onhandige onderhandeling. Je hoort: Kan het niet voor wat minder? Dat kan wel, maar dan doe ik ook minder. Kijk, iets tekenen of ontwerpen is vaak niet genoeg. Je moet mensen, overheden en financiers ook kunnen overtuigen. Als architect ben je gewoon de baas. Punt uit. In die zin heeft Prast-Hooft een bevoorrechte posi tie, want ons bureau is klein. Ik heb Herman Prast als partner en verder is iedereen een freelancer. Daardoor worden we niet al te afhankelijk en ons succes facili- teert vrijheid.' Het lijkt me toch zo'n onderdanige positie om af hankelijk te zijn van de opdrachtgever. Jij bent toch als kunstenaar je carrière begonnen? 'Onderdanig? Ik word netjes voor mijn werk betaald. Nou ja, tot een bepaalde hoogte, dat is het grote verschil tussen architectuur en beeldende kunst. Bij Gerda Stins (l), de moeder van Ronald, en Lucie Stins, de tante van Ronald. Bandoeng, jaren veertig. 27-01-2009 13:21:03

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 12