'De proporties die het zedenschandaal aan had genomen verontrustte het l gouvernement sterk de rechter, een twintigtal mannen werd na enige maanden voorarrest buiten vervolging gesteld of vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De rest werd veroordeeld tot vrijheidsstraffen variërend van twee maan den tot twee jaar. De meeste aangehouden katjongs verdwenen voor enige tijd uit het straatbeeld. De ex-resident van Batavia kreeg een relatief lichte straf van acht maanden, maar zijn ontslag werd gewijzigd in oneervol, hetgeen verlies van pensioen betekende. Aiilttflnt'HiildantBn Bij de overheid is geen bewijs te vinden dat men een bepaalde vooropzet had. Wel zullen de procureur-generaal Marcella en waarnemend officier van justitie De la Parra ongetwijfeld na de arrestatie van Van E. en de vondst van diens correspondentie beseft hebben welke mogelijkheden een dergelijke zaak kon hebben om 'naam te maken'. Mythevorming Na de Tweede Wereldoorlog ontstond binnen de langzaam ontluikende homosubcultuur een zekere mythevorming rond het opzien barende zedenschandaal. Als mogelijke aanstichters werden genoemd: de Neder lands-Indische pers (Zentgraaff), de NSB en de koloniale overheid. De pers stortte zich er inderdaad met over gave op, maar dat gebeurde met elke pittige zaak en Zentgraaff nam altijd het voortouw in morele verontwaardiging. Het kwam hem hooguit goed uit de aandacht af te leiden van een voor hem slecht afgelopen hooglo pende en venijnige discussie met de schrijver E. du Perron. De Indische NSB zou een sfeer van onze kerheid hebben willen scheppen om een staatsgreep mogelijk te maken. In de stukken ontbreekt echter elke aanwijzingen, zij het dat PG Marcella op de abonneelijst van het NSB-blad Het Licht bleek te staan en zijn echtgenote lid van de NSB was. Moesson #8 Februari.indd 29 De eigenlijke verklaring moet worden gezocht in een samenloop van omstandighe den. De positie van de Europeanen in de kolo niale samenleving berustte sterk op prestige en het gezag, dat men gauw bedreigd zag. Homoseksuele vriendenclubs die sociaal gezien ongewenst geachte contacten onder hielden met de inheemse bevolking waren zo'n bedreiging. Er was juist in deze periode meer aandacht voor 'homoseksuele ontucht', hetgeen resulteerde in één arrestatie, waar bij onverwacht veel materiaal werd gevon den. Het overijverige optreden van politie en justitie en de gebruikelijke verontwaardigde en uitgebreide aandacht van de pers leidde binnen een 'overspannen gemeenschap' tot een explosie van angstgevoelens en haat. Daarna keerde verrassend snel de rust weer terug. De proporties die het zedenschandaal aan had genomen verontrustte het gouver nement sterk en men heeft een zo snel en geruisloos mogelijk einde gemaakt aan deze duidelijk uit de hand gelopen affaire. Voor de betrokkenen een trieste en ingrijpende periode. In de geschiedenis van Nederlands- Indië echter niet meer dan een, zij het wel zeer typerend, koloniaal incident. februari 2009 29 27-01-2009 13:22:31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 29