'1n die beginperiode was er vrijwel niets te krijgen aan In dische ingrediënten. ik gebruikte in plaats van rijst, parekgort. Bami was er niet, die maakte ik zelfvan water en portret vader ving ons op, zij woonde in Hoorn. Daar was het meteen "pinda pinda". En "dub bele bonnenvreters". Toen wij in Nederland aankwamen, werd er nog gewerkt met een bonnensysteem. Wij kregen dubbele bonnen, omdat mijn vader en mijn broer moesten herstellen van de oorlog. En ook al moesten we die bonnen delen met het gezin van mijn tante, het werd door de Nederlanders niet bepaald gewaardeerd. Mijn vader ging werken als klerk zonder vooruitzichten zoals dat heette. Hij verdiende heel weinig. Niet lang daarna werd bij mijn moeder tubercu lose geconstateerd. Ze moest het sanatorium in, waarna ik als oudste dochter voor vier broers en mijn vader moest zorgen. Gelukkig kon ik aardig koken. Als klein kind al zat ik vaak bij de kokkie en dan vroeg ik haar: leer mij dit maken, leer mij dat maken. Dan kreeg ik een pannetje en dan gaf ze me aanwijzin gen: nu moet je dit erin doen, en nu dat. In Nederland kookte ik zo goed als ik kon. In die beginperiode was er vrijwel niets te krijgen aan Indische ingrediënten. Ik gebruikte in plaats van rijst, parelgort. Bami was er niet, die maakte ik zelf van water en bloem. Dat rolde ik uit en dan sneed ik er met de hand sliertjes van. Vreselijk veel werk was dat, ik moet er nu niet meer aan denken. Het was een zware tijd. Op een gegeven moment kon ik het op school niet meer bolwerken en bezocht ik alleen nog in de avond de han delsschool. Goed beschouwd heb ik eigenlijk SPANDERSHOEVE Bussumergrintweg 46 1217 BS Hilversum t. 035 - 621 11 30 www.spandershoeve.nl 44 Moesson Moesson #8 Februari.indd 44 27-01-2009 13:24:29

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 44