Etie van Rees (1890-1973)
door Frans Leidelmeijer
9
Frans Leidelmeijer
bespreekt iedere maand een
kunstobject dat ontstaan is
uit Europese en Indische
kruisbestuiving.
Ze werd geboren in Nederlands-Indië en
kwam uit een gegoede Indo-Europese fami
lie. Zoals gebruikelijk in die kringen, werd Etie
als 13-jarig meisje voor haar schoolopleiding
naar Nederland gestuurd. Haar ambitie was
om een tekenopleiding te volgen, zeer tegen
de zin van haar moeder. Na in Lausanne op
een kostschool te hebben gezeten, kreeg ze
bij terugkomst in Nederland als twintigjarige
vrouw lessen van de Haagse kunstenaar
Bernard Schregel. Maar niet voor lang. Haar
ouders riepen haar terug naar Indië, want er
moest getrouwd worden.
Tijdens haar huwelijk bleef ze schilderen
en grafiek maken. Het huwelijk hield geen
stand; ze verhuisde naar Wassenaar. Daar
had ze een huis met atelier laten bouwen om
er met haar kinderen en een nicht - tevens
haar beste vriendin - te gaan wonen. Die
nicht bestierde het huishouden zodat Etie
haar handen vrij had om zich op de schilder
kunst te storten. En met succes, ze exposeer
de regelmatig.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd door
een bombardement haar rechteroog onher
stelbaar beschadigd. Deze handicap en het
feit dat haar nicht door ziekte hulpbehoe
vend werd, bracht haar ertoe om zich op het
minder bewerkelijke boetseren toe te gaan
leggen. Die ommezwaai beviel haar goed.
Aanvankelijk maakte ze kleine dierfiguren
die ze boven de potkachel afbakte of aan
ijzerdraadjes in de kachel hing. Nadat ze
iO
c
Vuurlandse Paradehoen, polychrome
tegel, aardewerk, glazuur. Instituut Col
lectie Nederland Rijswijk/Amsterdam.
In langdurig bruikleen aan Museum
Boijmans van Beuningen.
midden jaren vijftig een elektrische oven
had aangeschaft, kon ze ook grotere beelden
maken.
Haar grote doorbraak als keramiste was de
reizende tentoonstelling Mens en Dier, waar
120 keramische plastieken en getekende
schetsen te zien waren. Ze kreeg lovende
kritieken en vanuit het hele land werden
bestellingen geplaatst. Vooral met haar grap
pige en aandoenlijke dierfiguren heeft Van
Rees naam gemaakt. Het zijn fantasiedieren
met opmerkelijke namen als 'Het louche Ma
liepaard' of 'Verschrikte witte bladmeesvaas'.
Van Rees neemt in Nederland als keramiste
een bijzondere plaats in. Zij was een van de
eersten die in de jaren zestig weer kerami
sche plastieken maakte. In haar werk paste
ze vaak abstracte motieven toe die afgeleid
zijn van Javaanse en Balinese kunst maar ook
van precolumbiaanse en Indiaanse kunst. Zo
lijken de abstracte motieven op deze reliëf
tegel met de sprekende naam 'Vuurlandse
Paradehoen' veel op Javaanse batikpatronen.
Etie van Rees bleef tot haar 83ste actief als
keramiste en veel van haar werk bevindt zich
thans in particuliere en openbare collecties.
Met dank aan Fransje Kuyvenhoven van Insti
tuut Collectie Nederland
maart 2009 17
Moesson #9 Maart.indd 17
24-02-2009 14:26:21