Perkara Boon m 1 'Er bestaat alle reden om te geloovendat zijn vlucht gelukt is indische perkara De familie Boon was een bekende naam in de zakenwereld van Padang. Ze bezat ver schillende handelshuizen en alles leek voor de wind te gaan. Tot de malaise van rond 1900. De twee broers Boon kregen met een faillissement te maken. Waar Jasper Boon zich netjes bij justitie meldde, nam Clemens Boon - om zijn gezin met een beetje ver mogen achter te kunnen laten - de benen. Kleindochter Olga Crijns-Boon vertelt. TEKST FOTOGRAFIE OLGA CRIJNS-BOON Nooit heb ik geweten dat mijn opa Clemens- Boon in de gevangenis heeft gezeten. Ik kwam erachter toen ik zelf in Padang het archief doorzocht. Opa Clemens werd in Batavia geboren, als oudste zoon van Jacobus Boon. Een voorteken Het ging de familie Boon goed, hun zaak, de firma Boon In 't Veld, was een van de grootste en oudste van Padang. Het gezin Boon kreeg 10 kinderen, waarvan er 3 jong stierven. De jongens werden voor hun opvoeding naar Nederland gestuurd waarna ze weer terug in Indië zich met hun toekomst moesten be zighouden. Mijn opa Clemens en zijn jongste broer Jasper gingen in de handel. Clemens zette het bedrijf Boon Schlüter op, een im- en exporthandel in van alles en nog wat. Jasper, de jongste broer, nam de zaak van zijn vader over. Clemens kreeg bovendien de eer om viceconsul van de Verenigde Staten in Padang te worden. Normaal een functie die alleen Amerikanen ten deel valt, maar die waren er nu eenmaal niet in Padang. Voor deze promotie werd door de familie Boon een groot tuinfeest gehouden. Iedereen moest verkleed verschijnen, ook mijn vader en zijn zus Hedwig. Vlak voor het feest brak er echter een grote brand uit in het pakhuis van opa. Binnen enkele uren lag een groot deel van de handelskade en het Chinese Kamp in de as. Oma bepaalde dat het feest toch doorging. De kinderen waren ontzet, maar het tuinfeest ging door... Klassejustitie De handelszaak werd op een andere locatie voortgezet. Na een vruchtbaar aantal jaren dienden zich slechtere tijden aan in Padang. Zaken gingen failliet, de koffiehandel stortte in, huizenprijzen kelderden, niemand was meer zeker van zijn inkomen. Deze malaise trof ook de broers Clemens en Jasper. In juni 1897 vertrok Jasper spoorslags naar Batavia. Hij was behalve eigenaar van een handels huis ook agent van de Hongkong Shanghai Corporation. In Padang werd er gemompeld dat Jasper wel niet zou terugkeren en zijn fortuin vast elders zou zoeken. Blijkbaar toen een normale gang van zaken. De volgende dag kwam Jasper toch weer terug. Hij had een akkoord gesloten met de bank. Blijk baar was het krediet te veel opgelopen. Na jaren van een dreigend faillissement kwam het dan toch tot een liquidatie. Zijn zwager Pieter Jacobus van Houten, eigenaar van de firma van Houten Steffan en Co. had hem met een grote som geld geholpen. Toch bleef een juridische procedure niet uit. Jasper werd eerst tot zes maanden veroordeeld, in hoger 24 Moesson Moesson #9 Maart.indd 24 24-02-2009 14:27:21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 24