0 indische perkara
(s0ED.jNDIËf
Bovenstaand bericht was reeds gezet, toen
ons medegedeeld werd, dat de heer Clemens
Boon in het Paja-Combosche gevat is en
heden namiddag, na een verhoor voor den
officier van Justitie, naar 's lands gevangenis
alhier overgebracht is.
Op 24 augustus 1897 meldt een ooggetuige
uit de Bovenlanden dat Clemens Boon nabij
de onafhankelijke gebieden [de Padangsche
Bovenlanden bestonden tot in de twintig
ste eeuw uit een zelfstandig gebied van de
Minangkabau red.] een voortvluchtige had
ontmoet; de heer Bernardon. Ze besloten om
gezamenlijk de tocht voort te zetten. Ook
had Clemens een hadji-pak bij zich om zich
in tijden van nood te vermommen. Hij werd
toch nog gepakt. Een flink eind op weg,
nabij Pangkalan Kota Baroe, werd de prauw
van Clemens en Bernardon na achtervolging
ingehaald door een prauw met zes roeiers.
Clemens werd gearresteerd en overgebracht
naar Padang, gevangenis De Boei.
Aan lager wal
De kranten staan er nog dagenlang vol van:
Boon wordt scherp veroordeeld voor zijn
daden. Geld onttrekken aan de zaak in het
zicht van een faillissement. Zoiets zou heden
ten dage 'paulianeus handelen' heten. Het
schijnt dat dit bij veel van de faillissementen
gebeurt en onbestraft blijft. Toen was dat
echter een misdrijf en werd ook als zodanig
bestraft. Toch spreekt ook uit de kranten-
26 Moesson
artikelen een zeker
respect: moed werd in
die tijd erg gewaar
deerd.
Voor Clemens Boon
liep het niet goed af.
Na een jaar werd een strafzaak tegen hem
geopend. Hij werd veroordeeld voor drie jaar
en bracht die tijd door in de gevangenis in
Padang. Toen opa Clemens in de gevangenis
zat is oma voor drie jaar naar Den Haag ver
trokken. Waarschijnlijk is ze daar geholpen
door familieleden. Toen opa uit de gevan
genis kwam is ze weer naar Indië gegaan.
Opa heeft geprobeerd een zaak op te zetten
in Paree, Oost-Java. Dat ging aanvankelijk
goed. Hij had daar een toko, een hotel en
nog wat zaken, maar ging toch in 1910 weer
failliet. Oma woonde toen in Malang en had
een inkomen als pensionhoudster. Toen ze
hoorde dat haar man weer failliet was heeft
ze zich van hem gedistantieerd zonder echt
tot een scheiding over te gaan. In 1915 vertrok
ze voorgoed naar Nederland. Daar vertelde
ze dat ze weduwe was, iets wat in die tijd
niet aangetoond hoefde te worden. Ze stierf
negentig jaar oud.
Opa raakte aan lager wal, hij woonde aan
het eind van zijn leven in een stulpje in de
straat Oro Oro Dowo in Malang, waar hij
in 1929 stierf. Gelukkig waren zijn kinderen
erbij, zoals ik te weten ben gekomen uit de
overlijdensadvertentie.
Epiloog
Achter dit verhaal ben ik honderd jaar na
dato gekomen. Mijn vader, de zoon van Cle
mens, stierf toen ik veertien jaar oud was. Ik
vroeg hem dikwijls wat te vertellen van Indië.
Het kostte hem nogal wat moeite; een zwijg
zaamheid die ik nu beter begrijp. Hij vertelde
wel over het faillissement, maar niet over de
gevangenisstraf. In 1999 ben ik voor het eerst
naar Indonesië geweest. Mijn eerste reisdoel
was Padang. Wat een ervaring... Het vliegtuig
uitstappen; die vreemde geur en het gevoel
of ik thuis kwam. En toen vielen alle puz
zelstukjes in elkaar. In Padang lagen nog alle
geboorte-, huwelijks- en overlijdensakten.
Wel door de tijd aangevreten, maar toch.
Daarna naar Jakarta waar ik in de Perpusta-
kaan Nasional alle Padangse kranten van
die tijd kon doorbladeren. En ja hoor, ik had
beet. Ik moet eerlijk bekennen dat ik eerst
verbijsterd en beschaamd was het verhaal
te lezen. Ik had nooit geweten dat opa in de
gevangenis had gezeten. Later kwam er veel
meer begrip en mededogen voor hem. Geluk
kig heb ik mijn vader altijd met veel liefde
over zijn vader horen spreken. Hij vond hem
een echte 'vent'!
Moesson #9 Maart.indd 26
24-02-2009