Juliana steekt repatrianten een hart onder de riem 0 terugblik 30 april is de 100ste geboortedag van koningin Juliana, de koningin met het hart. In Indië werd haar verjaardag altijd al groots gevierd, maar ook het koningsgezinde Tong Tong - nu Moesson - bleef een speciale band met haar voelen. Die band was wederzijds: op 16 april 1958 bezocht Juliana één van de Tong Tong cabaretavonden. Hoofd redacteur Marjolein van Asdonck bladert met Lilian Ducelle een oud plakboek door: 'Er hing een sfeer van saamhorigheid.' Kedeng-kedeng 'U bent een aanwinst DOOR MARJOLEIN VAN ASDONCK FOTO'S PRIVÉ-ARCHIEF LILIAN DUCELLE Toen in de jaren vijftig de exodus van Indische Nederlanders uit Indonesië pas echt goed doorzette, was al snel duidelijk dat er iets moest gebeuren. Landelijk werd het 'nood-gironummer 777' geopend en de overheid stelde een comité in dat zorg moest dragen voor de immateriële noden van repa trianten: het Centraal Comité van Kerkelijk en Particulier initiatief (CCKP). Indische mensen zelf kwamen natuurlijk ook in actie. Tjalie Robinson - bestuurslid van de Bond van Oud-Steurtjes en redactielid van, toen nog, Onze Brug - zocht contact met Jan Moora, voorzitter van het CCKP. Hoe ging dat gesprek? Dat kunnen we lezen in Tong Tong van 28 maart 1958: Tjalie: 'Wat kan de Indische groep als bijdrage leveren voor de nationale inspanning voor 777?' Moora: 'Je hebt wel eens shows gemaakt; maak er weer één, maar nu een grote!' Tjalie: 'Okay.' Geen woorden maar daden dus. Er werd een cabaretprogramma samengesteld met krontjong, bangsawan, Indische composities, maar ook toneel, calypso en Spaanse schet sen. Dit alles om de veelzijdigheid van de Indische gemeenschap te tonen. De cabaret groep zelf, zo'n dertig vrijwilligers, bestond uit verschillende grootheden: componist Fred Belloni, schrijver Johan Fabricius, schrijver Rob Nieuwenhuys, zanger en musicus Ben Snijders, pianist Charley Overbeek Bloem, couturier Robert Mahieu en Rudy Wairata and his Mena Moeria Minstrels. De cabaretavonden werden gehouden op 28 februari, 1 en 2 maart 1958 in de Dierentuin in Den Haag. Lilian Ducelle, die als echtge note van Tjalie Robinson vanzelfsprekend meehielp, regelde achter de schermen de kaartverkoop (toegangsbewijzen: 2,50 en 5 gulden). Ook ontwierp Lilian samen met Robert Mahieu de kostuums. Op de avond zelf zou ze bovendien een nummer zingen, 'Amor' - in Indië had ze tenslotte vaak voor de radio gezongen. Lilian heeft fijne herin neringen aan het cabaret: 'Er heerste een sfeer van saamhorigheid. Opmerkelijk was dat iedereen wel ergens goed in was en hard meehielp. Indische mensen zijn muzikaal, dat is bekend, maar deze muzikanten waren topartiesten. Zo zaten er een aantal gewel dige gitaristen tussen. Niet zomaar kedeng- kedeng, maar echt goed.' Tijdens de repetities voor de cabaretavon den, doopte Tjalie en passant de naam van 30 Moesson Moesson #10 April.indd 30 24-03-2009 15:59:54 Lilian 'Ducellezingt 'Amor'A^elqldt door JoSSahanaya] van Rudy Wairata's Mena MoErialMinstrels

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 30