Djongkok
door Frans Leidelmeijer
Frans Leidelmeijer
Beeldhouwster Saskia Vermeesch verdiepte zich in de
Indische en Indonesische cultuur, nadat ze in 1989 voor
het eerst met haar ouders naar Indonesië ging. Rituelen
en symbolen uit deze culturen zijn haar belangrijkste
inspiratiebronnen.
bespreekt iedere maand een
kunstobject dat ontstaan is
uit Europese en Indische
kruisbestuiving.
Djongkok. Afmetingen: 55 x 38 x 53 cm.
FOTO: PETER COX
Zo o< ok in haar werk Djongkok. Door de titel
en de vorm viel dit beeld me, toen ik het voor
het eerst zag, direct op. Vermeesch (Krom
menie, 1966) liet het in 1991 in lindehout
uitvoeren. Het woord djongkok (hurken) is
een van die vele Maleise woorden die door
het uitsterven van de eerste generatie Indo's,
langzamerhand uit het vocabulaire van de
volgende generaties aan het verdwijnen is.
In Indonesië wordt er nog veel gedjongkokt,
op het platteland meer dan in de grote
steden. Bij eettentjes bijvoorbeeld, terwijl
er gegeten wordt. Of zomaar langs de kant
van de weg, onderwijl een sigaretje rokend
of ngobrollend (kletsen). Bij het djongkok-
ken hangen de billen laag bij de grond (een
lagere school heet in het Indonesisch dan
ook sekola djongkok).
Indonesiërs kunnen deze diep gehurkte hou
ding vaak lange tijd volhouden.
Vermeesch heeft haar beeld een actieve
djongkok houding gegeven, dit in tegenstel
ling tot de diep gehurkte, ontspannen djong
kok houding. Meer een houding van iemand
die zich aan het wassen is, of bij de kali zijn
behoefte aan het doen is. Ze heeft de mense
lijke figuur ook niet realistisch weergegeven.
Het werk is breed van vorm en alleen aan het
onderste deel herken je duidelijk menselijke
ledematen, het bovenste deel is geabstra
heerd, waardoor het geheel spannend wordt.
Het lijkt ook alsof het bovenste deel een
deksel is; alsof je het dicht kunt klappen, wat
niet het geval is.
Rituelen en symbolen uit de Indische en
Indonesische cultuur zijn de belangrijkste
inspiratiebronnen van Vermeesch. Hierdoor
zijn fraaie, abstracte beelden ontstaan in
materialen als hout, brons, ijzer en textiele
materialen, die zij vaak Indonesische namen
gaf. Zo ontstond als ode aan haar grootmoe
der het intrigerende beeld Tempel voor nenek.
Het grootste werk dat zij tot nu toe heeft
ontworpen is het Indië-monument in het
plantsoen op de Zuiderparkweg in Den
Bosch. Het is ontstaan in 2004 in opdracht
van de stichting Gedenkteken Indiëgangers
's-Hertogenbosch. Ter nagedachtenis aan 35
Bosschenaren, die als dienstplichtig militair
tijdens de strijd in en om het voormalige
Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea in de
periode 1944-1962 zijn omgekomen.
Dit opvallende monument, waarin westerse
en oosterse symbolen zijn verwerkt, heeft
als plattegrond een hardstenen cirkel die
voor de helft is omgeven door een bakste
nen muur, waarin bronzen plaatjes met de
namen van de gevallenen zijn gemetseld. De
randvorm van de muur is geïnspireerd op de
vorm van een berg. Het is zeker de moeite
waard om voor dit monument een reisje naar
Den Bosch te maken.
mei 2009 21
Moesson #11 Mei.indd 21