Een beetje In Moesson van april 2001 schreef Herman Verstappen zelf over zijn expeditie naar het Sterrengebergte. Lees het na in onze gedigitaliseerde jaargangen via www.moesson.com poirrié's perikelen En zonder mijn reactie af te wachten: 'Maar wat ze de mensen in de stad hebben voor geschoteld is ook niet misselijk.' Boet doelde op een ongewoon kunstwerk dat ze hoog in een boom hebben opgehangen, in de buurt van een school. Het bestaat uit zo'n groot net waarmee ze in het pre-container tijdperk aller lei barang in en uit de ruimen van schepen ta kelden. Alleen is dit net uitsluitend gevuld met grote geslachtsdelen. 'Niet te geloven', zuchtte Boet. 'De maakster ziet haar schepping als een moderne versie van het Adam en Eva verhaal en vindt het ook nog zonde dat die niet in de oorspronkelijke kleur roze is uitgevoerd. Want dan had het er allemaal vleselijker uitgezien. Vreselijker, bedoelt ze zeker. Maar gelukkig zit de hele bandoelan vastge sjord met staalkabels voor zeeschepen. Hoef je niet bang te zijn dat er iets knapt terwijl je er toevallig onderdoor loopt.' En na even te heb ben nagedacht: 'Zou ook jammer zijn als dat stadsbeeldverfraaiende kunstwerk kapotviel, want de gemeente heeft er 45 duizend euro voor neergeteld, heb ik gehoord. Is niet niks voor deze tijd.' Boet en ik hebben nog een tijdje zitten filo soferen over het nut van dit soort culturele kunstuitingen. En zijn tot de slotsom gekomen dat we geen oordeel mogen vellen over dingen waar we geen verstand van hebben. We zijn het er ook over eens dat die nieuwe ei gentijdse creatie tenminste één sterk positief punt heeft: je hoeft je niet suf te piekeren over wat het voorstelt en ziet meteen wat voor vlees je in de kuip hebt. Wat niet wegneemt dat ik - als er toch iets moet worden opge hangen - de voorkeur geef aan zo'n mooie ouderwetse vogelkooi van bamboespijltjes. Met een echte perkoetoet erin. Kun je naar hartelust genieten van melodieus gekoer en krijg je, als er daarboven iets misgaat, hooguit een beetje vogelpoep op je hoofd. Boet vindt dat echter een bespottelijk idee. Die weet zeker dat zo'n levend kunstwerk hier een kort leven beschoren is. Niet alleen vanwege de vele idioten die hun poten niet thuis kunnen houden, maar ook en vooral door het weer. 'Perkoetoets of tekoekoers koesteren zich graag in de zon. Die hebben een hekel aan het Hollandse weer. Als je ze hier gekooid in de buitenlucht hangt, vraag je om moeilijkhe den. Tropische zangvogels raken sowieso van slag bij lage temperaturen. Die zingen dan niet meer en kunnen alleen maar huilen van ellende. En mocht het toevallig weer zo hard gaan vriezen als laatst, dan is het gebeurd met de koopman, want een tekoekoer komt bij het eerste het beste nachtvorstje al met de snavel omhoog te liggen.' Waar Boet die vogel wijsheid vandaan haalt, weet ik niet. Maar misschien heeft hij gelijk en moeten ze dat geslachtsdelennet maar laten hangen. Ergens anders. Voor het gemeentehuis, bijvoorbeeld. Vinden onze bestuurders beslist leuk, want die stonden bij de onthulling zó blij naar boven te kijken. Boet denkt trouwens dat straks, als de stadskunstwerken in verband met Koningin nedag een grote beurt krijgen, de brandweer erbij moet komen om die moderne Adam en Eva versie schoon te spuiten. Had ik nog niet eens aan gedacht. Jack Poirrié groeide op in Batoeradja en woont sinds 1951 in Nederland. Elke maand schrijft Jack Poirrié in Moesson over zijn perikelen. mei 2009 35 Boetje heeft altijd wat te mekkeren. Zaten we tv te kijken, zei hij opeens: 'Laatst hebben ze een emigrant die hier op sentimental journey was in een dwangbuis moeten afvoeren. Hij was helemaal mata-gelap geworden van al die dommigheid op tv.' Moesson #11 Mei.indd 35 21-04-09 17:07

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 35