"Mensen begonnen me spontaan geHdtoe te werpen, zp gped vonden 2e me en ik dacht: wat overkomt me nu?" Fotograaf Armando en ik hebben om 13.00 uur afgesproken bij Eszteca thuis. Armando is netjes op tijd, ikzelf haast me uit de metro om op tijd te komen, wat helaas niet lukt. Gegeneerd bel ik Eszteca op. Hij neemt na een paar keer op: 'Jullie staan al voor de deur he?' 'Nou, Armando is er al en ik loop net je straat in', zeg ik. 'Maakt niet uit, ik stond toch nog te douchen, ik doe de deur open!' We komen binnen in een prachtig chique urban- style ingericht appartement en krijgen wat te drinken. In het bloed Eszteca vertelt dat hij laat thuis was van wege de videoshoot voor de internationale dj Fedde le Grand. Het is geen wonder dat Eszteca in de showbizz terecht is gekomen. Zijn ouders zijn de wereldberoemde percus sionisten Nippy en Shana Noya. Hoe was dat vroeger thuis? Eszteca: 'Ik heb een leuke jeugd gehad. Ik ben de jongste van vier. Ik heb twee zussen, Ebony en Esther en een broer, Elleon. Soms hoefde ik niet naar school en nam mijn vader me mee naar een optreden. Dan zei hij: hier leer je toch veel meer van.' In een interview in Moesson van augustus 2006 zegt vader Nippy: 'Ik zal kinderen nooit manipuleren. Je moet ze van alles op de hoogte brengen, maar ze moeten hun beslis singen zelf maken.' Eszteca: 'Dat is ook echt altijd zo geweest. Hij gaf zijn ervaring mee, maar we moesten het zélf doen. Maar hij is ook een man van discipline hoor! Zo hadden we allemaal taken in huis. Als hij zag dat ik de afwas niet had gedaan, dan barstte de bom! Het verhaal achter zijn Japans-Molukse achtergrond kwam ik stukje bij beetje te weten. Hij was ook veel weg; optreden. Maar ik heb dat nooit heel erg gevonden. Iedereen moet doen waar hij of zij gelukkig van wordt, vind ik. Mijn moeder heeft me echt opge voed. Haar vader, mijn opa dus, was militair in het Knil. Het gezin kwam in 1951 naar Nederland, toen mijn moeder 1 jaar oud was.' Roots Eszteca: 'Hoe ouder ik word, hoe meer ik naar mijn roots zoek. Mijn vader is Japans-Mana- donees. Mijn moeder is Portugees-Moluks. Ik heb een periode gehad, dat ik kampte met een kleine identiteitscrisis. Ik dacht: ik ben Maluku! Maar de cultuur is wat gesloten en ik ben nu eenmaal een stadsjongen, een Amsterdammer, maar vooral ook een wereld burger. Het gekke is: ik ben op veel plekken in de wereld geweest, maar nog nooit in Japan, Indonesië of op de Molukken. Ik heb drie tatoeages in een Polynesische stijl, dat past bij me. De eerste heb ik laten zetten tijdens de Spice Girls World Tour '98, toen ik de hele wereld overging. Er gingen ineens allerlei deuren voor me open, maar tegelijkertijd had ik pijn en verdriet vanwege het verlies van mijn eerste grote liefde. Een Maori heeft de tattoo gezet. De ronde vor men in het midden betekenen geloof, leven, blijdschap. De punten staan voor verdriet. Het gezicht van de tweede tattoo betekent bescherming en de symbolen betekenen vaste grond. De derde is ook door een Maori gezet. De ene vorm staat voor God en familie en de andere voor dans en muziek. De vier belangrijkste dingen in mijn leven.' Danser in de dop Eszteca's ontwikkeling als danser ging min of meer gelijk op met de komst van verschil lende muziekstijlen. Eszteca: 'Alles begon voor mij met de film Wild Style. Wild Style was de eerste hiphopfilm [uit 1981, red.] en die heeft niet alleen mij, maar heel Neder land beïnvloed. Na deze film ontstond er een nieuwe subcultuur in Nederland; hiphop pers gingen zich bezighouden met graffiti, breakdancen en rappen. Maar ik ben altijd een kind van de straat geweest. Ik haalde de verf en 's avonds ging ik met mijn vrienden taggen. Nadat we Wild Style zagen, begon nen we ook met breakdancen. We schaften dansmatjes aan, of maakten er zelf één met aan elkaar geplakte stukken karton. En dan alle moves uit de film uitproberen. Mijn broer en ik merkten dat we talent hadden. We trainden thuis nieuwe moves en daarna konden we bijvoorbeeld een backspin, of een sixstep. En we bleven tegen anderen battelen. Dat is de cultuur in de hiphop: constant de ander proberen te overtreffen. Toen ik negen jaar was, werd er iedere donderdagavond op het Leidseplein een breakdance-streetjam gehouden. Ik mocht in 12 Moesson Moesson #12 Juni.indd 12 27

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 12