0 indische perkara r DOOI KEES SNOEK FOTO ARCHIEF MOESSON/PRIVÉCOLLECTIE MR. A.E. DU PERRON Na een Europees verblijf van vijftien jaar keerde de schrijver Eddy du Perron in 1936 terug naar zijn geboorteland Indië. In Neder land had hij aan de wieg gestaan van de anti fascistische beweging Waakzaamheid. Hij merkte al snel dat ook Indië was verhard. De tegenstellingen tussen blank en bruin waren verscherpt, de Indische NSB roerde zich, en vooral in planterskringen klonk de roep om een sterke man. Trots Op Indië In deze geagiteerde sfeer werd Du Perron van alle kanten gewaarschuwd om zich gedeisd te houden. Dat moest je vooral tegen hem zeg gen! In het eerste jaar na zijn terugkeer had Du Perron dagelijks H.C. Zentgraaffs Java-Bode te lezen gekregen van zijn oom Crone, een oude planter, en hij wist dus waar hij het over had toen hij de krant kenschetste als 'verreweg het 26 Moesson botste, brutaalste en NSB-igste blad hier'. Du Perron wachtte op een gelegenheid om Zentgraaff aan te pakken. Iedereen was beducht voor Zentgraaff, omdat hij naar men zei van allerlei mensen dossiers had aangelegd waarmee hij hun carrière kon breken. Als onafhankelijk schrijver had Du Perron geen maatschappelijke positie in Indië, dus hij was voor Zentgraaff vrijwel onaanraakbaar. Du Perron meende dat hij met zijn aanval op Zentgraaff een nuttige arbeid verrichtte: het was zijn zuivering of geestelijke hygiëne. Het was tevens een afrekening met zijn eigen koloniale verle den. Du Perrons polemiek was méér dan een aanval op een persoon, zij had vooral ook de signaalfunctie: korte metten maken met de koloniale geest. Daarom waren de reacties tamelijk gemengd. Velen smulden, omdat de oudeheer van de Java-Bode eens flink op z'n pochel kreeg, maar er zat toch ook een aspect aan Du Perrons 'bijdragen tot kennis van de provincie' dat menig koloniaal zich persoonlijk kon aantrekken. Radicale schoonmaak Du Perrons kans kwam toen hij redacteur werd van het progressieve blad Kritiek en Opbouw, dat in Bandoeng werd uitgegeven. Het nummer van 15 september 1938 bevatte zijn recensie van Zentgraaffs boek Atjeh, dat begin 1938 was verschenen en in duizenden exemplaren over de toonbank was gegaan. Zijn kritiek op het boek is vooral van stilis tische aard, maar ook verwijt hij Zentgraaff dat deze ervoor is teruggeschrokken de gruwelijkste details over de Atjeh-oorlog te vertellen. In de wiek geschoten door zo weinig waardering voor zijn schrijverschap, schreef Zentgraaff in de Java-Bode van 15 oktober zijn commentaar 'Sluipend Gif', expliciet verwijzend naar een fascistisch werkje met dezelfde titel, waarvan de auteur een bloem lezing had gegeven van de seksueel getinte 'vuiligheden' in voorpublicaties van Het land van herkomst. Ook Zentgraaff wond zich op over de 'alcoofhistories' van Du Perrons Moesson #12 Juni.indd 26 704- 27-05-09 12:47 'Is dat niet een boek voor u? Boekhandel Vorkink in Bandoeng.

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 26