Tanda Mata 2 Tempo Doeloe m m y> v Indische vertellingen uit een roerige tijd In Tanda Mata 2 staan vertellingen van de eerste generatie Indo's centraal. Nog maar enkele decennia geleden verlieten zij een op drift geraakte, stukgeslagen samenle ving. In het naoorlogse Indië en de jonge staat Indonesië bestond voor hen geen toe komst meer. Uitgangspunt in Tanda Mata 2 zijn de lotgevallen van een groep direct betrokkenen die tot het uiterste pogingen ondernam het leven in hun geboorteland voort te zetten. Bij aankomst in Nederland overheerste bij de Indische gemeenschap allerminst het gevoel met open armen te worden ontvangen. Veel repatrianten pas ten zich in stilte aan. De Indische symbolen, kenmerken en eigenheden raakten be kneld, kregen een andere kleur of verloren hun betekenis in het nieuwe land. Onze pantjoeran, de dorpsbron, bestond uit een stelsel van bamboehuizen die helder water leverden vanuit de bergen. Vierentwintig uur per dag hoorde je het gekletter op de uitgesleten stenen. Behalve dat we er onze kleding wasten en de waterkruiken vulden, had de plek ook een belangrijke sociale functie. Stokoude neneks kregen een schrob- beurt van hun kleinkinderen, problemen met echtgenoten kwamen omfloerst ter sprake en het plaatselijke nieuws werd uitgewisseld, vaak in aangedikte vorm. De pantjoeran behoorde tot het domein van de vrouwen. Nieuwsgierige jonge mannen die op afstand een glimp van 'het vrouwelijk schoon' probeerden op te vangen, bestookten we met zandpollen en kiezelstenen. Mijn ouders bezaten een klein perceel waarop ze groenten en fruit verbouwden die maar moeizaam in de omgeving te verkrij gen waren. In het gebied groeiden vooral gewassen als oebi en sinkong, twee cassave- soorten. Hun wortels vonden gretig aftrek. Ik behoorde tot de jonkies in een rij van dertien kinderen. Mijn vader en moeder zou ik niet lang meemaken. Na hun overlijden kwam ik terecht bij mijn zus Marhaja in Batavia. Van haar leerde ik huishouden. Ze deed elke taak vele malen geduldig voor en corrigeerde mijn houding om het werk te vergemakkelij ken. Houtskooltjes aanmaken voor het ver hitten van de strijkbouten en dan met lange halen over de lakens gaan zonder onnodige druk met de hand te geven. In de middaguren bezocht ik mijn vriendin nen Nanah en Ros. Onze wijk werd begrensd 28 Moesson Moesson #1 Juli 2009 PIM.indd 28 23-06-09 17:12

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 28