4
O portret
mijn geboorte. Hij was telegrafist aan boord
van de kruiser Hr. Ms. De Ruyter, Karel Door
mans vlaggenschip dat op 27 februari 1942
ten onderging tijdens de Slag in de Javazee.
Joop brengt met zijn moeder en broer Han de
oorlog door in Soerabaja. Daar worden ze in
september 1945 als gijzelaars opgepakt door
de Indonesiërs. In een geblindeerde trein
worden ze naar Djombang getransporteerd.
In twee grote voorzalen van de leeggemaak
te suikerfabriek Tjeweng worden ca. 1.100
Europese vrouwen en hun kinderen tot tien
jaar oud geïnterneerd. 'Het was een hel', zegt
Joop. 'In het kamp was het bloedheet, we
zaten per gezin op een klein matje van 2 bij 4
meter onder een zinken, heet dak. Er waren
geen medicijnen. Nadat ik in de latrinesloot
was gevallen, kreeg ik bijna alle (tropen)
ziektes die je je maar kunt voorstellen. Mijn
moeder vertelde me later dat ik alleen nog
was vergeten dood te gaan.'
De internering duurt negen maanden. Met
Britse vliegtuigen vindt de evacuatie plaats
naar Semarang en met de boot keert de
familie Nahuijsen uiteindelijk terug naar
Soerabaja. Daar gaat Joop naar de lagere
school: klas 1 en 2 op de Patjar Kelingschool
en klas 3 en 4 op de Goebengschool. Aan
deze Indonesische tijd heeft Joop geen pret
tige herinneringen. De Indische en Neder
landse leerlingen worden onder begeleiding
naar school gebracht, om te voorkomen dat
ze in elkaar worden geslagen. In 1952 komt
Joop op de Ms. Zuiderkruis naar Nederland.
Hij is dan tien jaar oud.
De familie Nahuijsen (Joop en Han, hun
moeder, stiefvader en twee halfbroers) wordt
ondergebracht in het kleine dorpje Dantu-
mawoude, vlakbij Dokkum. Daarna wordt
het Sneek en Wormerveer. Maar het botert
niet tussen Joop en zijn stiefvader. Wanneer
hij hem fysiek aankan, gaat het niet langer
in huis. Joop wordt ondergebracht in een
pleeggezin in Wageningen. Daar gaat hij
naar de HBS-B en aansluitend naar de HTS in
Utrecht en Dordrecht om er respectievelijk
Weg- en Waterbouwkunde en Economische
Bedrijfstechniek te studeren. In 1969 treedt
hij in dienst bij een spooraannemingsbedrijf.
Daar werkt hij 32 jaar lang.
In 2000 richt hij in Den Bosch zijn ingeni
eursbureau op: Ing.Rail BV Netherlands. Voor
zijn Indische afkomst, zijn Indische verleden
of voor Indonesië is in zijn leven geen plaats.
Joop: 'Ik had er geen enkele belangstelling
voor. De meeste Indo's kunnen alleen maar te
rugkijken naar de oude tijd. Ik had voor mijzelf
het instinctmatige gevoel, dat je vooral alleen
maar vooruit moest kijken. Het Indische stond
voor mij gelijk met nostalgie en tempo doeloe.
Daar had ik niets mee. Misschien ontstond
dat gevoel en die weerstand ook door mijn
ervaringen uit de jaren vóór 1952.'
Lokroep
In 1994 gaat Joops dochter Merel voor haar
stage naar Jakarta en ze raakt meteen
verslingerd aan Indonesië. In 1996 besluit ze
er te gaan wonen en werken. 'En toen begon
het', zegt Joop. '"Pa, wanneer kom je nou
eens een keer naar Indonesië?"' Joop houdt
de boot af: 'te druk', 'komt nu niet uit', 'na
mijn pensionering.' Maar daar neemt ze geen
genoegen mee. Uiteindelijk: 'Pa, als je nu niet
komt, dan hoeft het niet meer...' Er zat niets
anders op. Joop pakt zijn koffer en stapt in
december 1997 op het vliegtuig. Het was
geen gemakkelijke beslissing, erkent hij. 'Ik
ben met lood in mijn schoenen vertrokken.
Met in mijn koffer een alarmpistool en een
Joop laat zien hoe smal het spoor is
(1067 mm ipv de standaard 1435 mm)
bij de spoorlijn Cikampek-Bandung bij
Sasaksaat.
44 Moesson
Moesson #1 Juli 2009 PIM.indd 44
23-06-09 17:14