interview Deze maand viert 'Blue Diamond' Riem de Wolff zijn vijftig jarig jubileum als artiest. Met Moesson maakt hij de balans op. Ik was weg gedreven van mijn eigen cultuur 99 DOOR RICCI SCHELDWACHT FOTOGRAFIE ARMANDO ELLO Het Wapen van Rijsenberg, het etablissement in Driebergen waar hij met Moesson heeft afgesproken, is voor hem een vertrouwde plek. Hier traden de Blue Diamonds voor het eerst op, kort nadat ze in 1959 hun eerste single hadden opgenomen, zegt Riem de Wolff (66). Sinds zijn ouders tien jaar eerder met hun vier kinderen naar Nederland waren gekomen, woonden ze altijd wel hier ergens in de buurt. 'Het eerste huis dat mijn ouders huurden kostte zevenhonderd gulden per maand. Zevenhonderd gulden voor een benedenetage. In die tijd heel veel geld.' Zijn vader werkte bij de Koninklijke Paketvaart Maat schappij (KPM). Na zijn verlof zou hij met zijn gezin weer teruggaan naar Indië. Maar aan het einde van dat jaar erkende de Nederlandse regering de onafhanke lijkheid van Indonesië. 'Weet je wat', zei zijn vader. 'We blijven maar hier.' Toen werd zijn vader ziek en moest hij worden opge nomen in het sanatorium. Op een van zijn longen was een vlekje ontdekt. 'Voor mijn moeder brak er ander half jaar een moeilijke tijd aan', zegt Riem de Wolff. 'In Indië had ze haar eigen bedienden en nu stond ze er met vier kinderen ineens alleen voor. Ruud was de oud ste, ik ben nummer twee, na mij kwam mijn zus Nanny en mijn jongste broertje Hendrik was net geboren.' Vader De Wolff werd afgekeurd voor de tropen en het gezin betrok voor vijftien gulden per week een piepklein huisje in een volksbuurt. Al snel moest hij weer afscheid nemen van het gezin. 'Nadat pa uit het sanatorium was ontslagen, ging hij werken bij de Bal last Maatschappij. In 1953, het jaar van de watersnood ramp, werd hij toch weer uitgezonden naar de tropen. Hij was eigenlijk scheepsbouwkundig ingenieur, maar voor de Ballast Maatschappij heeft hij de landingsbaan van het vliegveld van Biak op Nieuw-Guinea aangelegd.' Na zijn terugkeer in Nederland braken er betere tijden aan. Vader De Wolff kreeg een baan aangeboden bij het Amerikaanse bedrijf Dorr-Oliver, dat kantoor hield in Amsterdam. 'Toen die mensen langskwamen voor een gesprek, woonden we nog in dat piepkleine huisje in dat volksbuurtje. Wij hadden daar geen problemen mee, maar zij voelden zich daar blijkbaar wel onge makkelijk bij. Zeiden ze tegen mijn vader: "Meneer, u heeft nu een beter salaris. Wordt het geen tijd om te kijken naar een andere woning?"' In 1955 verhuisde het gezin naar de Welgelegenlaan 64 in Driebergen. 'Voor 69 gulden per maand. Daar hebben mijn ouders gewoond tot mijn moeder in 1995 overleed. Later heeft mijn dochter Natascha het gekocht. Tot een jaar of vier geleden heeft ze daar nog gewoond.' Het ouderlijk huis aan de Welgelegenlaan was de plek waar iedereen langskwam. Het was ook de plek waar Riem en Ruud hun carrière begonnen als de Blue Diamonds. Riem was zestien, Ruud twee jaar ouder. 'Pa vond het aanvankelijk maar niks. Hij wilde liever dat we gingen studeren. Maar hij genoot al snel van het succes dat we hadden. Hij was ongelooflijk trots. Hij ging vaak mee naar optredens. En als er mensen voor ons op be zoek kwamen, zag hij erop toe dat niemand wat tekort kwam. Hij zorgde voor onze apparatuur, bouwde extra geluidskasten bij. Hij was erg muzikaal, speelde piano, gitaar, viool en fluit. Wij waren de eerste mensen in de straat met een pick-up en een bandrecorder.' 'Ma zorgde voor de financiën. Voor elk optreden kregen we een schoon hemd en een tientje mee. Ruud een tientje, ik een tientje. En Loulou, onze pleegbroer die ons reed, omdat wij geen rijbewijs hadden, gaf ze benzinegeld. Wat we over hadden moesten we de volgende dag inleveren. Ma hield precies bij wat we hadden opgemaakt. Ze gebruikte het zilverpapier uit lege sigarettenpakjes. Dat streek ze en op de achter kant noteerde ze wat we aan eten of aan andere din- augustus 2009 17 Moesson #2 Aug 2009.indd 17 29-07-09 10:51

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 17