Lezers schrijven Het kussensloopje Tempo Doeloe Wilt u ook in deze rubriek komen, r a DOOR ANNEKE VEENSTRA ILLUSTRATIE MELROY BISEL Uit een erfenis van een aangetrouwde tante, komt een inboedel met spullen van drie ver huizingen uiteindelijk bij mij terecht. Nadat alles is uitgezocht, hou ik uiteindelijk een doos over met alleen nog een paar persoon lijke spullen. Die doos bewaar ik. Maanden later besluit ik de doos aan een nader onderzoek te onderwerpen. Ik vind veel foto's en twee paspoorten uit 1935, een aantal kranten en een band die tante Jo heeft gedragen in het jappenkamp in 1943. Op de band is het nummer 3955 leesbaar. Ook zit in de doos een geborduurd kussen sloopje, met daarop een opschrift, een naam en de woorden Tjideng 1943. Het sloopje leg ik apart in mijn antieke kast. Van wie zou het geweest zijn?, vraag ik me af. Tante Jo had namelijk geen kinderen. Wat het precies is, weet ik niet, maar als ik langs de kast loop, word ik onrustig. Het lijkt alsof er iemand achter mij staat. En mijn hand gaat steeds als vanzelf naar de kast. Ik heb het gevoel dat een stille kracht aan het werk is. Ik pak het kussensloopje uit de kast, bekijk het en ruik eraan. Dat doe ik een aantal keren en elke keer heb ik het gevoel dat ik niet alleen ben. Op een ochtend loop ik weer langs de kast. Er staat iemand achter mij, dat voel ik duidelijk. Weer pak ik het kussensloopje uit de kast. Deze keer leg ik het niet terug. Ik ben erg onrustig en kijk achter me. In mijn beleving verschijnt tante Jo. Zij wil dat ik iets met het kussensloopje doe. Ik zeg hardop dat ik actie onderneem. Welke? - dat weet ik nog niet. Ik stel een advertentie op waarin ik melding maak van het kussensloopje en de naam 32 Moesson daarop en laat deze in een damestijd schrift plaatsen dat door publiek van alle leeftijden wordt gelezen. Tot mijn verbazing en plezier krijg ik veel reacties. Daaron der één van een inwoon ster van Apeldoorn. Zij vertelt dat haar zus de advertentie heeft gelezen. Volgens haar zus is de naam die van hun neefje - inmiddels een volwassen man en woonachtig in Australië - en is het zijn kussensloopje. Uiteindelijk komt het kussensloopje bij de eigenaar in Australië terecht. Hij is indertijd in het Tjideng Kamp geboren, is nu 57 jaar. Moeder en zoon zijn blij dat ze nu iets tastbaars uit die periode in handen hebben. Hiernaar had hij zijn hele leven al verlangd. Het blijkt dat de moeder mijn tante Jo goed heeft gekend. Zij had de spullen in het kamp bij tante Jo in bewaring gegeven, toen zij door ziekte eerder moest vertrekken. De vrouw vluchtte vervolgens naar Australië en het contact tussen hen werd verbroken. Tante Jo en haar man woonden nog een tijd in Nederland. Beiden waren lange tijd ziek en bezochten nooit reünies. De Australische heeft tante Jo dan ook nooit om het kussen sloopje kunnen vragen. Het voelt goed om iemand na zo lang nog blij te kunnen maken. Ook om af iets af te kunnen maken voor tante Jo. De vraag of er nog iets is na de dood, beantwoord ik met een volmon dig ja. Een overleden iemand kan wel degelijk iets bewerkstelligen op aarde. Tante Jo wilde dat het kussensloopje bij de Australische vrouw en haar zoon terecht zou komen. Ik heb gedaan wat tante wenste. O schrijf dan een verhaal over een speci fieke gebeurtenis of herinnering van vóór de repatriëring. Schrijf rond de 500 woorden en stuur of e-mail dit - samen met bijpassende foto's - naar Moesson. Iedere maand wordt het beste verhaal geselecteerd. Moesson bedankt Anneke Veenstra voor haar bijdrage. Moesson #2 Aua 2009.indd 32 oa_fY7_na

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 32