Voor- t
publicatie
De brieven van Tjalie:
een spervuur van woorden
Tempo Doeloe
r
z>
Behalve activist, schrijver en leidsman
van Moesson, was Tjalie Robinson een
verwoed brievenschrijver. Tjalies biograaf
Wim Willems stelde een uitgebreide
bloemlezing samen die deze maand bij
uitgeverij Prometheus zal verschijnen. In
Moesson alvast een voorproefje. 'Schrijven
betekent dat je jezelf moet zijn.'
DOOR WIM WILLEMS
Naast zijn redactionele werk voor het blad
Tong Tong (nu Moesson) vond Tjalie Robinson
vrijwel elke dag wel een uurtje om een brief
te schrijven. In de correspondentie op zijn
Underwood-typemachine sprak hij zich vrij
elijk uit over wat hem bezighield. Zijn schrij
verschap, het talent van anderen, de Indische
literatuur, het behoud van de eigen cultuur
en de Europese beschaving. In al die brieven
pendelt hij continu tussen zijn moederland
Indonesië en zijn vaderland aan de Noordzee.
Hij wikt, weegt en legt verantwoording af.
Dat zijn woorden nog altijd tot de verbeel
ding spreken, komt door de eerlijkheid
waarmee hij ze op papier zette. Vrijwel elke
brief is op het scherp van de snede geschre
ven, want voor kabbelend proza gunde hij
zich geen tijd. In de binnenkort verschijnende
bloemlezing Schrijven met je vuisten volgen
we de Indische voorman vanaf het moment
dat zijn eerste brieven vanuit de Archipel de
oceaan overgingen. In onderstaand frag
ment voert hij ons mee naar de geboorte
Tekening Lucian Boon n.a.v. impressies Vroman over Changi (tt, 15-6-74)
van zijn schrijverschap, nota bene in Japanse
krijgsgevangenschap. In Tjimahi, in Changi of
in Johore? We weten het niet, maar dat doet
aan de kracht van zijn woorden weinig af. De
brief is gericht aan Martijn Boon, zoon uit
Tjalies huwelijk met Ivonne Niggebrugge.
Den Haag, 29 augustus ig66
Wat voor advies ik je zou kunnen geven
bij het schrijven? Geen. Als je wilt leren
schrijven, ga naar school, lees boeken van
deskundigen. En dan zou je, met jouw talent,
kunnen leren schrijven. En dan ben je niets.
Misschien ben je rijk en verdien je een boel
geld, maar voor jezelf ben je niets. Want
met trucs en de stijl van andere schrijvers
kun je nooit jezelf zijn. Schrijven betekent
dat je jezelf moet zijn. Ik schreef mijn eerste
gedichten toen ik 26 was en nadat ik gedich
ten van dichters als Jan Engelman, Mars
man, Greshoff enzovoort had gelezen. Toen
stuurde ik mijn gedichten naar de strengste
criticus in Nederland, een Indo, net als ik:
Eddy du Perron. Ik kreeg die gedichten terug,
letterlijk aan stukken gestreept met rode
inkt. Dat was een erg goede les. Ik deed vier
jaar lang niets, helemaal niets.
De oorlog brak uit en ik raakte in krijgsge
vangenschap. Er was veel tijd om over mezelf
na te denken, om andere dingen te doen dan
ik normaal deed. Er was honger en angst en
ziekte. Er was slechts één ding in het leven
dat van belang was: overleven met dit ge
havende lichaam en deze gehavende geest.
En op een dag schreef ik weer een gedicht.
Het stroomde als het ware uit mijn vingers.
Ik dacht niet na, de versregels kwamen uit
het niets. Ik was van de ene op de andere
36 Moesson
Moesson #2 Aug 2009.indd 36
29-07-09 10:52