Bij Bevrijdingsdag
op televisie, dan kijk ik naar die
paar oude mannen: zou hij er
misschien tussen zitten?
persoonlijk
Er is een familie in Almere, die iets met poezen heeft. Die heten
Zwartberg. Ik houd ook veel van poezen. En dat stond op die website
van het internet. Maar ik durfde geen contact op te nemen. Ik weet
niet waar ik mee moet beginnen. 'Hallo, ik ben Jose Kerry, en ik wil u
iets vragen.' Dan schrikken ze zich dood. Nee, dat durf ik niet.
Ik ben nu niet meer op zoek naar mijn vader, want ik ben bang voor
het resultaat. Wil hij mij wel of heeft hij eigenlijk helemaal geen zin
om iets van me te horen? Je weet niet wat zo'n man denkt. Misschien
denkt hij: ze doet het alleen maar voor het geld. En stel dat hij een
gezin zou hebben... Van de zusters hier kreeg ik ook helemaal geen
medewerking. Maar als ik hier een oude man zie, denk ik: oh, mis
schien kan dat mijn vader wel zijn. Of bij Bevrijdingsdag op televisie,
dan kijk ik naar die paar oude mannen: zou hij er misschien tussen
zitten? Ik nam een keer de taxi in Utrecht. Ik zag dat de taxichauf
feur hetzelfde gebrek had als ik. Toen dacht ik: 'oh misschien bent u
wel familie van mij.' Ik durfde het niet te vragen. Maar het blijft me
achtervolgen, dat wel.
En waarom is hij mij nooit gaan zoeken? Hij wist immers dat ik
bestond. Zulke dingen zou ik wel willen weten. Ik zou hem wel eens
een keertje willen zien. Of iets over hem horen vertellen. Of ik iets
van hem heb, of weet ik veel wat. Dat is het enige wat ik eigenlijk wil
weten. En verder is het goed zo. Het hoeft van mij niet meer. Ik ben
ontstaan in een oorlogsgebied. Mijn moeder heeft geslapen met een
vreemde man. Dat is gebeurd en daar moet ik gewoon mee leren
leven. Ik voel me niet zielig hoor, maar het was leuker geweest als het
anders was gelopen. Eigenlijk weet ik alleen zeker dat ik een kind van
een Nederlandse soldaat ben. Voor de rest heb ik voor een groot deel
alles zelf ingevuld.' O
augustus 2009 45
Moesson #2 Aua 2009.indd 45