'Op de vraag of Michael
bewust bezig is geweest
met zijn Indische
achtergrond is hij heel
duidelijk: Nee'
O interview
Michael: 'Ik was alleen bezig met voetbal en ik woonde in Neder
land. Mijn wereld was hier, draaide om de bal. Ik vroeg niet naar
de achtergrond van mijn ouders. Je weet niet beter dan dat je hier
woont. Ik voel me ook Nederlander. Dat we hier nu zitten voor Moes
son komt vooral door Nino. Hij was vijf jaar toen we terugkwamen in
Nederland. Hij is in Schotland geboren toen ik voor Glasgow Rangers
speelde. In Nederland hoorde hij het nummer "Het land van" van
Lange Frans en Baas B, waarin de verscheidenheid en ook de be
krompenheid van Nederland wordt bezongen. Toen vroeg hij ineens:
"Mama, wat is een Surinamer?" Jane vertelde lachend: "Nou dat ben
ik en trouwens, je vader is Indisch." Ja, weet zo'n ventje veel. En vanaf
toen is hij vragen gaan stellen. Omdat we niet overal antwoorden op
hadden, zijn we met hem naar het Tropenmuseum gegaan.'
[Fragment uit 'Het land van'- Lange Frans Baas B]
[Ik kom uit het land met de meeste culturen per vierkante meter
Maar men is bang om bij de buren te gaan eten
En integratie is een schitterend woord
Maar s**t is f**king bitter wanneer niemand het hoort
Ik deel mijn land met Turken en Marokkanen
Antillianen, Molukkers en Surinamers
Het land waar we veels te veel opkroppen
En wereldwijd gerepresent zijn door Harry Potter
Het land waar apartheid, internationaal
Het meest bekende woord is uit de Nederlandse taal
Kom uit het land wat tikt als een tijdbom
Het land dat eet om zes uur en ook nog eens op tijd komt]
Indisch icoon
Michael: 'Nino ging nog een keer naar het Tropenmuseum, maar dan
met zijn opa. Die kan er natuurlijk veel meer over vertellen. Maar de
wreedheden hebben we hem bespaard, dat hoeft niet. Nino en opa
hebben echt een klik met elkaar, dat is mooi om te zien. Nino opent
eigenlijk de deur naar de achtergrond van de familie Mols, zou je kun
nen stellen.
Ik moet wel zeggen dat ik Moesson leuk vind om te lezen. Zie je in-
14 Moesson
eens KANE op de cover staan. Nooit geweten dat Dinand een Indische
achtergrond heeft. Dat is dan eigenlijk wel leuk. Die gasten hebben
aardig wat bereikt, iets voor elkaar gekregen waar ze trots op mogen
zijn. Dan betrap ik me stiekem op de gedachte dat ik het wel leuk
vind, dat ook zij een Indische achtergrond hebben. Het is misschien
misplaatst, maar dan ben je wel trots dat Indische mensen een goede
plek hebben veroverd.'
Dat Michael zelf als voetballer ook als Indisch icoon wordt gezien,
daar heeft hij nooit over nagedacht. Fotograaf Armando beaamt dat:
'Ik keek op naar jou, jij was een voorbeeld.'
'Leuk om te horen', reageert Michael bescheiden.
Was er tussen voetballers met een Indische achtergrond ook zo een
sterke band? We kennen de Surinaamse voetbalconnectie, is die er
ook tussen de Indische voetballers?
'Nee', zegt Michael, 'we gingen gewoon voetballen, that's it. Of je
nou een Indische achtergrond hebt of niet, dat moet niet uitmaken:
je bent een team. Ik werd wel Suki genoemd door Paul Bosvelt, maar
dat was gewoon een grappenmaker. Voor zijn grappen was niemand
veilig. Maar daar is wel zo'n beetje alles mee gezegd.'
Het zegt ook iets over Michael als voetballer. Hij speelde altijd in
dienst van het team. En ondanks dat hij erg bescheiden is over wat hij
heeft bereikt, is hij er wel trots op dat hij op het veld stond in de shirts
van ADO Den Haag, FC Utrecht, Ajax en Feyenoord. In dienst van het
team welteverstaan. Niet als Amsterdammer, niet als Indo, gewoon
als één van de spelers.
Noem het heimwee
Michael is twee keer in Indonesië geweest, maar voelde geen
behoefte op zoek te gaan naar zijn roots. Op de vraag of vader Mols
ooit is teruggeweest antwoord hij: 'Jazeker, een jaar of drie geleden.
Dat was emotioneel. Ik was al eens geweest, maar wilde nog een
aantal plekken terugzien. Na een paar weken was ik al drie keer terug
geweest op dezelfde plek. Het duurde even, maar ineens kwam er een
soort besef bij me, noem het heimwee. En dan ben je ineens weer
thuis. Je voelt je plotsklaps weer zestien of zeventien jaar. Ik wilde
alles zien en bleef maar lopen; je blijft maar lopen daar. Ik heb ook
het jappenkamp bezocht, dat wilde ik graag. Naar de plek waar ik me
had verscholen destijds. Achter de kerk. Toen ik daar was, werd ik zo
verdrietig. Ik had het even moeilijk. De kerk stond er niet meer. Ik zag
verderop een pastoor en een paar zusters lopen, daar ben ik op afge
stapt. Zij wisten me te vertellen dat de kerk er nog was, iets verderop.
En alles was nog precies zoals ik het me kon herinneren.'
Er valt een stilte. Vader Mols vervolgt na enige tijd: 'Nu ben ik te
vreden, nu heb ik rust. Maar toen had ik het wel even moeilijk ja. Ik
kreeg de mogelijkheid van Michael en Jane om terug te gaan. Ik wilde
gewoon nog een keer terug naar een aantal plekken.'
Michael en Jane vertellen dat hij ook eerder terug had kunnen gaan,
maar dat zij er geen idee van hadden dat hij terug wilde. 'Tjah', zegt
Moesson #3 september 2009.indd 14
26-08-09 09:31