van de lezer
Re: Schoolfoto
Pers, Moesson!
Si bobcat
Re: Opa Zentgraaff geen
bullebak! (2)
Gaarnewilik reagerenopdefoto'svanPaula
Vlugter van de Bandoengse schoolvereniging
in Moesson vanjuli. Defoto's zijngenomen
op de lagere school aan de Ambonstraat. Op
defotoonderaanvande leerkrachtenzienwe
van links naar rechts: meneer Tak, mevrouw
Berlijn, mevrouw Bouvy, meneer Bij (school
hoofd), mevrouw Clasie, mevrouw de Jong en
meneer Schouten, die vanaf augustus 1940
door meneer Cornelissen is vervangen. Ik heb
daar op school gezeten in de 5de, 6de en 7de
klas. [...]Daar waar de Riouwstraat evenwijdig
loopt aan de Ambonstraat, stond aan de eerst-
genoemdestraat ook nog een BSV-school. De
achtererven van deze scholen waren door een
schuttingvanelkaargescheiden, waarin een
deur was aan gebracht, waardoor je van het
eneerf naarhet andereerfkonkomen. Aande
Engelbert van Bevervoordeweg stond nog een
lagereschoolvandeBSV. Deopengymnastie-
kruimte op de middelste foto is nu een gaar
keuken geworden voor de tussen de middag
overblijvende kinderen. Het onderwijs was erg
streng. In de klas konden wel eens flinke klap
pen vallen. Vooral met mijnheer Bij viel niet te
spotten. In klasverband speelden we vaak kas-
ti op het ruime grasveld voor het Jaarbeursge
bouw. Schoolzwemmen deden we in zwem
bad Het Centrum, nu Tirtamarta geheten. Met
gymnastiekles droegen we een donkerblauwe
gymbroekmet een witte blousewaaroplinks
het BSV-embleem was gestikt. Met handen-
arbeiddedenwe voornamelijkaan 'sloyd', het
bewerken van karton. Voor de ochtendpauze
werd opbestelling(chocolade)melk bezorgd
door de Bandoengse Melkcentrale(BMC) in
flesjes met zilverkleurigealuminiumdopjes
erop, precies als de flessen van de melkboer in
Holland. Op weg naar school op de fiets moest
je wel eens wachten bij de spoorwegovergang
op de Grote Postweg, waar de sluitbomen met
een hard 'tineng, tineng, tineng, tineng...' neer
gingen. Al.
W. Meelhuijsen (via e-mail)
Als oud-Moesson-medewerker schreef ik
soms in Moesson over de VOC, vooral in
verband met mijn geboorte- en woonplaats
Enkhuizen. Nog steeds zijn er sporen van de
Verenigde Oost-Indische Compagnie hier
te vinden. Het gemeentebestuur had in het
kader van het 650-jarig bestaan van de stad
een VOC wandelroutegemaakt die voerde
langs prachtige, geïllustreerde informa
tieborden overde VOCmet betrekking tot
Enkhuizen. 10 juli j.l. werd door Gerrit Zalm
(oud-ministervanfinanciënengeborenen
getogen Enkhuizer) een nieuwe wandelroute
onthuld, numet informatie overdeKroniek
van Enkhuizen. Bij die officiële gebeurtenis
was ik uitgenodigd en ook een oud-collega
van mij die ooit op kantoor van de druk
kerij waar wij toen werkten alle tekst van
Moesson corrigeerde. Ik had mijn fototoestel
meegenomen, gaf deze aan haar en liep zelf
naar Gerrit Zalm. Gré riep naar Zalm: 'Pers,
Moesson, deze foto gaat naar Australië en
deze over de hele wereld, het blad Moesson
gaat over de hele wereld.' Gerrit Zalm vond
het allemaal best enlachte vriendelijk. Gré
en ik, we kunnen het niet laten om Moesson
onder deaandacht tebrengen.
M. Schoen, Enkhuizen
InCalifornia, PismoBeach, hebikIndische
vrienden zitten die er al minstens 40 jaar
wonen. SilBenink, dieop een keer de tuin
inkeek, zag er iets lopen. Toen zij goed keek,
zag zij dat erdoodgemoedereerd eenbobcat,
lynx dus, door hun backyard sloop. Het zal je
maargebeuren!
Tina Daniels (via e-mail)
Mag ookik een hart onder de riem steken
van mevrouw Anne M. Koch geb. Brinkman?
Toenik de brief van Joop F. Limahelu las,
begon er ergens een belletje te rinkelen
(ikheb-wonder boven wonder - in mijn
boekenkast ook het boek Atjeh geschreven
door H.C. Zentgraaff). En ja hoor, er stond op
de eerst bladzijde vergeeld en vervaagd de
aantekening:
Un Grand Troupier
Un Grand Auteur
Un Grand Ami
Aan mijn trouwe mederedacteur en
goede vriend P.A. v.d. Werve. 10 Februari
1938 - ondertekend met Zentgraaff
Nu ben ik van 1924, tweede kind (zoon) van
Pieter Adriaan en was toen dus dertien. Ik
kan de heer Zentgraaff dus ook niet zelf
kennen, maar de naam - die meneer met
die typische naam, zoals dat jongetje toen
dacht - heb ik thuis vele malen gehoord.
Maar ik ken mijn vader toch wel zo goed dat
ik zeker ben dat hij nooit of te nimmer een
langdurige samenwerking met een 'bullebak'
zou hebben aangegaan of hebben voltooid
en dat hij anders ook nooit thuis zoveel over
Zentgraaff zou hebben gesproken.
Ik verbaas me dat Ma dit grote dikke zware
boek zo zuinig heeft bewaard, de gehele
kamptijd, ondanks de vier verhuizingen, in
het Tjideng-kamp. Zou dat misschien zijn
omdat zewist dat Pa juist dit boek heel
belangrijk vond? Dat zou ook wijzen op een
vriendschapsband en nogmaals benadruk
ken dat Un Grand Ami inderdaad bestond,
geenbullebak.
Th.P. v.d. Werve, Den Haag
september 2009 19
Moesson #3 september 2009.indd 19 26-08-09 09:31