indonesië bleem?', vraagt een jongen met een sport petje ontspannen. Beschaamd legt chauffeur Teuku het probleem uit. Drie minuten later rijden we door de heuvel in de jeep van onze nieuwe vriend Fahmi. De muziek in zijn auto spreekt boekdelen: 'Don't worry about a thing. Cause every little thing is gonna be allright', zingt Bob Marley ontspannen uit de speakers. Uit de kartonnen doos met voor raden vist Fahmi een warm blik Ankerbier. Alcohol is ten strengste verboden in Aceh, waar de islamitische shariawetgeving van kracht is. Met veel genoegen zet Fahmi het bierblikje aan zijn lippen. Dan begint hij te vertellen. Fahmi werkt bij de Britse milieuor ganisatie Flora Fauna International. Zijn taak: het bemiddelen in conflicten tussen olifan ten en de dorpen in de bergen van Aceh. 'Sinds het conflict tussen het leger en de rebellen beëindigd is, zijn er steeds meer ruzies tussen wilde dieren en mensen', legt Fahmi uit. En sommige van deze burenruzies eindigen op fatale wijze. In februari werd een vrouw in een naburig dorp vermorzeld door een angstige olifant. In januari trapte een andere olifant twee vrouwen dood. De bloedige botsingen ontstaan als olifanten nietsvermoedend de weilanden van de boeren in Aceh leegeten. Terwijl stropers in de Sumatraanse gebieden Riau en Lam- pung de olifantenpopulatie grote schade 24 Moesson Moesson #3 september 2009.indd 24 aanbrachten, worden de olifanten in Aceh relatief met rust gelaten. Hierdoor leven er in de bergbossen in de binnenlanden van Aceh nog minstens tweeduizend wilde olifanten. En sommigen veroorzaken grote woede bij de lokale bevolking als ze de akkers van boeren leegeten. Fahmi nodigt ons tijdens de rit direct uit om zijn Conflict Rescue Unit (CRU) te bezoeken. 'Je moet langskomen. We hebben alles daar', lacht Fahmi, terwijl hij naar zijn bierblik wijst. 'Wilde olifanten, verhalen, ganja (marihu ana, red.).' Het is een publiek geheim dat marihuana overal in Atjeh verbouwd wordt. Cannabisteelt is een bloeiende exporthandel voor wietrokers in Medan en Jakarta. Het Groene Goud De hoger gelegen berggebieden in de bin nenlanden van Aceh zijn uiterst geschikt voor het verbouwen van marihuanaplanten. Het streng islamitische Aceh is ook nog steeds de grote wietproducent van Indo nesië. Cannabis is niets nieuws in Aceh. De lokale bewoners stoppen de wiet al eeuwen lang in traditionele gerechten zoals kari kam- bing, een lamsvleesgerecht. Ook gebruiken sommige Acehers tot op heden de ganja in de befaamde Acehse koffie als kalmerings middel. Chinese handelsreizigers leerden de lokale bevolking dat je de ganja ook als bakong, oftewel tabak kan gebruiken. Voor de armlastige boertjes in Aceh is het verbouwen van wietplanten een lucratief alternatief voor rijst, bananen of cacao. Ga Een visser in een dorpje dichtbij Calang verloor zoals zovelen zijn vrouw en kin deren in de tsunami. Na enkele maanden besloot hij zijn viskraam weer te openen: 'Wat moest ik anders doen?' maar na: er zijn ongeveer honderd cacao- planten nodig voor een kilo cacao, terwijl circa zes marihuanaplanten al een kilo wiet leveren. Desondanks blijft marihuana vol ledig illegaal in Indonesië. De regering deelt flinke celstraffen uit en de gevangenissen in Aceh zitten tjokvol met kleine smokkelaars. Sultan De CRU van Fahmi in het midden van de bossen is niet eenvoudig te vinden. Na een bezoek aan Calang - met de reserveband onder de Toyota - rijden we twee uur op een hobbelig zandpaadje door nauwe bebossing. Teuku springt regelmatig de auto uit om de weg te vragen. 'Rechtdoor rijden, gewoon doorrijden', is het devies van alle lokale bewoners. Teuku kijkt steeds benauwder naar zijn medepassagiers. Straks krijgt hij opnieuw een lekke band, omdat die Neder lander zonodig wilde olifanten moet zien. Eindelijk doemt aan onze rechterkant een kampement op. Het is de CRU van het dorp Sara Deu in het district Aceh Besar, oftewel Groot Aceh. Enorme hopen stront herinne ren ons aan de aanwezigheid van de grijze reuzen in de omgeving. We krijgen plastic tuinstoelen aangereikt en een knappe ge- 26-08-09 09:31

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 24