Lezers schrijven D Bandoeng na de oorlog Tempo Doeloe iiiiiiininrr 11 ini 111 m 111111111111 r Wilt u ook in deze rubriek komen, schrijf dan een verhaal over een speci fieke gebeurtenis of herinnering van vóór de repatriëring. Schrijf rond de 500 woorden en stuur of e-mail dit - samen met bijpassende foto's - naar Moesson. Iedere maand wordt het beste verhaal geselecteerd. Moesson bedankt Ellen Hauwert voor haar bijdrage. DOOR ELLEN HAUWERT FOTO ARCHIEF MOESSON De wrede oorlog had mijn moeder tot wedu we met zes opgroeiende kinderen gemaakt. Elke maand togen we op pad; elke maand eens naar een adres waar het steungeld en pensioen moest worden afgehaald. Het was kilometers lopen, maar dan ook werkelijk kilometers. Moeders was altijd keurig gekleed en liep met de gratie van een gazelle in stevige pas. Om haar bij te houden moest ik met mijn korte beentjes in de derde versnelling. Huppelen deed je als haar dochter al hele maal niet; ik had er ook nooit tijd voor. Dit was voor mij quality time tussen moeder en dochter. Ik kon haar honderd en één dingen vragen, waarop ik waarheidsgetrouw de antwoorden kreeg. Ze vergat al te vaak dat ze tegen een negenjarig kind sprak. Maar al doende werd ik wijs of wijzer. Hetzij over spiritualisme, wereldse, of alledaagse onder werpen. Bij de aloen-aloen aangekomen namen we een flauwe bocht en liepen rechts langs res taurant Almanak. Beelden stortten op mijn oogvlies en ik schrok ervan. 'U heeft daar laatst aan dat raam gezeten. Nu staat het ge bouw er nog, straks niet meer. Een vliegtuig zal er bovenop vallen.' Moeder die inmiddels heel wat gewend was, pakte me teder bij de schouder en sprak: 'Weet ik, meis! Maar zwijg tegen anderen over wat je allemaal ziet of voelt. De mensen zouden je voor gek verklaren.' Weer dus besloot ik me afstandelijk te houden van ongelovige mensen en sprak: 'Mensen zijn zo dom hè mam?' 'Neen ze zijn niet dom, maar bang voor onbe kende dingen.' Een paar kilometers verder gevorderd, hoorde ik het sputterend geronk van een vliegtuig in problemen en mijn ogen tastten de hemel af... Het toestel maakte vreemde capriolen en een diagonale duik. De knal deed de aarde beven en resoneerde in de omgeving, ge volgd door een vette vuurvlam en walmige rookslierten. De geur was penetrant tot in verten. Moeder en ik liepen gestadig voort en keken recht voor ons uit. Het tafereel was ons toch al bekend. Haar zachte hand greep in de mijne en twee korte kneepjes verstevigden en bevestigden ons stil verbond. Toen we uren later de plek des onheils moesten passeren, sprak moeder: 'Laten we in stilte bidden voor de ziel die naar het licht toe gaat en daar zijn vrede vindt.' Pas daar en dan dringt het tot me door wat ze altijd bedoelt: Elke ster aan de hemel is een ziel die is overgegaan. Mijn vader zweeft daar ergens ook mee. En dat nu stemde me gerust. Koste wat kost, kome wat komt, vader ziet alles en houdt van ons. Dus all is well, spreekt mijn geest tegen beter ervaren in. 28 Moesson Moesson #3 september 2009.indd 28 26-08-09 09:32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 28