Tanda Mata 2 Mijn vader had een Franse achtergrond. Hij was een totok kesasar, een verindischte Europeaan. Al sinds vijf generaties in Indië. Hij verkocht en installeerde sanitair. Allerhande kraantjes, diverse formaten wasbakken en keramische closetpotten. Zijn afnemers bevonden zich vooral in de meer vermogende buurten als Ketabang en Tegalsari. Direct naast ons huis op Panggoeng, op steenworp afstand van de Chinese wijk, lag de opslagplaats, tevens 'showroom ruimte'. Als mijn vader zich, met zwaar Indisch accent, aan een klant voorstelde, vroeg deze meestal opnieuw naar zijn naam. Waarna mijn vader overdreven arti culerend een tweede poging deed. 'La-ver ge.' Maar omdat hij de letter v teveel een p-klank gaf en de g doordrenkte met een nasale j-klank, kwam het voor dat hij zich voor een derde keer moest introduceren. Hoewel het assortiment aan sanitair in die dagen zeer beperkt was, duurde het door gaans enige tijd voordat een klant de zaak verliet. Mijn pa liet koffie en koekjes aanruk ken en begon ongevraagd te vertellen over allerlei wetenswaardigheden met betrekking tot de stad. Hoe de art deco het gezicht van de nieuwbouwwijken bepaalde, hoeveel ton nages aan suiker en rubber, maandelijks, de haven van Tandjoeng Perak verlieten en welke inspanningen de gemeente zich getroostte om het rioleringsstelsel te verbeteren. Soera- baja was een handelsstad met allure en daar dienden de bewoners trots op te zijn. Vlak nadat de mobilisatie zich aandiende ver trok mijn pa in zijn grijsgroene soldatenkloffie naar zijn onderdeel. Ze zouden vanuit station Kota naar een nog onbekende bestemming vertrekken. Binnen een paar weken ver wachtte mijn vader weer thuis te zijn. Het in twee talen beschreven kartonnetje op de deur van de opslag onderstreepte zijn vertrouwen. Indische vertellingen uit een roerige tijd In Tanda Mata 2 staan vertellingen van de eerste generatie Indo's centraal. Nog maar enkele decennia geleden verlieten zij een op drift geraakte, stukgeslagen samenle ving. In het naoorlogse Indië en de jonge staat Indonesië bestond voor hen geen toe komst meer. Uitgangspunt in Tanda Mata 2 zijn de lotgevallen van een groep direct betrokkenen die tot het uiterste pogingen ondernam het leven in hun geboorteland voort te zetten. Bij aankomst in Nederland overheerste bij de Indische gemeenschap allerminst het gevoel met open armen te worden ontvangen. Veel repatrianten pas ten zich in stilte aan. De Indische symbolen, kenmerken en eigenheden raakten be kneld, kregen een andere kleur of verloren hun betekenis in het nieuwe land. 30 Moesson Moesson #3 september 2009.indd 30 26-08-09 09:32

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 30