Indisch
Tempo Doeloe
tfv."-
«tó;* '-i>;
-/^ -SSK
Bij een waringin lagen wij te wachten
ik weet niet meer waarop, waarschijnlijk
op wat toen de vijand werd genoemd,
ik weet niet meer waarom.
De nachten hadden duizenden geluiden
waarvan ik na twee jaar er
minstens zeven kende, tot dusver
daarom niets bijzonders.
Maar plotseling of langzaam
- dat viel niet meer te zeggen -
groepeerden de geluiden zich
tot een traag hemelkoor.
Het werden schurende planeten,
treinen in eindeloze bocht
op rails van louter zilver,
krimpend en zwellend, langste adem
ooit door een sterveling gehoord.
Er was een voorgevoel van dood,
of ik al was gesneuveld en
pijnloos door de ruimte opgetild.
Ik was geneigd soldaten aan te stoten,
te vragen of ook zij die nachtmuziek
vernamen. Ik deed het niet. Je werd
daar toen al gauw voor gek versleten.
Ook vreesde ik, niet meer te zullen horen
wat tot de dageraad waarneembaar bleef.
Jan Eijkelboom
«w*
a, - ,.- --■vjbkt fc.
Samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld
De dichter Jan Eijkelboom (1926-2008), die als militair naar Indië
ging, heeft een kort verhaal geschreven dat 'De terugtocht' heet. Het
is één van de mooiste verhalen over de politionele acties. Daarin komt
een passage voor die doet denken aan wat hier beschreven wordt: het
gedempte rumoer van de tropennacht. Dit gedicht werd onder meer
opgenomen in zijn bundel Het krijgsbedrijf (2000), waarin ook 'De
terugtocht' te vinden is.
32 Moesson
Moesson #3 september 2009.indd 32 26-08-09 09:32