f Kunstenaar Tiong Ang over het spanningsveld tussen individu en gemeenschap lifestyle O gaat niet om DOOR ANDRÉ KRUYSEN kijk naar een videofilm pje gemaakt vanaf een I rijdende bromfiets. Aan de voorbijglijdende ge bouwen en de mensen op straat, maak ik op dat ik door een stad in Azië word gevoerd. Voor de rest kan ik weinig zien, want de cameraman heeft met een ijzerdraadje een badmintonshuttle voor de lens gemonteerd die het midden van het beeld beslaat. Nadat de brommer klaarblijkelijk de plaats van bestemming heeft bereikt bij een huisje aan de rand van de stad, en de shuttle geen seconde van z'n plek is geweest, bekruipt me de vraag: Wat bezielt iemand om zo'n film te maken? Moesson vroeg het de maker, Tiong Ang (Surabaya, 1961). 'Ik kwam naar Nederland met mijn fami lie toen ik een jaar of vier was. Voor ons Indonesiërs van Chinese afkomst was het een hachelijke tijd. Mijn vader was ingeni eur en directeur van een machinefabriek. Hij protesteerde tegen de toenemende mate van staatsbemoeienis in het bedrijf. Met harde hand werd hem duidelijk gemaakt dat hij dit beter niet kon doen. Om je als peranakan-Chinees volledig te schikken naar het bewind, betekende destijds van naam en Tiong Ang, Models for (the) People (2008), project voor 7de Shanghai Biennale, productiestill, courtesy de kunstenaar en Lumen Travo, Amsterdam mijzelf geloof veranderen en je verregaande discri minatie laten welgevallen. Een uittocht bleek onvermijdelijk. Omdat mijn ouders in Ne derland hadden gestudeerd en hier familie woonde, lag het in de nijpende situatie voor de hand om naar Nederland te verhuizen. Al in het vliegtuig mochten we (van mijn vader) alleen nog maar Nederlands praten, wat voor mij een zo goed als vreemde taal was. Mijn ouders waren hoog opgeleid, maar moesten onder aan de ladder beginnen. Ik groeide ver der op in Middelburg. Over Indonesië werd nooit meer gesproken. Met mijn etnische identiteit heb ik me aan vankelijk nooit zo bewust willen en hoeven bezighouden. Pas jaren later ben ik er in mijn kunstenaarsschap op teruggekomen. Er zijn een aantal momenten in mijn leven geweest die wat dat betreft een keerpunt zijn gebleken. Wat mij als kind verbaasde, was het belang van het individu dat hier in Nederland zo hoog in het vaandel staat. Ik kende dat helemaal niet vanuit mijn ach tergrond en de verwondering hierover heeft mijn kunstenaarsschap tot op de dag van vandaag beïnvloed. Het gaat niet om mijzelf. Ik probeer mijn persoonlijke ervaringen te plaatsen in een collectief bewustzijn; iets wat ons allen bindt. Aanvankelijk ging ik tijdens mijn studie aan de Rietveld academie helemaal op in het kunstenaarsleven en de cultivering van het bijbehorende imago. Het was een boeiende en wilde tijd. Het waren de jaren tachtig waarin je op straat ineens kon belanden tus sen stenen gooiende krakers en oprukkende ME-ers. De rebellie tegen de heersende klasse - binnen en buiten de kunstwereld - vierde hoogtij. Het was een tijd waarin ik het jongetje uit Middelburg radicaal achter me liet. Ik was, aanvankelijk niet tot grote vreugde van mijn vader, een kunstenaar geworden.' Twee jaar na het eindexamen op de Rietveld academie werd Ang toegelaten tot de Rijks- akademie; een tweejarige postacademische studie waar een select aantal internationale kunstenaars op wordt toegelaten. Hij maakt sobere, verstilde schilderijen en maakt gebruik van beeldmateriaal dat we herkennen uit de massamedia. Z'n doeken, vaak in de vorm van een opengeslagen boek, overtrekt hij met een donkere voile om een zekere afstand te creëren tussen de kijker en het beeld. Deze verstilling en distantie in z'n werk wordt vaak in verband gebracht met een oosterse meditatieve blik, die Ang door z'n afkomst eigen zou zijn. De kunstenaar zelf is daar wat terughoudender over. Hij wil liever stilstaan bij de invloed van de massamedia op ons collectieve geheugen. Zonder daar overigens een oordeel over te vellen. Tiong Ang's ster is rijzende en zijn verblijf op het instituut brengt z'n carrière in een stroomversnelling. Op het persoonlijke vlak heeft dit nogal wat invloed en Ang krijgt behoefte aan afstand van de gehypte kunstwereld. Hij besluit er met zijn vriendin een poosje tussenuit te gaan. Van die beslissing heeft hij nooit spijt gehad. oktober 2009 33 Moesson #4 oktober 2009.indd 33 23-09-09 12:15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 33