A Werk van Tiong Ang is te bewonde- I ren in de tentoonstelling Beyond the Dutch; Indonesië, Nederland en de beeldende kunsten, van 1900 tot nu. Van 16 oktober t/m 10 januari in het Centraal Museum, Nicolaaskerkhof 10 in Utrecht. Meer info: 030 - 233 20 06 of www.centraalmuseum.nl In 1998 kreeg ik een uitnodiging om naar Indonesië te gaan, maar op dringend verzoek van mijn vader heb ik dit afgewezen. Er was toen weer eenzelfde soort ellende aan de gang als die ons in 1966 had doen emigreren. Ondanks de recente afschaffing van veel discriminerende wetten, mogen Chinezen in Indonesië nog altijd niet volwaardig meedoen aan de maatschappij. Uit bijna alle maatschappelijke functies werden ze geweerd. Ze mochten niet reizen en kregen geen paspoort. Het enige wat voor hun over bleef, was de handel. Niet gek dat ze daarin dan uitblinken en dat verreweg het grootste deel van Indonesië's kapitaal in handen is van een kleine groep etnische Chinezen. Een ander middel om te ontkomen aan de maatschappelijke isolatie was door uit te blinken in nationale sport nummer één: badminton. Het nationale team bestaat nog altijd bijna geheel uit Chinese Indonesiërs. Bij uitzending naar buitenlandse wedstrijden werd noodzakelijkerwijs een paspoort aan de spelers uitgegeven en veelal werd daarvan gebruik gemaakt door asiel aan te vragen in een ander land. Uiteindelijk kwam ik in 2002 weer terecht in Indonesië, in Yogyakarta, waar ik met een aantal anderen was uitgenodigd als artist in residence in het Cemeti Art House. In Tiong Ang, Mijn naam is Potlood (Potlot! Pensil! Pencil!) (2009), productiestills, courtesy de kunstenaar en Lumen Travo, Amsterdam mijn filmpje Shuttle gaat het erom open te staan voor wat er zich in de periferie van ons blikveld afspeelt. Mensen kijken vrijwel altijd met een bepaalde vooringenomenheid. Men probeert te focussen, maar juist door die vooringenomenheid is het onmogelijk te zien wat er zich voor je ogen afspeelt. In Yogya wilde ik eerst een verkennende rit maken van de noordkant van de stad naar de zuidkant waar ik de komende tijd zou verblijven. Het zou ons voeren langs visueel en sociaal zeer van elkaar verschillende delen van de stad, waaronder de Kraton die een eigenzinnige rol in de Nederlandse overheersing heeft gespeeld. Die rit wilde ik registreren vanaf het meest gebruikte Indonesische vervoer middel: de bromfiets. Ik wilde mijzelf en de kijker het focuspunt ontnemen om zo met een open blik rond te kijken en deed dat op een ironische, maar tegelijk beladen manier door een badmintonshuttle voor mijn lens te monteren. Door de shuttle te gebruiken is het werk veel herkenbaarder voor de locale toeschouwer dan voor bijvoorbeeld een Nederlandse. Als kunstenaar neem ik ook Tiong Ang, Models for (the) People (2008), project voor 7de Shanghai Biennale, productiestill, courtesy de kunstenaar en Lumen Travo, Amsterdam hier weer de houding in van iemand door wie bepaalde boodschappen kunnen worden doorgegeven naar anderen. Misschien is de essentie van Shuttle wel het bepalen van je eigen standpunt ten opzichte van alles wat er zich in de wereld om je heen afspeelt.' Tiong besluit lachend: 'Op je eerdere vraag of ik inmiddels mijn eigen positie als beel dend kunstenaar heb gevonden, kan ik dus met een gerust hart antwoorden: gelukkig niet!' 0 leving staat altijd aan gang zet. Moesson #4 oktober 2009.indd 35 oktober 2009 35 23-09-09 12:15

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 35