I Brandtbrief na 74 jaar geopend de voorgalerij boeken cd's dvd's sites nieuwtjes Dirk Costei DOOF MARVIN STRUISVLUGT Bushir (Perzië), 1935. Na een van de vele tussenlandingen op de lijn Indië-Nederland maakt KLM-gezagvoerder Jan Hondong van Douglas DC-2 Maraboe zich in de vroege ochtend van 17 juli op voor de volgende etappe naar Bagdad. Het is nog donker en de startbaan, of wat er voor door moet gaan, is zeer hobbelig. Het toestel maakt vaart om op te stijgen, maar wordt na enkele honderden meters plotseling enkele meters de lucht in geworpen. Het toestel raakt uit balans; het rechterwiel stoot bij het neerkomen hard tegen de grond en raakt ontwricht. Nadat de Maraboe tot stilstand is gekomen, breekt brand uit bij de rechtermotor, die spoedig overslaat naar de rest van het vliegtuig. Alle elf bemanningsleden en inzittenden overleven het ongeluk, maar de post gaat grotendeels verloren: de Maraboe brandt bijna helemaal uit. Aan boord van de rampvlucht bevindt zich een brief van journalist en schrijver Wil lem Brandt (1905-1981), pseudoniem van W.S.B. Klooster. De brief is bestemd voor 'den weledelgeboren' hoofdredacteur van het let terkundige tijdschrift De Stem, Dirk Coster. Dirk Coster (1887-1956) was tijdens het interbellum, en voordat Eddy du Perron een felle polemiek met hem uitvocht, een gearriveerd literator in Nederland. Willem Brandt zou zijn reputatie als schrijver en dichterjuist na de oorlog vestigen. 10 Moesson Amersfoort, 2009. 74 jaar na het ongeluk met de Maraboe hebben zich, na heel wat georganiseer, zeven mensen verzameld op de redactie van Moessonfilatelisten Eise Eisma en Rob van Grunningen, veilingmeester René van Hillesum, leraar Nederlands Fred Dommershuizen, en emeritushoogleraar Bert Paasman, hoofdredacteur Marjolein van Asdonck en ikzelf. Verzamelaar Rob van Grun ningen heeft de brief op een veiling ontdekt en gekocht. Hij besefte iets bijzonders in han den te hebben. De envelop, zwartgeblakerd en beschadigd, is nooit geopend. Bevat de brief onbekend literair werk van Brandt? Je kunt een speld horen vallen als Bert Paasman de brief voorzichtig opensnijdt, uitvouwt en voor begint te lezen, terwijl een 74-jaar oude brandlucht zich door de ruimte verspreidt: Zeer geachte heer Coster, Hierbij zend ik u een drietal verzen, waarvan ik gaarne zou zien dat ze in "De Stem" werden gepubliceerd wanneer ze daar tenminste, naar Uw oordeel, geschikt voor zijn. Eenige j[aren] geleden heb ik onder het pseudoniem Willem Dsn Weledelgeboren He^r Dirk Coster Hoofdredacteur van De Stem" Voorstraat lol Delf Brandt een paar gedichten gepubliceerd in "Opwaartse Wegen" en een enkel vers in "De Gemeenschap"; daarvan heb ik nooit meer iets af laten drukken. Ik zit hier zoo ver van Holland. Nu zou ik het evenwel willen wagen onder mijn eigen naam wat te publiceeren en aangezien ik Uw oordeel bijzonder op prijs stel stuur ik U enkele gedichten voor Uw tijdschrift. Mocht Uw oordeel in gunstigen zin uitvallen en wilt U tot plaatsing der gedichten overgaan dan hoop ik U over eenigen tijd nog iets te sturen. Het zal mij zeer verheugen wan neer ik binnen niet al te langen tijd een klein berichtje van U tegemoet mag zien aan mijn adres, dat ik boven aan den brief tikte. U bij voorbaat dankend, Met de meeste hoogachting, 'Ingezonden kopij dus. Erg leuk', is Bert Paas- mans eerste reactie. 'Rampenpost is altijd interessant.' De drie bijgevoegde verzen zijn twee jaar later, in 1937, opgenomen in Willem Brandts bundel Oostwaarts. Toch zijn er in de tus sentijd door Brandt enkele kleine wijzigingen in de gedichten aangebracht, constateert Paasman nadat hij de versies met elkaar vergeleken heeft. In de brief schrijft Brandt bovendien te overwegen onder zijn eigen naam te publiceren. Maar opmerkelijk is dat de bundel Oostwaarts toch onder het pseudoniem Willem Brandt is verschenen. Waarom? Op advies van Dirk Coster? Wie zal het zeggen. Moesson #5 november 2009.indd 10 28-10-09 13:21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 10