column Vilan in koempoeland Reünie Kampili- Makassar-Paré-Paré Wie wil dat Vilan op koempoelan-bezoek komt, kan een uitnodiging sturen naar Moesson, Postbus 2074, 3800 CB in Amersfoort, met op de linkerbovenhoek 'Vilan op bezoek'. Een e-mail sturen mag ook: redactie@moesson.com Vilan maakt dan een selectie. V* in fomfoelvid Iedere maand gaat Vilan van de Loo op bezoek bij een bijzondere Indische vereni ging of koempoelan. Afgelopen maand be zocht ze de reünie van Kampili-Makassar- Paré-Paré in Amersfoort. Die middag, in dat zaaltje, zeggen ze hier en daar hardop wat erbuiten nauwelijks gehoor vindt: 'Wij zaten in het beste jappenkamp van heel Indië.' Ik ben op de reünie van Kampili-Makassar-Paré-Paré, in een klein zaaltje te Amersfoort en wat ik ook had verwacht van de sfeer, dit nooit. Voorzitter Fred Marx zegt in zijn openingstoespraak: 'Er gebeurden ook vervelende dingen. Laat die varen en haal samen vandaag de leuke herin neringen op.' Daar zit wat in. Maar soms wil je herinneringen loslaten, alleen houden ze jou zo gemeen stevig vast. Noodkamp Vandaag is de reünie van drie kampen die met elkaar te maken hebben. Ted Hartman legt het me uit. Hij kwam met zijn broers en ouders aan op Celebes. Vader verdween in Paré-Paré en zij gingen met hun moeder naar Kampili, een oud tbc-sanatorium, op zo'n twintig kilometer van Makassar. Het kamp bestond uit loodsen en wat kleine huisjes. 'We waren met maximaal tweeduizend mensen', vermoedt Ted. Bij Kampili hoorde ook het Boskamp, dat werd gebouwd aan het einde van de bezetting. Het was een nood kamp, omdat Kampili door bombardementen getroffen was. Later, in Nederland, zochten de kampgenoten elkaar op. Al in 1947 was de eerste reünie. Dit jaar zijn er niet veel mensen, de uitgedeelde lijst van aanwezigen beslaat nauwelijks anderhalf A4-tje. Zwarte Hand Ted Hartman was 11 jaar toen hij het kamp inging, zijn broer Berend was 9 en Arend was 13. Moeder was 35. Berend woont in Australië, maar Ted en Arend zijn er vandaag bij. Arend: 'Maar ik kom niet elk jaar. Dat is te zwaar.' Ted begrijpt dat. Hij zegt iets over het karakter van Japanners, dat veel duidelijk maakt. Bijna verontschuldigend zegt Ted, dat hij geen trauma aan het kamp heeft overgehou den. Dat is toch wat ongemakkelijk om te zeggen, wanneer je weet hoe erg er geleden is in andere kampen. Je voelt je er bijna schuldig om. 'We waren kinderen', vertelt hij, 'dan kijk je er anders tegenaan. Wij vonden het spannend. Met Piet had ik een club, die heette de Zwarte Hand. De dagindeling was redelijk goed. 's Morgens een uur of twee werken, dan naar school.' (Arend: 'Dat was pas later.') 's Middags waren er allerlei acti viteiten, zoals muziek en dansen. In Kampili heb ik de foxtrot leren dansen.' Nee, geen trauma, maar: 'Ik heb wel een trau ma van de dolle honden, die kwamen door het kamp heen. We gingen met stokken op ze af. Er zijn vrouwen door de honden gebe ten, in hun gezicht, zonder dat we middelen hadden om te behandelen. Ze kregen rabiës, schuim in mond, en ze zijn een afschuwelijke dood gestorven.' Ted vertelt verder. Over brisantbommen en hoe alles brandde, over ziek worden en doodgaan, alles op dezelfde vriendelijke toon. Hij lijkt een zachtmoedig man, maar ik weet hoe onverzettelijk hij kan zijn. In weer in wind demonstreert Ted met anderen van de Stichting JES voor de Japanse ambassade in Den Haag. Jaar in, jaar uit. Tot Japan de 'ereschuld' erkent. Telefoongids Terwijl ik naar Ted luister, merk ik half en half iets van het programma. Een vendutie voor het goede doel. Aankondigingen van boeken over het verleden, want hier heerst gelukkig het besef dat herinneringen bewaard moe ten blijven. Op de bar ligt een telefoongids- dik herinneringsboek: Hoe het ons verging op ZuidWest-Celebes en aanliggende eilanden. Kampen Makassar, Pare-Pare, en Kampili. Wat een werk hebben samenstellers Tineke Stolk en Pim Seth Paul eraan gehad! De sfeer is gezellig, dat moet gezegd worden. Catering, drank, spekkoek van uitmuntende kwaliteit, te klagen valt er niks. Straks komen nog lezingen. Maar ik ga naar huis met het beeld van drie broertjes in een kamp, die het geluk kig kunnen navertellen. Volgende maand ga ik weer naar een koempoelan. Opgericht: eerste bijeenkomst in 1947 Aanwezig: circa honderd eerste generatie Indisch, Hollands, wat aanhang en enkele kinderen Activiteiten: jaarlijkse bijeenkomst Website: geen Contact: Ida Offringa-van Zwieten. Tel.: 055 - 367 01 82 Moesson Moesson #5 november 2009.indd 28-10-09 13:21

Moesson Digitaal Tijdschriftenarchief

Moesson | 2009 | | pagina 8